donderdag 29 december 2011

tweet and meet Maria

 begin december belandde ik in een twitterverhaal. Ik had blijkbaar fanatiek genoeg aan een beginnende twitterverslaving toegegeven om opgemerkt en gevraagd te worden. Met meer dan 20 spelers doken in het kerstverhaal alsof het zich hier en nu ontvouwde, en we nog onwetend waren over de afloop. Een verhaal over hoop, ongeloof, vriendschap, en een ster in de nacht die mensen in beweging zet.
Drie weken lang hield ik geheim dat in de huid van Elizabeth (de nicht van Maria) was gekropen. En van nog een figuur die eigenlijk in het kerstverhaal niet voorkomt. Bij gebrek aan vrouwelijke aanwezigheid (denk ik) was door de bedenkers een extra vrouwenrol gecreëerd: een vrouw van koning Herodes. Het was een 'vrije rol' die ik zelf kon invullen. @Herodlove werd een postmoderne zinzoeker, zat van het leven in het paleis, op zoek naar wat echt van waarde is.
Het verhaal ging met mij op de loop. Er ging steeds meer van mezelf in zitten. In Elisabeth werd vertrouwen zichtbaar, putten uit de Bijbel, moedergevoelens en een opstandige houding ten opzichte van maatschappelijke ontwikkelingen. Het liefst was ze zelf in een tentje gekropen met de mensen van @occupy die ook in Bethlehem waren neergestreken.
Herodlove maakte mijn zoekende kant wakker. Een vrouw die basale vragen stelt over wat geloven is, hoe een mens vertrouwen vindt, en wat je daarvoor loslaten moet. Hoe kom je tot de keus om te gaan geloven? Om een ster te volgen, in het vertrouwen dat die je ergens brengen zal?
Elisabeth ontmoette Maria, en werd geïnspireerd door haar lofzang. Herodlove kreeg moed door de ontmoeting met de wijzen en ging...
Meegenomen door het verhaal kwam ik als een soort vierde wijze (vrouw!) op de plek waar het kind geboren was. En ontdekte ter plekke wat het me deed, die ontmoeting. Ik zag een deur openstaan, en licht scheen naar buiten. Ik voelde me welkom om naar binnen te gaan. Daar waren ze, de man, de vrouw en het kind.

Stil van.. een man, een vrouw, een kind. Waar liefde is, daar is God: dat ik dat nu ineens weet.. zo eenvoudig
Ik wil hier blijven zitten om te genieten van wat er van hen afstraalt.

Ik weet, kan niet blijven. Moet bedenken waar ik heenga. Doel bereikt.. en dan? Hoe gaat het verder nadat je het licht ziet?
Zal herinnering aan deze ontmoeting koesteren, als vlammetje dat niet uit mag gaan.

Ik ging, op weg geholpen door reisgenoten, zocht en vond licht: in een vrouw, man, kind: daar waar liefde is is God

Een pelgrim vertrekt, reist, komt aan en dan? Hoe gaat t leven verder? Ik ga het ontdekken.Het goede ontmoet, thuis gekomen bij 't kind en mezelf. Hoop Jezus weer te ontmoeten; daar kijk ik naar uit. Nu verder reizen, licht in mijn hart

Voor wie meer wil lezen: http://www.idee-en-kerk.nl/  http://www.leve-de-kerk.nl/

vrijdag 23 december 2011

wens

groeiend
uit steen
tevoorschijn

een nieuw jaar
tegemoet

een hand die draagt


Fijne feestdagen
en veel moois voor 2012
gewenst!

Foto: “The Hand of God”, Rodin
Gemaakt in Metropolitan Museum of Art New York,
6 december 2011

dinsdag 6 december 2011

ground zero


Op reis naar New York - dag drie naar Ground Zero. De vriendin bij wie ik logeer gaat niet mee. Ze is in NY om onderzoek te doen naar de ideologie achter interventies door de UN. Haar houden de slachtoffers bezig die vielen in Afghanistan bij de operaties na 9/11.
Ze heeft gelijk, het is disproportioneel, de aandacht voor de New Yorkse slachtoffers van 2001. Toch kan ik er niet weg blijven.
Onderweg via Wallstreet naar Ground Zero beland ik in St.Pauls chapel. Een kerk ingeklemd tussen kantoor kolossen. Een kerk die in de uren, dagen, maanden na het instorten van de WTC torens een plek werd waar hulpverleners bij konden komen. De sporen van 9/11 zijn inmiddels verdwenen, alleen één bank bleef ongeschilderd. Een kerkbank beschadigd en afgebladderd door talloze reddingswerkers die er met uniform en schoenen en al op in slaap vielen.
Ver weg van NY, in Wijk bij Duurstede, bereiden we ons als kerken zo goed mogelijk voor op wat onze rol bij een calamiteit. Hier zie ik hoe dat gaan kan. Hoe een kleine kerk een plek van rust, op adem komen, en zelfs van hoop temiddden van de brokstukken kan worden. Door voor eten te zorgen – een barbecue in de tuin van de kerk -, brandweermannen te laten slapen in de banken.
De memorial site van Ground Zero is groot, en strak georganiseerd. Het is alsof je een vliegtuig ingaat, als je je tas moet leegmaken voor de detectiepoortjes. Een vliegtuig.. tja. De plek zelf is een park, met twee grote gaten waar de torens hebben gestaan. Pool 1 and pool 2. Bij een pool moet ik aan iets vrolijkers denken dan deze donkere, onbarmhartig grote gaten. Water stort van de kanten naar beneden, in het midden van de vierkante vijver is nog een kleiner vierkant gat, waarvan de bodem niet te zien is. Het doet denken aan de vorm van veel gebouwen hier, maar dan in spiegelbeeld. Waar in New york alles de lucht in wijst en sky scrapers met groot zelfvertrouwen de wolken raken, wordt je aandacht hier naar beneden getrokken. Een gat in, een gat zonder bodem. Daar waar de torens vernietigd werden.
Een onbarmhartig groot gat. Passend bij de ontzetting die 9/11 veroorzaakte, bij de gaten die de aanslag sloeg in het vertrouwen van mensen? Of passend bij de maat waarmee hier in New York gemeten wordt, als er gebouwd wordt? Om Ground Zero heen verrijzen weer nieuwe, blikkerende gebouwen, waarin je de wolken weerspiegeld ziet. Alsof er niets gebeurd is?
Mij raakten de foto’s en voorwerpen en verhalen in St.Pauls Chapel meer. De menselijke maat van ontreddering en verdriet, van inzet, vermoeidheid en steun. Meer dan het bodemloze gat van Ground Zero. Daar gaat geen troost van uit. Dat zet nauwelijks aan tot verandering. Daar val je in zonder te worden opgevangen. Maar zijn er dan geen handen die je opvangen?

zondag 4 december 2011

Onderweg


Op IJsland schijnt de zon. Ik zie hoe de zonnestralen de grond raken. Hangend tussen de aarde en de hemel. Ik zou er wel even willen landen, op IJsland. Tegelijk heeft het iets moois om niet te landen maar verder te gaan. Nog even nergens aankomen, maar verdergaan.
Ik zit bij het raampje. Uit claustrofobische overwegingen betreurde ik dat eerst  - meer dan éénmaal naar de wc gaan zit er niet in – maar nu geniet ik van het zien van een zonbeschenen rotseilandje voor de kust. En nee, geen aswolken deze reis..
Afgelopen week, thuis in mijn dorp, leidde ik een avond over ‘pelgrimeren’. Het ging over de pelgrimsweg - de ‘camino’ - naar Santiago de Compostela. Het ging over reiservaringen, over op weg gaan om een verlangen te volgen. Geen doelgerichte weg, maar een verlangen waarvan het doel zich al gaande pas laat ontdekken. Het doel ligt misschien wel voorbij de horizon, en verschuift terwijl je beweegt en verder reist.

Het past eigenlijk heel goed in de Advent: we zijn onderweg, maar we zijn er nog niet. En het is goed om de tijd te nemen om er te komen. Verwachten, onderweg zijn. Want onderweg doe je ervaringen op. Als je er bent is het klaar. Punt. En dat is eigenlijk jammer.

Pelgrimeren bestaat uit drie fasen. Je moet vertrekken, weggaan. Dat viel de afgelopen dagen nog niet mee. Het onbekende trekt (daarom ga ik juist) maar het maakt ook een tikje bang. Als ik de ticket niet maanden geleden gekocht èn betaald had zag ik er misschien wel vanaf. Genoeg te doen waar ik ben immers; ik ga opeens twijfelen of ik daar zomaar uit weg kan lopen. Maar ik kan niet meer terug. Kan niet anders dan de opwelling volgen die ik een paar maanden geleden had: ik ga op reis! Naar een plek die ik nog nooit gezien heb, waar ik de weg niet ken.
De tweede fase is het onderweg zijn. Je weg zoeken, stap voor stap. Het onbekende ontdekken. Op je toe laten komen. Openstaan voor wat en wie je tegenkomt.
Pelgrimeren kan niet zonder de derde fase: je gaat ook weer terug naar waar je vandaan kwam, en wie en wat je achterliet. Zal het lukken om nieuwe ervaringen, opgedane inzichten, meegebrachte souvenirs uit de koffer te halen en een permanente plek te geven? Reizen schept ruimte en afstand, ruimte voor een frisse wind, een heldere blik van een afstandje. Onbewust ging de pelgrim daar misschien wel voor, om de boel eens op te schudden. Maar kun je dat vasthouden, eenmaal weer thuis? Neem je het echt mee naar huis?

Hoewel ik de claustrofobie net op afstand kan houden, met zoveel mensen samen negen uur in mijn stoel opgesloten, met die ruimte en afstand zit het wel goed, hier in het vliegtuig. Ik zit nog in de vertrek-fase. Hoe zou het zijn om straks te landen in New York?

vrijdag 11 november 2011

kerk zijn hier en nu

Kerk zijn hier en nu – spreken over God

Het wordt er niet eenvoudiger op om kerk te zijn, in onze dagen. We zingen straks met Kerst ‘Eer zij God in onze dagen’ maar om dat in de praktijk te brengen..? Spreken over geloven is niet vanzelfsprekend, naar de kerk gaan is één van de dingen op een drukke agenda, en houd je dan nog wel energie over om je in te zetten voor de kerk? Zelf denk ik dat het eerste punt het belangrijkst is: in onze samenleving is geloven een optie temidden van andere opties. Er zijn genoeg mensen die heel gelukkig zijn zonder, en die een leven leiden waar je als gelovige best een voorbeeld aan kunt nemen. Geloven is niet nodig.. en wat het precies is, ook dat is moeilijk uit te leggen. Wie is God eigenlijk en waar vind je Hem? Alleen in de kerk.. nee toch zeker? Maar wat maakt de kerk dan zo waardevol? En ben je kerk vooral op zondagmorgen – hoor je er niet bij als je op zondagmorgen ook andere dingen wil doen, al is het maar soms?
Spreken over God, woorden zoeken voor het geheim van zijn aanwezigheid, dat doen we op zondagmorgen. Maar ook op andere momenten dat we elkaar ontmoeten als betrokkenen bij onze gemeente. En we doen het als anderen ons vragen naar ons geloof. Onze kinderen en kleinkinderen, collega’s en buren.. Of vragen zij er niet naar? Of ontwijken we de vraag? Zwijgen we maar liever?
Het is niet eenvoudig, en spreken over God lijkt vaak eerder op stamelen en stotteren. Toch denk ik dat dat beter is dan gladde one-liners, zinnen die moeiteloos uit je mond rollen maar niet doorleefd zijn. God is zo groot, hoe kunnen we anders dan stamelen als het over de Eeuwige gaat? Maar laten we het wel proberen…

Kerk zijn hier en nu – de kerk dus..
En dan het tweede: spreken over God is niet eenvoudig. Maar een kerk overeind houden ook niet. Laatst sprak ik erover met iemand die geen enkele band heeft met een kerk. Zij kon zich niet voorstellen dat de kerken verdwijnen uit de Nederlandse samenleving; daarvoor vormen ze er een te onmisbaar onderdeel van, zei ze. Dat deed me natuurlijk goed. Tegelijk knaagde er iets.. Want een kerk die van waarde is blijft niet vanzelf overeind. Het is als met kloosters: een groeiende groep Nederlanders bezoekt ze af en toe, en geniet van de inspirerende rust en regelmaat. Maar ondertussen moet er elke week wel een klooster sluiten omdat er niet genoeg kloosterlingen meer zijn om de lofzang gaande en het klooster draaiend te houden. Ik wil hier geen sombere conclusies trekken over waar het heengaat met onze tijd, en onze kerk. Waar iets verdwijnt daar groeit ook weer iets nieuws - ik denk dat we dat de Geest van God wel mogen toevertrouwen. Maar toch.. zonder mensen die zich willen inzetten, die niet op veilige afstand blijven maar zich verbinden, blijft een organisatie niet overeind. Zelfs de kerk niet..

zondag 30 oktober 2011

verbouwing

Ik groeide op in een pastorie waar verkiezingsposters van de PvdA achter het raam hingen. Waar gemeenteleden opschrokken van posters met 'kruisraketten NEE'.. Christelijke politiek was bijna een vies woord. In mijn meer dan 20 jarige stem carrière heb ik ook nog nooit CDA gestemd. Maar daar zat ik zaterdag: aan de pc gekluisterd om het CDA congres te volgen. En ik struinde het internet af om de speeches te kunnen nalezen. Vooral die van collega-theologen Ruth Peetoom en Jacobine Geel heb ik met aandacht gelezen.*
Christelijke politiek bestaat die wel? Van prof. Gerrit de Kruijf leerde ik in Leiden dat ethische keuzes zich in het maatschappelijk debat niet met religieuze argumenten laten verdedigen. Er is phronèsis nodig - je moet je verstand gebruiken in het debat over morele kwesties.
Dus kort samengevat: politiek is niet christelijk, maar christen-zijn is wel politiek.
Want -een open deur- het geloof in Jezus' boodschap neem je mee als je over de drempel van de kerk naar buiten stapt, de week in. Je leest de Bijbel met de krant ernaast.. of andersom.

Maar toch - het verraste me dat ik me zo betrokken voelde bij de discussie in het CDA. Voor mij gaat christen-zijn net zo goed samen met de keuze voor een andere politieke partij. Ik voel me geen CDA-er en toch wil ik nu meedenken en zit ik te twitteren over het CDA.. Hoezo?
Terwijl een PvdAlid verborgen in haar binnenkamer de afweging maakt hoe de bijbelverhalen die haar raken zich vertalen in politieke keuzes ligt dat bij het CDA-er op straat. In de kwestie Mauro vlogen de verwijzingen naar de bijbelse traditie op Twitter in het rond. Het lijkt wel alsof er in een geseculariseerde samenleving alleen maar meer gevraagd wordt naar het hoe en waarom van christelijke inspiratie. Het CDAlid en in haar kielzog de hele christelijke gemeenschap wordt er streng op afgerekend: doe je wel wat je zegt?!
Geloven en dagelijks leven, het verband ertussen onvanzelsprekend geworden en daarom zijn de vragen spannend. Het komt er op aan. 
De verwarring waar het CDA zich nu in bevindt raakt aan de vragen waar we binnen de kerk mee bezig ben. Wat is de relevantie van de traditie? Vertalen we de traditie genoeg - in begrijpelijke taal en in daden?
Dus, hoewel geen CDAlid, toch voel ik me betrokken. Het zijn misschien niet mijn antwoorden, maar de vragen die in het CDA besproken worden zijn wel de mijne.
Hoe bewonen we de traditie als een ruimte waarin we samenleven kunnen? Er is in de samenleving grote behoefte aan samenhang, aan verbinding. Hoewel de analyse van de samenleving in 'nieuwe woorden, nieuwe beelden' mij te cultuurpessimistisch is (daarom stem ik waarschijnlijk geen CDA) herken ik de urgentie. 
Jacobine Geel begon haar verhaal op het CDA congres met dit gedicht:

Was ook de politiek maar zo:
dit in de werkelijkheid aankomen als in een
oude boerenhoeve en zeggen: dit is
een dragende muur, die laten we staan,
die en die muren moeten weg,
daar komen grote ruimtes.       Herman de Coninck


De verbouwing is gaande. In het CDA maar ook in de kerk. Ik leef gespannen mee.

PS:
deze blog gaat vooral over het verhaal van Jacobine Geel en de her-ijking van het chr.democratisch gedachtengoed. Haar speech leest als een kritisch betoog bij de discussie Mauro. Probleem is onder andere teveel pragmatisme en machtsdenken, volgens de speech. Inderdaad: CDA moet zich niet alleen bezinnen op gedachtengoed maar zeker ook op de omgang ermee. Niet alleen ideeën herijken maar ook gedrag. Wat is leidend bij politieke keuzes? Zijn de christen-democraten teveel bestuurders geworden?
* Bevindingen van de commissie 'Nieuwe woorden, nieuwe beelden', gepresenteerd door Jacobine Geel tijdens het CDA congres, te vinden op www.cda.nl/nieuws

dinsdag 25 oktober 2011

Kerk zijn in deze tijd & social media

Door Kees Broekman - artikel verschenen in de Wijkse Courant, woendag 19 oktober

COTHEN – Kerk zijn in deze tijd betekent niet alleen maar het bijwonen van de kerkdienst op zondag. In toenemende mate gaan media als Facebook, Hyves en Twitter onderdeel uitmaken van de kerkbeleving. De kerkdienst blijft centraal staan, maar daarnaast kan de kerk ook een netwerk op internet zijn. Dominee Rebecca Onderstal van de Protestante gemeente in Cothen maakt graag gebruik van de moderne media.

“Wij willen als kerk open en gastvrij zijn”, zegt Rebecca. “Het kerkgebouw is nog steeds de plek waar de gemeente bij elkaar komt, waar men elkaar ontmoeten kan. Maar de kerk is niet meer van de grote getallen, en er is een hoge drempel. Gelukkig zijn we niet alleen kerk binnen de muren, maar overal waar mensen in gesprek zijn. Ook bij wie buiten is; daar zijn steeds meer mensen die de weg naar binnen niet vinden. Trouwens, gelovigen zoeken zelf ook, ze hebben de blik naar buiten, stellen zichzelf steeds de vraag: wat is geloven? Wat kan ik betekenen voor de buurt, de buurman, het dorp. Het gaat om het dagelijks leven van nu. De dingen waar je verdriet van hebt. De keuzes die je moet maken, belast door wat er allemaal moet. Daar gaat het om in de gemeente, binnen en buiten de muren van het gebouw.

Als ik met jonge mensen praat en ik vraag of ze in God geloven, dan hoor ik vaak: “Ik geloof wel dat er iets is, punt.” Maar dan wordt het juist interessant, dan begint het gesprek pas! Vertel eens over dat ‘iets’, welk verhaal hoort daarbij? Wat is er voor jou waar? Wat doet het met jouw houding in het leven? Wat is de waarde van het leven? Wat doe je voor een ander?

Het is mijn passie om in gesprek te gaan over verlangen, vertrouwen en geloof beleven.
Niet alleen op zondag tijdens de kerkdienst, maar ook op maandag. Mijn missie is om God niet weg te moffelen maar om woorden te vinden voor Zijn liefde – hoe moeilijk ook. Om te vertellen over Jezus die we ontmoeten in de verhalen over Hem. Verhalen zijn de basis; ze gaan over mensen die wat met God hebben. Je kunt de Bijbelverhalen heel goed naar deze tijd brengen. Ze vertalen naar het nu; dan gaat het om het gesprek. Daar kunnen moderne media een hele goede rol bij spelen. Ik maar daar ook gebruik van. Dat is kerk zijn in deze tijd.”

maandag 17 oktober 2011

Op sommige plekken kan de ziel beter ademen.
Aan zee is er ruimte
lucht
hemel
en aarde
genoeg om op adem te komen.

beelden zeggen meer dan woorden
Terschelling 
oktober 2011




















vrijdag 14 oktober 2011

zieltjes

Ik begrijp steeds minder van de kerk.. van wat 'kerk' is en wat niet..
Zelf zoek ik voorzichtig de weg van mijn hoofd naar mijn hart. Van harte gelovige, hoewel met horten en stoten, weerstand, twijfel.. maar toch - ik oefen de houding van me toevertrouwen. Me toevertrouwen aan de onvanzelfsprekendheid van Iemand die me draagt, aan het onbekende van Iemand die me vinden wil misschien, me iets geven wil.. Als de discipline me niet in de steek laat tenminste, en ik weer in de oude gewoonte van doorhollen verval in plaats van de tijd te nemen om stil te zijn, letterlijk op de knieën.
De traditie is de bedding waarin mijn verlangen om te geloven kan stromen. Verhalen, beelden, begrippen van eeuwen oud of nieuwer.. De traditie van de kerk.. een kerk die een traditie heeft van 'zieltjes winnen'. Gaat het er om dat we mensen winnen voor het verhaal van geloof, hoop en liefde zoals dat in de Bijbel te vinden is?
Hoezeer dat verhaal ook mijn eigen voedingsbodem is, toch blijk ik 'ongeneeslijk relativerend'.

Ik volg Kuitert niet die – als ik het goed begrijp – vertelt dat we niet hoeven te geloven in transcendentie. Ik wil juist zo graag geloven .. me verwonderen, het verlangen aan laten wakkeren en het vertrouwen voeden. Boven mezelf uitgeheven worden..  En ik voel me geroepen om daar ruimte voor te maken, plek voor te creëren, op wat voor manier dan ook. Op zondagmorgen, op internet, middenin het dorp.. stilte en gesprek, een gedicht of een lied, gebed en een arm om de schouder. Dat is mijn missie.
Maar wat heeft dat met de kerk te maken? Daar kom ik niet goed uit. Wil ik het verhaal van de traditie uitdragen? Ik wil het wel vertellen, maar niet aan de man (of vrouw brengen). Die behoefte, die bevlogenheid ontglipt me meer en meer. Het gesprek is me genoeg. Als er ruimte komt om te praten over  verwondering en vertrouwen, en als ik daar een klein beetje aan heb kunnen meewerken, dan is het mij genoeg. Is dat ook genoeg?
Is het niet mijn taak als predikant om de ziel van de ander te raken met de boodschap van geloof, hoop en liefde zoals die in Jezus belichaamd is, en neergeschreven in de Bijbel? Is het niet de bedoeling om mensen lokken tot betrokkenheid bij de kerk, die groep mensen die Jezus volgen wil? Ik weet het niet.. Zieltjes winnen kan ik niet, dat moet God zelf doen..

zondag 9 oktober 2011

lijf

Waar zit het geloof in de mens? In het hoofd, de lurven, je hart, je benen of je handen?
Op zondagmorgen in de kerk lijkt het er verdacht veel op dat het hoofd de hoofdrol heeft - hoe kan het ook anders. Iedereen zit stil in een bank. Alleen de stem mag de longen en de buik (als je diep ademhaalt voor een hoge noot) er nog bij betrekken. Maar verder valt het lijf stil. Tenzij er avondmaal is en je mag lopen. Oh ja, we mochten nog geld in een zakje gooien. Trouwens, het slotlied swingde vandaag wel, en ik zag een paar mensen voorzichtig heen en weer bewegen. Maar voorzichtig..
Vrijdagmiddag danste ik nog door een kerk heen. Er was geen kerkdienst, dat moet ik er even bij zeggen. Het was een workshop dans tijdens een middag van de 7evendehemel: een club van kunstenaars die hun kunst verbinden met geloven. We dansten dus door de kerkruimte, met een groepje waarin trouwens de mannen ontbraken.
Wat had ik daar een zin in, in dat dansen!
En het gekke is, die zin kwam opborrelen toen ik een weekend aan het mediteren was. Een bepaalde lichaamshouding oefenen is een manier om je te oefenen in een levenshouding.. dat merkte ik toen ik op m'n knielbankje zat. Voel hoe de grond je draagt, voel hoe je rechtop zit en je richt naar boven, voel hoe je handen een ontvangend gebaar maken, voel de ademhaling die binnenstroomt en je vult. Oefenen in vertrouwen - dat doe ik bij meditatie. Mijn hoofd vat het nog niet, maar het begint in mijn lijf te landen. Het lijf is wijzer..
En toen ik me zo bewust werd van de wijsheid van het lijf, ging ineens de behoefte om te dansen kriebelen. Om zo verder te oefenen in geloven..? Ik weet het niet precies, mijn hoofd weet het niet precies, maar het lijf kriebelt en wil bewegen.
Op je tenen staan en door de knieën gaan, springen en draaien, de ruimte verkennen en een ander naderen. Oefenen in verlangen, misschien is dat het wel wat ik doe als ik dans. Wat het lijf me leert...
Een collega* herinnerde me eraan, dat dit 'incarnatie' heet in de traditie van de kerk - God die zichtbaar werd in een mens. Hoe dat precies kan, en hoe het goddelijke en het menselijke zich precies tot elkaar verhouden in Jezus, daar heeft men zich het hoofd over gebroken in de kerkgeschiedenis. Het is niet te vatten en tegelijk is het houvast: het goddelijke is lijfelijk.
God begrijpen doe ik niet.. ik heb een vermoeden, soms. Dat vermoeden wil mijn hoofd zo precies mogelijk beschrijven. Mijn lijf wil het ervaren. Grip op het geheel van wie de Eeuwige is heb ik niet. Maar soms landt het in mij, het vermoeden.


*Hendro Munsterman, nederlands theoloog in Frankrijk

zondag 2 oktober 2011

Silent sky - stil onder de bomen

Silent Sky Project#44   October 2nd 2011, 2.45 - 3.15 pm,
9 participants, Cothen, The Netherlands

Wie had gedacht dat het op 2 oktober zo zomers zou zijn dat er geen wolkje aan de lucht was.. Daar lagen we, met een klein groepje, onder de oude bomen van de Bogerd middenin het dorp, naar de hemel te kijken. Een plek waar je anders omheen loopt of rijdt. Een lege plek middenin Cothen. Al eeuwenlang gemeenschappelijk bezit, 'gemeene grond'.  Waarvan het hek altijd open is, maar toch gaat niemand er picknicken, voetballen er geen kinderen. Een enkeling plukt de appels en peren die er voor het grijpen hangen. Maar de meeste mensen vragen zich verbaasd af, of dat ècht mag. Die boomgaard doet me een beetje denken aan het midden van een kloostergang; een tuin in het midden van het klooster waar je steeds langs loopt, onderweg van de enige bezigheid naar de andere. Een lege plek. 
Nu was die stille plek even van ons, de deelnemers aan het Silent Sky project#44*. Onder begeleiding van kunstenaar Rob Sweere - de bedenker van deze 'belevingskunst' - waren we in het hoge, ongemaaide gras gaan liggen. Om een half uur stil te zijn. Om ons heen het rumoer van een mooie zondagmiddag: auto’s, fietsers, kinderen.. Alleen wij waren stil. Alleen wij lagen languit in het hoge gras. Alleen wij richtten onze blik omhoog. Stilgevallen in een wereld vol beweging, een doelgerichte wereld, lagen we daar precies 30 minuten lang nutteloos van de rust te genieten. Ik lag onder een perenboom en zag de zon-beschenen blaadjes bewegen door de wind. Hoog boven ons vloog een roofvogel. Zou hij ons zien? Af en toe plofte er een peer in het gras. Er lag niemand onder..
Een klein groepje; er kwamen geen drommen mensen om met de hemel in gesprek te gaan. Ik was bijna bezweken voor de verleiding van het grote getal en hoopte in mijn ambitie alle zoekers van het dorp te bereiken. "We willen als kerk graag open en gastvrij zijn voor wie maar zoekende is naar wat er ‘meer’ is in het leven, ook buiten de kerkmuren. Vandaar deze activiteit, middenin het dorp" schreef ik in de uitnodiging.
Maar nee, besefte ik, liggend op mijn rug onder een perenboom: hier kwam geen massale beweging op gang. Hier ging een klein groepje even tegen de stroom in. Gaan liggen waar anderen doorlopen, de blik omhoog in plaats van vooruit, stilte in plaats van een woordenstroom.. Zou het verhaal over dit half uur stilte, of de foto ervan, mensen aan het denken zetten? 

Een gedicht van Guillaume van der Graft: 

Zolang er nog ergens iemand bestaat
met wie ik als mens kan spreken
vind ik ook wel een stilte
midden op straat
een stilte die niet kan breken.
Een kostbare stilte van zuiver glas
dat ik zelf
met mijn stem heb geslepen.
Als ik er niet was
en die stem er niet was
had niemand die stilte begrepen.
Maar als Hij er niet was
en Zijn stem was er niet
dan was er van stilte geen sprake.
Alleen maar van zwijgen,
zo hard als graniet
en dat kan je dood eenzaam maken.
Maar de stilte,
dat is een tweestemmig lied,
waarin God en de mens elkaar raken.

*Dit was nr. 44 in de serie Silent Sky Project# - Rob Sweere begeleidde sinds 2004 groepen op verschillende momenten over de hele wereld verspreid - deze serie vormt samen een kunstwerk, dat nog steeds groeit. Je vertrouwde omgeving anders beleven, samen kijkend naar dezelfde hemel, dat is kort gezegd het doel van het project.

Stil vallen
uit de woordenstroom stappen
en ervaren wat dat doet
met je
De blik omhoog
naar de hemel
en ervaren wat dat doet
met je
Liggen languit
op de aarde
een half uur lang
en ervaren wat dat doet
met je

Verbonden
met wie naast je ligt
nu
of eerder
later
ergens
op aarde

Verbonden met de hemel

donderdag 29 september 2011

Missie

Op dit moment vindt in de Protestantse Kerk de landelijke missionaire ronde plaats.  In september waren de kerkenraden en predikanten in de classis Zeist uitgenodigd voor een bijeenkomst over ‘kerk naar buiten’. Nynke Dijkstra schrijft er in haar weblog op www.pkn.nl/missionair over - daar kun je lezen dat ik iets mocht vertellen over de Wijkse openlucht pinksterviering als voorbeeld van missionair zijn.
De kerk moet niet binnen blijven, maar naar buiten – want daar zijn steeds meer mensen die de weg naar binnen niet vinden. Dat is in het kort de ‘missie’ die achter deze missionaire ronde zit. ‘Moeten we dan nog meer doen.. we doen al zoveel, met zo steeds minder mensen’… is dan al snel de vraag. ‘Nee, niet méér doen. Maar wel kerk-zijn met de blik naar buiten, jezelf steeds de vraag stellend wat je kunt betekenen voor de buurt, je buurman, het dorp’.
Steeds op zoek naar de vertaalslag, proberen te verwoorden wat geloven hier en nu voor jezelf betekent en wat het misschien ook voor een ander zou kunnen betekenen.. Proberen te zoeken wat de vraag is die bij een ander leeft..
In het groot denkt men daar in de kerk over na – landelijk, maar ook in onze eigen kerkenraad. Maar uiteindelijk gaat het er, zoals gezegd, niet om dat we eindeloos veel nieuwe dingen bedenken voor wie niet naar de kerk gaat. Het gaat er om dat we niet bang zijn, ieder van ons die zich geraakt voelt (soms meer, soms minder) door God en zijn gemeente, om aan de praat te raken over wat ons raakt en wat de ander raakt.
De kerk moet missionair zijn, de gemeente moet naar buiten maar vooral: we hebben allemaal een missie, om God niet weg te moffelen maar Zijn liefde in ons leven te laten zien. Om te vertellen over Jezus die we ontmoeten in de verhalen over Hem.
En daarvoor hoef je niet te gaan evangeliseren op een zeepkist, je hoeft het een ander niet op te dringen. Je hoeft alleen maar eerlijk en vanuit je hart te vertellen en te luisteren. Nou ja, alleen maar.. het is niet eenvoudig om te verwoorden wat je gelooft, wat je beweegt. Misschien is dat wel één van de belangrijkste functies van de gemeente: dat we het gesprek oefenen, samen zoeken naar woorden, of juist leren stil zijn als het er echt op aan komt. Een plek waar dat gebeurt, te midden van haastig leven en vluchtige woordenstromen, is héél waardevol.

zondag 25 september 2011

inkeer

Tot inkeer komen heeft een actieve klank; het raakt aan je bekeren, een andere weg inslaan, op je schreden terug en opnieuw beginnen..maar dan geheel anders. Een ommezwaai, zoiets..
Inkeer klinkt tegelijk als het tegenovergestelde van beweging: het gaat over je naar binnen keren, je richten op wat er in je omgaat. Niet rennen en vliegen, achter het eerste aan wat langs komt, maar stil zijn, stil zitten, stilstaan bij je innerlijk.
Ik heb een weekend lang geoefend met meditatie. Met inkeer. Blijven zitten en stil worden. Eigenlijk gaat het bij meditatie over aandacht, en één ding tegelijk doen. Voorwaar een uitdaging voor een multi-taskend modern mens, bij wie regelmatig de melk overkookt omdat ik niet het geduld heb om erbij te blijven staan. Altijd nog wel even snel iets te doen.. liefst twee dingen tegelijk. Sms-en op de fiets, bellen terwijl je de planten watergeeft, was opvouwen voor de tv.. Herkenbaar?
Bij meditatie probeer je dus één ding te doen, met aandacht. Op een meditatiekruk zitten en bewust ademhalen. Met heel je aandacht kijken naar een boom en zo allerlei details opmerken. Je concentreren op muziek of een afbeelding. Of gewoon stofzuigen, tandenpoetsen, een rozijn eten ;-) Als je je aandacht echt richt op iets, heb je geen ruimte over om te denken aan andere dingen. Je bent dan helemaal in het hier en nu. Je gaat er in op, en kunt de tijd vergeten. Alsof tijd even overgaat in eeuwigheid. Terwijl ik al doende vaak lijstjes aan het maken ben van wat ik nog moet doen, of me afvraag of wat ik gedaan heb niet beter had gekund. Niks hier en nu, ik ben in gedachten overal en nergens.
Ruimte maken en aandacht hebben voor het hier en nu, daar gaat het om. Maar waarom zou je dat doen? Behalve dat het goed is tegen stress.. denk ik dat het de kans vergroot hier en nu iets te 'zien' wat je eerder niet zag. Omdat je er te snel langs holde, of ondertussen aan het sms-en was.
Niet dat meditatie per se iets oplevert. Je kunt het zien als een ontmoeting die zich niet laat dwingen.
Meditatie is een manier van oefenen om open te staan, voor het geval dat.. Het zitten op je krukje, kussen of matje is een oefening in er klaar voor zijn, voor de ontmoeting. NIet per se daar, ter plekke, maar in het dagelijks leven. In alles wat je doet of meemaakt draait het er om aandachtig en open te zijn.
Tot inkeer komen dus, met als doel om mijn dagelijks leven een beetje anders in te richten. Met meer aandacht leven.

vrijdag 16 september 2011

ziel

Ziel - gedachten na de studiedag van Op Goed Gerucht
-
Gedachten voor wie niet bang is voor wat abstractie ;-) -

Wat is de ziel? Daar hoorde ik vanmorgen twee filosofes (ja vrouwelijk) over vertellen. Wat de ziel is is in ieder geval niet empirisch vast te stellen – je kunt de ziel nergens aanwijzen, het bestaan ervan niet bewijzen. Het is een vermoeden, dat er diepte zit in de mens.
Wat is de ziel? Joke Hermsen (Windstilte van de ziel) pleit ervoor om bij het nadenken over de ziel niet te denken in termen van onsterfelijkheid. Het gaat om het hier en nu, om het veld van mogelijkheden van de mens. De ziel is de elk moment groeiende verzameling herinneringen die we in ons leven verzamelen. We hebben er maar voor een klein deel toegang toe, veel is verborgen, maar het is een bron van creativiteit, een bron van groei van de wordende mens. De ziel is open, grenzeloos en maakt het de mens mogelijk zich met een ander te verbinden.
Hermsen verzet zich tegen het verbinden van de ziel met God. Ze lijkt de ziel te willen behouden voor de mens die niet meer kan geloven in een God die transcendent is. Zoals Koert van der Velden in ‘Flirten met God’ religie wil behouden voor mensen van deze tijd die met al hun gezond verstand het bestaan van God niet voor waar kunnen houden.
De ziel is open, beweeglijk, maar tegelijk lijkt één vorm van openheid taboe voor Hermsen – ervaring van iets wat boven de mens uitgaat wordt uitgesloten.
De moeite om te geloven in een God zit ook diep in mijn vezels. Voel er ook veel voor om van daaruit consequent door te denken om te concluderen dat de mens alleen is in het heelal, een tijdelijke bewoner die de opdracht heeft zijn innerlijke ruimte te vergroten.  Om op te gaan in het moment – dan valt tijd weg en ervaar je eeuwigheid.
De ziel is van eeuwigheidswaarde.. daarvoor is geen hiernamaals nodig. Maar kan de ziel ook zonder God?
Augustinus vertelt ons hoe de mens zich verliezen kan in de dingen die zonder God niet zouden bestaan.* Dat is wat wij doen, wat wij wensen te doen: opgaan in het moment. Ons verstand verliezen, eventjes.. Augustinus zegt dat we daarbij het zicht op God dreigen te verliezen. Dat is ook zo gemakkelijk, zeg ik dan. En consequent.
Toch is er méér. Er is het verlangen, en  - soms even - de ervaring niet alleen te zijn in een oneindig heelal.. een kwetsbare ervaring, niet te bewijzen, niet te grijpen.
Is dat wat te vinden is op de bodem op de ziel? Een verlangen? Een dorst die zich niet lessen laat.. ? Is de mens met alleen met alle sporen die het leven in haar achterlaat, of leeft de ziel van het verlangen naar de ander? Wordt de ziel pas echt wakker als zij wakker gekust wordt (ook een beeld van Augustinus) , geraakt door wat of wie boven haar uitgaat?  



* met dank aan Renée van Riessen, christelijk filosofe

dinsdag 6 september 2011

tweede leven

Het lijkt wel, alsof ik er een tweede leven op na houd. Nee, het is geen bekentenis dat ik verslaafd ben geraakt aan Second Life (of is dat inmiddels helemaal 'uit'?). Maar het heeft wel alles met internet te maken. Twee levens dus.. In mijn ene leven loop ik achterom bij een gemeentelid en drink een kopje koffie (de voordeur zit in dit dorp vaak op drie sloten, en je wordt dus niet geacht die te gebruiken). Vraag ik in de locale SPAR boven het winkelkarretje hoe het gaat. Raak ik in gesprek met een mede-moeder bij het hek van het schoolplein over lief en leed. Of met een vader langs de lijn van het voetbalveld. In mijn tweede leven besta ik op internet in een netwerk waarvan de lijntjes door heel Nederland lopen. Spreek ik collega's uit de uithoeken van het land (want daar belanden dominee's nogal eens) over de dagelijkse dominees-beslommeringen via LinkedIn. Of wissel ik grapjes uit via Twitter met mensen die ik voorheen niet kende. Volg ik nieuws, meningen, weetjes.
Het is een prettige afwisseling. Beide levens zijn op hun eigen manier reëel. Het worldwideweb verbindt me met velen die met vragen bezig zijn die mij ook raken. Mijn dorp is maar een klein stukje van de wijde wereld, een hoekje waar het betrekkelijk veilig en gemoedelijk is. Reëel is het lief en leed in SPAR, op schoolplein en voetbalveld. Reëel is wat er omgaat in mijn tweede leven.

woensdag 24 augustus 2011

goeroe?

laatst vroeg een vriend die je een 'nieuwe spiritueel' zou kunnen noemen, wie mijn goeroe is.. of ik iemand heb op wie ik leunen kan, die me de weg wijst. Ik viel even stil. Maar hoewel ik geen typische 'ik heb een relatie met Jezus'christen ben kwam ik wel met Jezus op de proppen. Als er iemand is die wijzer is dan ik, zich niet vangen laat of voor mijn karretje spannen.. als er iemand is die om mensen geeft, zuiver is.. dan is hij het wel. Ik kan me geen betere goeroe bedenken. Al heel veel jaren is er één beeld van Jezus dat me keer op keer inspireert: een icoon die de vriendschapsicoon wordt genoemd. Het is vooral de hand op de schouder van de ander die me raakt. Hij gaat naast me.
Maar het is natuurlijk ook wel fijn om iemand te hebben die terug praat; iemand die met mij in gesprek gaat over mijn gebrekkige geloof. Ook, of juist, voor een dominee die anderen mag helpen om de weg te vinden naar God. Ik ben deze dagen op zoek naar een 'geestelijk begeleider'. Geen goeroe.. dat riekt teveel naar afhankelijkheid. Wel iemand die me helpt om aandacht te besteden aan mijn ziel. Het is zoveel gemakkelijker om me te verliezen in de veelheid van communiceren, organiseren, dan om me te concentreren op het Ene. Dominee zoekt God.. daar zit wel een blog in. Verslag van een zoektocht.. met een hand op mijn schouder, hoop ik.

gedichtjes

Op de berg
ervaring van licht
uitzicht
boven alles uit getild
het is goed
waarom kan het niet zo blijven
altijd licht
overzicht


Bron -
dat waar
je naar verlangt,
helder en fris
water
op je lijf,
van binnen.
Lest de dorst
naar nieuwe kracht;
spoelt weg
wat dichtgeslibd,
vervuild
in de weg zit -
het stroomt
in jou -
de Bron       


licht
zoek ik
dansen doe ik
liggen als een steen

warm
                

vrijdag 19 augustus 2011

bespannen met andere snaren


In de kerk hebben we oog voor verdriet. Soms, als ik op zondag als hoorder in de kerkbank zit, dan overvalt me wel eens lichte weerstand bij het gebed om ontferming. Waarom zoveel nadruk op de verdrietige kant van het leven, op ellende en onrecht? Maken we het niet te zwaar en vergeten we daarmee niet de zonnige, vrolijke, ondeugende dingen van het leven? Geluk en verdriet brengen we béide mee als we de kerk binnenkomen.
Maar de kerk – en dan bedoel ik niet alleen binnen de muren, maar overal waar mensen zich met God en met elkaar verbonden voelen, in het voetspoor van Jezus – maakt extra ruimte voor de pijn van mensen. En dat is goed, want wie pijnlijk geraakt is door verdriet dreigt zo snel weer dóór te moeten. Terwijl rouw een lang en niet te overzien proces is. Soms denk je dat je ‘er bent’ en dan opeens, overvalt het je weer alsof het nog maar net gebeurd is. Tijd is maar heel betrekkelijk: wat voor een ander alweer lang geleden is, dat is voor iemand die een heel dierbare mist aan de orde van de dag. Soms onverwacht, opeens.
We hebben zo snel een oordeel.. we vinden dat iemand wel weer erg snel aan het werk is, of helemaal niet verdrietig lijkt, omdat zij of hij leuke dingen doet.. Of we vinden dat iemand in het verdriet blijft hangen, terwijl het leven toch doorgaat.. Maar er is niet één route om verdriet te verwerken. Rouw is als een bochtige weg die niet rechtdoor gaat, maar op en neer. En er is verdriet dat je nooit ‘verwerken’ kunt. De pijn blijft altijd deel van je. Het gemis hoort bij je.
Voor een ander is dat moeilijk te verdragen; je wilt degene met verdriet liever ‘helpen’ dan machteloos toezien. Toch zit er niets anders op dan machteloos zijn, maar wel blijven. Niet weglopen voor wat niet opgelost kan worden, niet goed gemaakt, niet gerelativeerd. Blijven bij wie verdriet heeft.
Maar er zijn soorten van verdriet,
die iets veranderen aan het lied,
Men wordt bespannen met andere snaren
en wie het niet ervoer, die weet het niet. (Vasalis)
Kunnen we dan niets voor elkaar betekenen, elkaar niet troosten? ‘Je moet het eerst zelf meegemaakt hebben’ hoor je mensen vaak zeggen. Moet je het eerst hetzelfde meegemaakt hebben om een ander te kunnen aanvoelen? Ik denk dat ‘Je moet het eerst zelf meegemaakt hebben’  een manier is om te zeggen: wie verdriet gevoeld heeft weet, dat je een ander alleen kunt helpen door niet te willen helpen. Elk verdriet is uniek en onvergelijkbaar. Wie dat wil horen, wie het uit kan houden met de diepte van het verdriet van een ander, dat zich niet oplossen of vergelijken laat, die kan iets betekenen. Die is er voor een ander.

maandag 15 augustus 2011

tranen

Bij het herdenken van Mark van Dam, op openbare basisschool de Toermalijn


Ik huil een potje
ik huil een potje
ik huil een potje bij elkaar
Het komt zo uit mijn ogen
je mag ze nu weer drogen
want ik ben met huilen klaar.

Ik heb een traan voor de dag
en een traan voor de nacht
een traan voor als ik verdrietig ben
en één waardoorheen je lacht,
een traan voor m’n au
en voor ‘waar blijf je nou’
een traan voor ‘ik wil dat niet’
en ook een traan die niemand ziet.  Connie Vollenhoven



Kennen jullie het verhaal van de regenboog.. dat er aan het eind iets staat..
als je de boog volgt wat vind je dan misschien..?
Ja, ze zeggen: een pot met goud.
Maar ik denk dat er nog een potje staat – een klein potje, een tranenpotje, met tranen die eerder van zilver lijken.
Een potje waar de tranen die je huilt als je verdrietig bent, of boos, of in de war, in vallen. Ze worden zo door de regenboog meegenomen en opgevangen en bewaard.
Want die regenboog, dat zijn eigenlijk allemaal druppeltjes water, druppeltjes water waar de zon door schijnt. Een boog van tranen.. regen-tranen en zonnestralen tegelijk. Want als het regent en tegelijk de zon schijnt, dan verschijnen die mooie kleuren aan de hemel.
Elke traan omdat je iemand mist die heel bijzonder was, die traan is ook heel bijzonder – als de zon erop schijnt zie je alle kleuren van de regenboog.
Elke traan is kostbaar.. en in elke traan zit ook een stukje zon.. daarom is er dat tranenpotje aan het einde van de regenboog.

Wij sturen straks ballonnen naar de hemel, in de kleuren van de regenboog..
en denken aan Mark die niet meer bij ons is.
Misschien is hij daar wel, dichtbij de zon, en de sterren
en waait de wind onze ballonnen en onze gedachten naar hem toe..
We hopen zo dat hij daar niet alleen is;
dat hij mag spelen in het licht, bouwen en skelteren,
dat hij rusten mag, gewiegd door de wolken.
Mark is gegaan, en wij hopen dat hij gekomen is op een plek waar het mooi is.

‘Je moet wel gaan om er te komen’.. hij zei het zelf.

zondag 14 augustus 2011

dinsdag 9 augustus 2011

dominee in de aanbieding

Ik zit niet echt om werk verlegen. Als je voor een halve baan beloning ontvangt is het best een uitdaging om de vrijwillige uren binnen de perken te houden. Maar soms betrap ik me er op, dat ik zo graag méér zou willen doen. Het is net alsof ik handen vol moois te geven heb - niet van mezelf, maar van die Ander die groter is dan ik - maar ik blijf er mee staan. Wie aan de rand van de kerk staat en groot verlies overkomt vraagt niet naar de kerk en de dominee. De dominee van dorp mag dan jong en vlot zijn, toch is zij tegelijk een overblijfsel uit het verleden, een zwerfsteen in de moderne tijd. Wie nog maar een klein beetje geloof of bijna niets meer over heeft, die is gewend het zelf uit te zoeken. Ook bij het afscheid nemen van een dierbare.
Daar sta ik dan.. een dominee in deze tijd, die zichzelf wel in de aanbieding wil doen: gratis mee te nemen, een beetje troost, wat verbinding, een zinnig woord, een zegen van de Eeuwige.. Maar het lijkt wel over de datum, het produkt dat ik te bieden heb.
Wil ik te graag? Zoek ik bevestiging dat het relevant is wat ik doe? Niets menselijks is deze dominee vreemd, twijfelen aan zichzelf al helemaal niet. Misschien moet ik daar toch eens mee ophouden..
Toch kan ik het niet laten, om te leuren met wat ik te bieden heb. Geen voet tussen de deur, maar wel een aanbod dat de moeite waard is: een schat aan woorden, beelden, verhalen die een moderne doe het zelver helpen kunnen. Afslaan mag altijd..

kerk op vakantie


Jij bent misschien zo'n vakantie ganger die in het buitenland aan elke kerkdeur voelt om te zien of je naar binnen kunt. Om dan een kaarsje op te steken en even van de stilte te genieten, even zitten in een bank. Of je bent een echte kerkganger die ook op de vakantiebestemming de zondagse kerkgang niet overslaat, en aanschuift in een plaatselijke kerkbank.
Ik ben meer van het eerste type. Maar deze vakantie heb ik een uitzondering gemaakt: een week lang schoof ik twee keer op een dag aan. Niet in een kerkbank, maar gezeten op de grond in een tent vierde ik met zo'n honderd anderen (rondkruipende babies meegerekend) het ochtend- en avondgebed. Op een Terschellings kampeerterrein, aan de rand van de duinen, waar de heide feestelijk bloeide en het strand lokte (want het regende bijna niet deze week!). Keiland: het was een beetje Taizé aan de Waddenzee.. maar dan iets lichtvoetiger. Er werd gedanst, en gelachen, er werden verhalen verteld en lichtjes aangestoken. En de babies kropen er vrolijk tussendoor.
Even geen vakantie van de kerk, zoals anders, maar kerk op vakantie.. kerk zijn zoals je het alleen beleven kunt in een tent, tussen het samen tandenpoetsen en eten door, op zanderige voeten en met muggenbulten. De uitdrukking 'vakantie vieren' heeft voor mij weer een extra dimensie gekregen.

woensdag 15 juni 2011

op de Markt

Een kerk heeft muren.. of toch niet? Afgelopen zondag, eerste pinkstermiddag was er even een kerk zonder muren te beleven, op de Markt in Wijk bij Duurstede. Zittend op het terras van de Engel bestelde je een broodje en kreeg je er zomaar een kerkdienst bij. Gratis en voor niks waaiden gebeden, gezongen en gesproken vanaf het podium onder de toren naar het terras.. nu is de kerkdienst altijd al gratis en voor niks, maar toch. Misschien zat niet iedereen die nietsvermoedend op de Markt was neergestreken op een mooie pinksterdag erop te wachten ineens deel uit te gaan maken van een kerk zonder muren.. Maar uit de reacties maak ik op dat het voor sommigen wel degelijk een aangename verrassing was.  
Zelf stond ik op dat podium te zingen, te luisteren en te spreken en voelde de Geest waaien over de Markt... die had daar alle ruimte. Wat was het mooi om mensen uit alle kerken bij elkaar in de zon te zien zitten. En om achter de stoelen voorbijgangers te zien aankomen en -al was het maar even- stilstaan.. Wat anders verborgen zit achter kerkmuren, en dan ook nog eens de muren van minstens 6 verschillende gebouwen was nu open en bloot te zien.. in zon en wind.
Even was de hele Markt een kerk.. de kerk een markt.. hoe mooi is dat..

donderdag 2 juni 2011

hemel

ik krijg steeds meer moeite met het begrip 'hemel'. Geloof ik er eigenlijk nog wel in? En zo nee, kan dat wel, voor een dominee? Is het mijn verstand dat me parten speelt, en moet ik me minder laten leiden door de ratio die roept dat het onmogelijk is, een voortbestaan na de dood ergens boven de wolken.. Nee, het is meer dan rationeel reductionisme.. geloof ik. Geloof ik? Het lukt me niet goed meer, om buiten de grenzen van dit aardse bestaan te denken. Ook niet in mystieke zin.. mijn beleving van het wonder, van de mystiek van het bestaan beweegt zich ook binnen-wereldlijk. Eeuwigheid is te vinden in het volledig beleven van het moment.. eeuwigheidswaarde heeft de liefde met haar overgave.. de schepping geeft me een gevoel van een geheel waar ik deel van mag uitmaken. Maar hoe moet het dan met al diegenen van wie het leven te vroeg wordt afgebroken? Degenen die geen recht gedaan is in hun leven? Ik kan sowieso erg opstandig worden van de dood. Ik wil niemand aan de dood afstaan die nog niet klaar is met leven. Geeft het dan troost, als er een hemel is waar het alsnog 'af' komt, dat afgebroken leven? Ik vind het maar mager.. Hier en nu moet het gebeuren.. hier en nu wens ik dat ieder mens geluk ontvangt.. Of doe ik nu God tekort?

woensdag 27 april 2011

eeuwigheid

eeuwigheid
is opgaan in een ogenblik
is overgave aan een ander
is licht lucht liefde

omarmen


en de dood?


een onhandelbare zwerfsteen
waar je je aan stoot
pijnlijk



eeuwigheid
is nu
is even
omarmen


eeuwigheid ruikt naar seringen

pasen

Bloesem bloeit
stralend
leven
dat uitbarst

Lang wachten beloond
verdriet verzacht
hoop gewekt
vertrouwen gegeven

bloesem
kust de lucht           

zondag 24 april 2011

Hooglied in de graftuin

Een vrouw is op zoek naar een man.. ze dwaalt door een tuin, verblind door tranen. 'wachters, weten jullie waar mijn lief heen is..' lezen we in het Hooglied. Een liedje van verlangen van een vrouw die niet meer weet waar ze het zoeken moet. Ze gaat in het half duister haar huis uit, de straat op.. Waar is hij toch, haar lief..waarom heeft hij haar verlaten, alleen gelaten.
Maar hier zijn de wachters engelen, in een leeg graf. Het is vroeg in de morgen in de tuin om het graf. Ook hier gaat het om liefde, en het verliezen ervan. Het gaat over gescheiden zijn van een ander op een manier die onverdraaglijk is, pijnlijk. Alsof er een stuk van jezelf afgescheurd wordt.
Maria zoekt Jezus, die gekruisigd is. Gestorven aan zijn overgave, aan liefde zonder reserve, gestorven omdat hij zichzelf niet in veiligheid wilde brengen.
Ze dwaalt rond in de tuin en vindt de tuinman, iemand die opgaat in het groen, onopvallend. Tot hij haar naam noemt... dan is hij het ineens, haar lief. Niet het dode lichaam dat ze zocht; hij leeft en raakt haar met zijn stem aan.
Het is een liefdesverhaal, daar in de graftuin. Liefde sterker dan de dood.
En toch ook weer niet. 'Houd mij niet vast' zegt Jezus tegen Maria. Ze zullen niet samen in het hoge gras liggen. Hij zal niet één vrouw omarmen maar talloze mensen zijn liefde geven. Liefde sterker dan de dood.

donderdag 31 maart 2011

schaap op zijn rug...

Bij mij in de achtertuin lopen schapen. En op dit moment dartelen er ook lammetjes, alsof ze het woord 'dartelen' hebben uitgevonden. Eigenlijk lopen ze in de wei van de buren, en kleden ze mijn uitzicht vrolijk aan. Ik mag van ze meegenieten en dat doe ik dan ook. Van de week lag er ineens een schaap te spartelen (dat is heel iets anders dan dartelen) op zijn zij. Nu weet ik dat een schaap op zijn rug zelf niet meer overeind kan, dus ik keek gespannen toe. Moest ik in actie komen? Naar de buurvrouw toe rennen, of zelf over het hek klimmen?
Een schaap op zijn rug moet gered worden. Maar dit schaap krabbelde zelf weer op. En zo is het met de meeste schapen - ze kunnen best zelf weer overeind komen, op hun eigen benen.. of poten. Ook de schaapjes in mijn gemeente hoeven over het algemeen niet door mij gered te worden. Een goede pastor helpt een schaapje om de eigen kracht terug te vinden. Een ander per se overeind willen trekken doe je meestal niet puur in het belang van een ander. Daar wordt je vooral zelf gelukkiger van. Een beetje pastor (ik ook) kent die verleiding, om de redder te gaan spelen en zo je nut te bewijzen.
Volgens mij is dat ook wat er gebeurde toen die ene Nederlander in Libië wat verloren ronddwaalde. Er waren ineens allemaal mensen die 'schaap op zijn rug!!' alarmbellen hoorden rinkelen en de verleiding om de redder te spelen niet konden weerstaan. Er werd een helicopter gestuurd. Ook al had dit schaapje misschien best zelf de weg naar huis kunnen vinden..
Hoe zal het aflopen met een internationale gemeenschap die in Libië op grote schaal de reddende rol wil spelen? Is het wijs en dapper om in te grijpen? Zijn we niet binnen de kortste keren partij geworden in de strijd? Hoe zuiver is de wens om burgers te willen redden?
Ik heb gemakkelijk praten, want dat schaap in mijn achtertuin stond zelf weer op. De achtertuin van Europa ziet er heel wat onoverzichtelijker uit.