maandag 10 december 2012

Netwerken.. en de wortels dan?


Een netwerksamenleving als de onze kun je bekijken aan de hand van 2 sleutelbegrippen: connectedness en rootedness. *  We zijn in verbinding (connected), constant, overal; deel van een niet aflatende stroom (flow) van informatie. En we zijn geworteld (rooted) in een bepaalde context, een lokale situatie. 
De balans daartussen, of het gebrek daaraan, is bepalend voor wie we zijn. Zo leeft een twintiger met smartphone in de hand, maar koopt zij het liefst lokale producten. Een veertiger met gezin wil graag op het platteland wonen in een overzichtelijke samenleving, maar er moet wel snel internet zijn en de snelweg moet goed bereikbaar zijn.
De Protestantse kerk Nederland is van oudsher lokaal georganiseerd. Je hoort bij de kerk om de hoek. De kerk is een instituut met de nodige organisatielagen en vergadercircuits. Bovendien put ze uit een rijke traditie, en is veel daarvan op een vast moment – op zondagmorgen in het kerkgebouw - te horen. Daarmee is de kerk stevig geworteld: in de lokale context en in de traditie van de eeuwen. Maar van connectedness – verbondenheid en beweging en de vrijheid om daar je eigen keuzes in te maken – is minder sprake.
Daar heeft de Protestantse Kerk Nederland de pioniersplekken op gevonden. Kerk waar nog geen kerk is, mikkend op een bepaalde doelgroep, met nieuwe vormen.
Een van die pioniersplekken zal Mijnkerk.nl worden, kerk op het internet.
Kerk op het internet is hèt voorbeeld van meegaan in de flow van de netwerksamenleving, waar mensen kunnen aanhaken en uitloggen en daarin zelf hun keuzes maken.
Er is één probleem dat steeds opduikt in discussies over deze ‘digi-kerk’: hoe zit het met de rootedness? Hoe is deze kerk geworteld? Is dat in de orthodoxie: een kruis op de website, en duidelijk spreken over Jezus Christus? Heeft de digikerk zijn wortels in één of meer lokale kerken waar in real life ontmoeting plaatsvindt, gedoopt wordt en de maaltijd gevierd?  Of zijn de wortels van de digikerk misschien de daden van de betrokkenen, en de tegenbeweging die zij op gang brengen in het spoor van Jezus? Kijk naar de Vluchtkerk waar christenen, krakers, allochtone buurtbewoners en BN-ers de handen uit de mouwen steken of hun steun betuigen.
Kortom, hoe en waarin is de ruimte en vrijheid van een netwerkkerk geankerd, zodat ze niet vluchtig, voorbijgaand en vaag wordt?




* in een academische update in het kader van het de Permanente Educatie voor predikanten nam Marcel Barnard ons mee in een analyse van die samenleving en de plek die liturgie (= kerkelijk ritueel) daarin heeft.

zaterdag 8 december 2012

de kerk verbouwen

Vrijdagmiddag stond ik even in de Vluchtkerk. De kerk is niet te missen; de enorme betonnen bak is vanuit de verte te herkennen. In de jaren 50 werd de kerk als Jozefkerk gebouwd voor grote scharen gelovigen, in 1990 was hij overbodig geworden. Even was het een klimhal. Je kunt nog zien waar de klimmers hun weg zochten richting hemel, aan weerskanten van de apsis waar het altaar nog staat. De kerk heeft de vorm van een basilca zoals de klassieke kerken van het vroege christendom. 
Maar nu is de grote, betonnen bak omgedoopt tot Vluchtkerk. Uitgeprocedeerde asielzoekers die er eigenlijk niet meer mogen zijn maar er toch nog zijn, omdat ze niet uitzetbaar zijn (het land dat beschouwd wordt als hun thuisland wil hen niet verwelkomen) moesten weg uit hun tentenkamp en vonden hier onderdak. Een dak, maar dan wel een heel hoog dak dat de ruimte onherbergzaam maakt. Een kerk die te hoog is om te verwarmen, te kil voor een thuis. En daarom worden de zijbeuken dit weekend afgetimmerd om de kerk leefbaar te maken.
Tegelijk wordt er van alle kanten warmte binnen gebracht. Buurtbewoners, studenten, bekende nederlanders en mensen vanuit de kerken lopen de hele dag in en uit met eten, dekens. En dat is - zacht gezegd - niet de gemiddelde populatie van de doorsnee kerk. 

Een kerk die te groot is om in te wonen, te kil om mensen in op te vangen, maar die door een bijzondere coalitie van betrokken mensen (veelal gemobiliseerd via social media) wordt verbouwd tot een plek voor een groep mensen die er eigenlijk niet mag zijn. 
Hier wordt helder wat nodig is: kerk die te groot en te kil is verbouwen tot menselijke maat. Een te groot geworden kerk vertimmeren tot een plek waar je wonen kunt, en waar wie onderdak nodig heeft een warm onderkomen vindt. De kerk zo verbouwen brengt mensen bij elkaar! 
Ook helpen? www.devluchtkerk.nl; voor info over wat er nodig is.


vrijdag 7 december 2012

moreel kompas

Toen we van de week aan tafel praatten over de lijnrechter die doodging na mishandeling door voetballende jongens zei mijn dochter van bijna 10: "ik dacht altijd bij het verhaal van Abel (en Kaïn) 'dat kan toch niet, dat de een de ander doodslaat!', maar nu snap ik dat het wel kan." 
Je kunt een ander dood schoppen.
Medeleerlingen van de vermoedelijke daders namen het voor de camera van de Jakhalzen (De Wereld Draait Door) op het schoolplein voor hen op. Als ze geweten hadden dat de man er dood aan zou gaan, dan hadden ze het heus niet gedaan... 
In Pauw en Witteman zei iemand met een afwerende blik en uitroeptekens in zijn stem: dit is geen Marokkaans probleem! Dat klopt, maar het is wel ons, dus ook uw en mijn probleem.
Als je iemand schopt of slaat, dan kun je een ander pijn doen. Veel pijn.
'Ben ik mijn broeders hoeder' vraagt Kaïn terwijl hij doet alsof zijn neus bloedt als God hem vraagt waar zijn broer Abel is. Misschien beseft hij óók niet dat het echt zo is, dat hij de dood van een ander veroorzaken kan met zijn drift. Dat hij het al gedaan heeft.  
Het antwoord is: ja, ik ben mijn broeders hoeder. Ik moet leren beseffen hoe wat ik doe een ander raakt. En dan tot 10 tellen vóórdat ik het weer doe. Dat is het vormen van een moreel kompas - een woord dat ik ook bij Pauw en Witteman hoorde vallen - en daar heeft onze samenleving behoefte aan. Al heel lang trouwens.. de verhalen over Kaïn en Abel zijn al vele, vele eeuwen oud. 

maandag 26 november 2012

Liturgie aan de borrel?


ZINborrel
Vrijdagmiddag, een groep van dertig mensen heeft zich verzameld in de oude pastorie, die verscholen ligt achter het oude protestantse kerkje van Cothen. Met een glas in de hand vormen ze een kring.
Ze zijn uitgenodigd voor een borrel (ZINborrel genoemd) die wordt georganiseerd ter gelegenheid van een nieuw netwerk, met een website die de naam www.ZINinWijkbijDuurstede.nl draagt. Het is een netwerk voor online en offline ontmoeting en inspiratie. Online wordt er inspiratie aangeboden; wie wil kan dit wekelijks ontvangen. Offline zijn er gesprekken rond thema’s die geloof en dagelijks leven verbinden, en avonden waar stilte en meditatie centraal staat. De online en offline activiteiten lopen al enige tijd, maar zijn nu verzameld onder een eigen naam.
Er is een divers gezelschap: leden van 2 verschillende protestantse gemeentes en mensen van buiten de kerk, die op een of andere manier betrokken zijn geraakt. Een groot deel kent elkaar niet.
Een kaars, een lied....

Ze vormen een kring, met een glas in de hand, als ik het woord neem voor een gezamenlijk moment.  Na een kort welkom steek ik een kaars aan, en verwijs naar het licht van Christus. Wat dat betekent verbind ik met een liedje, met een tekst van bisschop Tutu, muziek uit Iona (een Schotse gemeenschap) – ik zet het in, en wie het kent zingt mee: ‘Goedheid is sterker dan slechtheid… licht sterker dan duister.. hoopvol zijn wij, sinds Hij ons liefhad’. Ik spreek enkele woorden over ‘Zin’: wat zegt Prediker over de zin van het leven, en hoe spreekt Jakobus erover.
De (hippe, niet kerkelijke) ontwerper van het logo van ZIN vertelt hoe hij de gedachte achter ZIN vertaald heeft in beeld. Een betrokkene van het eerste uur leest een gedicht voor van Toon Tellegen, dat begint met de zin ‘een man vond de zin van het bestaan..’. Een andere betrokkene vertelt wat het netwerk voor haar betekent.
Dan is het tijd om de taart waarop het logo staat aan te snijden.
Vervolgens zet de ontmoeting met een glas in de hand zich voort, terwijl de taart rondgaat en we die delen.
Liturgie...?
Deze ZINborrel bevat, terugkijkend, meer liturgie dan ik me gerealiseerd had. Er zijn symbolen en woorden die ondubbelzinnig naar God verwijzen (licht van Christus, verwijzingen naar de Bijbel). Implicieter is de verwijzing in het lezen van een gedicht, het delen van de taart en het drinken van wijn in een kring. De borrel is een ‘evenement’: een in principe eenmalig gebeuren waar mensen speciaal voor zijn uitgenodigd. De vraag dringt zich op, of deze ontmoeting met een dergelijke ‘liturgie’ herhaalbaar is.
Herhaalbaar?
Hier verzamelde zich een groep mensen die deels met elkaar verbonden was, deels niet of heel losjes. Het netwerk waarvan ze het ontstaan kwamen vieren wil verbinding scheppen op de grens van instituten en groepen. Ontmoetingen rond de tafel en online verbinding (via de website, mail en facebook & twitter) houden zich niet aan de grenzen van bestaande groepen, aan het onderscheid wel/niet kerkelijk, of behorend tot die of die kerk. Ontmoeting vindt online plaats als het mensen uitkomt en offline op een avond door de week. Een vast traditioneel-kerkelijk moment in de week maakt er niet per se onderdeel van uit. Wel komen steeds weer bijbelverhalen op tafel, daarnaast worden uitdrukkelijk andere bronnen van gesprek aangeboord. Bij de wekelijkse online inspiratie wordt gebruik gemaakt van gedichten, van filmpjes en muziek. In de gesprekken komt de krant op tafel, worden tv programma’s teruggekeken, filosofie geraadpleegd. Er zijn avonden waar er geoefend wordt met vormen van meditatie.
Is er in dit netwerk van ontmoeting en online inspiratie behoefte aan vieren, en dan in de vorm van een borrel met ZINnig liturgisch moment? Liturgie met een glas wijn in de hand, rondom het licht van Christus – is dat aantrekkelijk voor wie niets of juist veel met de kerk heeft? 

donderdag 11 oktober 2012

mens in meervoud... een preek over de liefde

In het begin was er één mens.. maar God zag dat dat niet goed was. Dus schiep God een ander mens en zo werden ze twee. Twee mensen, mannelijk en vrouwelijk.. anders  en ook weer zo gelijk dat ze elkaar herkennen en vertrouwen, elkaar een naam kunnen geven.

Het gaat hier niet alleen over man en vrouw.. het gaat hier over allerlei relaties, waarin twee mensen die niet hetzelfde zijn elkaar toch herkennen en vertrouwen. De liefde tussen twee vrouwen, of mannen, de vriendschap op zoveel manieren..Het gaat, nog breder, hier over verbondenheid, over samen-leven als basis van het leven. Mens-in-meervoud zijn. Niet als ijzeren wet.. er zijn ook mensen die geschapen lijken om alleen door het leven te gaan.. zonder partner. Er zijn er die dat kunnen, zonder zich eenzaam te voelen. Maar bij velen van ons werkt dat niet zo. 
God zag dat het niet goed was dat de mens alleen was… zo voelt het bij velen van ons, die alleen zijn gebleven, of alleen zijn komen te staan. Had ik maar iemand om van te houden.. zong Ciske de Rat ooit.. twee zachte armen om me heen… en zo zijn er nog talloze, eindeloos veel liedjes die dat verlangen bezingen.

adam en eva - raam van Chagall
Niet elke relatie loopt goed, en sommigen lopen niet goed af. In onze tijd zijn dat er vele, maar het is van alle tijden. Jezus kreeg er in zijn tijd al vragen over. Mag je wel scheiden? Hij wordt er door de Farizeeën naar gevraagd, omdat ze wel weten dat hij er radicale ideeën op na houdt. Ook over de liefde, over wat je voor een ander over zou moeten hebben. De Farizeeën willen hem in de val lokken en hopen dat hij iets zeggen zal wat ingaat tegen de wet van Mozes. Want dan kunnen ze hem daarmee aanklagen.
Volgens de wet van Mozes mag je scheiden. Net als in onze wet is dat geregeld. Er is in Deuteronomium sprake van een scheidbrief, die de man aan zijn vrouw mee moet geven. De man is hier de enige die het initiatief kan nemen, de vrouw is min of meer zijn bezit. Hij kan haar vrijlaten, zodat beiden overnieuw kunnen beginnen, of niet.
Dat is een heel andere situatie dan in onze samenleving waar twee echtgenoten samen naar een mediator gaan (als ze er nog samen uit kunnen komen) om de afspraken vast te leggen. Hoewel ook in Nederland veel vrouwen niet financieel op eigen benen kunnen staan, en daarmee in de praktijk afhankelijk zijn..
Opvallend is dat Jezus man en vrouw gelijk behandelt. Beide kunnen de ander verstoten.. en moeten dat ook niet doen. Want scheiden mag – het staat in de wet - maar Jezus is heel duidelijk: het is second best. De inzet is verbinding en trouw, niet scheiding. Dat heeft God niet bedoeld toen hij de mensen samen maakte.
Nu kun je de tekst ‘wat God verbonden heeft mag een mens niet scheiden’ natuurlijk heel verkeerd gebruiken. God heeft mensen verbonden aan elkaar, maar of hij nu achter elke trouwambtenaar staat om dat huwelijk te sluiten? Wij mensen gaan een huwelijk aan en zeggen ja.. en overzien vaak niet waar we aan beginnen. God geeft zijn zegen als wij daarom vragen. Maar kent ons goed genoeg om te zien dat er misschien geen zegen op rust, wat wij proberen.. soms beginnen we aan iets onmogelijks.

De inzet is: verbinding. En Jezus fulmineert ertegen, als de één de ander wegzendt… Het mag, scheiden, volgens de wet. En het kan niet anders of Jezus begrijpt dat het soms niet anders gaat. We kennen hem niet als iemand die met de opgeheven vinger zwart wit denkt, in ijzeren wetten van goed en kwaad. Wie fouten maakt wordt door hem niet weggezonden, maar uitgenodigd aan tafel, uit de hoogste boom gehaald als Zacheus, of verdedigd tov degenen die stenen willen gooien en veroordelen.
Maar voor Jezus is de liefde wat hem drijft.. en daarom kan hij niet anders dan ons oproepen om niet te snel een ander weg te zenden. Om het niet te snel op te geven met elkaar. Niet te snel te grijpen naar de wet, waarvan het toch mag, uit elkaar gaan. De liefde is belangrijker dan de letter van de wet. 

De mens is bedoeld om samen te leven. Verbonden met je vader en moeder, familie, vrienden… daarin speelt het net zo goed, de vraag of je trouw kunt zijn, volhouden. Niet te snel een ander wegsturen, je omdraaien en het opgeven.. ruimte geven, dat wel. Maar je afkeren, dat zit in dat wegzenden, dat niet.. elkaar blijven aankijken en zien dat het de ander is die je gegeven is.. om mee samen te leven.
Trouw zijn aan de ander en aan jezelf, dat is de uitdaging van elke relatie. De opgave ook. Het een kan ten koste van het ander gaan, en dan gaat het verkeerd. De trouw aan de ander kan inhouden dat je jezelf uit het oog verliest en zelfs kwijtraakt.. dan kun je jezelf niet meer geven, dan ben je er niet meer echt, en weg is de relatie, want je bent er niet meer allebei. Of de trouw aan jezelf gaat ten koste van de ander – je eigen zoektocht staat voorop en de ander raakt uit het oog, de verbinding raakt weg door te grote afstand.
Trouw zijn aan de ander en aan jezelf – elkaar in het oog houden, met de nodige ruimte tussenin om elk jezelf te zijn en te groeien – maar steeds met dat verbindingslijntje, met vallen en opstaan.

Ik spreek uit ervaring.. wetend van het onvermogen om de ander vast te houden, van scheiding, van de vragen of dat het te voorkomen was, of het anders kon.. En inmiddels alweer jaren single, weet ik ook van het verlangen om samen te zijn. Om omarmd te worden met àlles wat je bent..
Het is ook ironisch: God gaf ons de ander, de liefde, maar daarmee tegelijk ook dat onuitroeibare verlangen dat je zo kwellen kan als er geen ander is om vast te houden en mee te delen wat je hebt en meemaakt. Daar zijn we mooi klaar mee…

Er is een Griekse mythe die vertelt dat de mensen eerst aan elkaar vast zaten, twee aan twee- als ronde bolletjes met 4 armen en 4 benen. Totdat ze van elkaar gescheiden werden… en sindsdien zijn we allemaal op zoek naar de andere helft.
Zo kan het voelen, als je alleen leeft: incompleet, alsof je maar half leeft. Een leeg huis, niemand die je welterusten zegt, niemand om tegenaan te kruipen. Natuurlijk er zijn genoeg lieve mensen, maar blijkbaar is het toch die ene waar we naar verlangen. Om ons in alles mee te verbinden, samen een huis te bewonen, voor elkaar een thuis te zijn. Met vallen en opstaan, want dan kom je elkaar ook tégen, in één huis, dicht op elkaars lip.

Ik moet denken aan wat iemand me laatst vertelde. Ze zorgt voor haar dementerende man, en is blij dat ze het doen kan. Ze doet het met liefde. Ze horen bij elkaar, maar haar partner is hij steeds minder. En als haar kinderen dan vragen of ze niet iets voor haar kunnen doen dan zegt ze: Ik hoef geen hulp, als je me af en toe maar even vasthoudt.. Dat is wat ze nodig heeft – iemand die haar vasthoudt, die haar omarmt. Een mens die dichtbij komt.
Dat doet Jezus bij de kinderen. Hij wordt boos als ze weggezonden worden – ook hier geen wegzenden, geen scheiding maar verbinding. Ze mogen dichtbij komen, en hij omarmt ze.

Wij kunnen elkaar tot zegen zijn. Het beste in de ander naar boven halen, het mooiste tevoorschijn kijken. Elkaar laten opbloeien. Maar het kan ook anders gaan. Vorige week sprak de voorganger op deze plek over de tekst uit Marcus 9 – als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem af.. of je voet, je oog.. dat is beter dan in de hel komen mèt die hand, voet, oog… Soms ben je voor elkaar de hel; dan is het beter om de een van de ander te scheiden. Hoe pijnlijk ook, alsof je je hand afhakt… soms moet je afstand doen van iets of iemand. Ook in vriendschappen kan dat gebeuren.
In allerlei relaties, met je ouders, je kind, je vriendinnen en vrienden, je partner, is het iets om te oefenen en om om te bidden: om de kracht om lief te hebben. Bidden – dat is verbinding leggen met de bron van liefde. Stil worden en beseffen dat die relatie de basis is: God die ons heeft liefgehad, die ons liefheeft vanaf ons ontstaan. Het verhaal vertelt ons dat God en mens samen begonnen, in het paradijs. Zo begint en eindigt elk mens met God, in zijn handen, geliefd in zijn ogen, gedragen in zijn omarming.
Bidden is stil worden en dat beseffen. Inloggen bij die krachtbron kan kracht geven om op te staan en de ander die je zo mateloos ergert, op wie je boos bent, door wie je je niet gezien voelt toch weer aan te kijken. Met andere ogen misschien.. om te zeggen hoe je je voelt misschien.. om de strijd aan te gaan misschien.. om te vergeven misschien…
Wat God verbonden heeft – wij mensen aan elkaar verbonden, dat moet niet doorgesneden worden. Ook al ga je misschien ieder een eigen weg, neem je afscheid van elkaar, kun je niet meer samen verder, toch blijft dat je samen mens bent. Ieder mens van God. Iemand helemaal afschrijven.. dat zal God niet doen. Dat moet ook onze houding bepalen.. niet scheiding, maar verbinding. Daarvoor is de aansporing van Jezus, deze hartekreet.
En als er teveel gebeurd is, we te zeer gekwetst zijn en beschadigd door een ander.. dan doet God het voor ons, denk ik. Hij vergeeft waar wij het niet kunnen. Hij verbindt waar wij de ander helemaal zijn kwijtgeraakt.
Want met hem begon het, met God die zich verbond met de mens. Met ons, met jou en met mij.

Preek gehouden in de Protestantse gemeente Cothen, zondag 7 oktober 2012. Gelezen werd uit Genesis 1 en Marcus 10: 1-16.
De dienst is terug te luisteren via www.protestantsekerkcothen.nl. Op http://zinspiratiewbd.wordpress.com/2012/10/06/over-de-liefde-mens-in-meervoud/ staan 2 bijpassende teksten. 

Een liedje over omarmen.... 



donderdag 27 september 2012

Anders verder.. de kerkdienst..

In de elf jaar dat ik predikant ben heb ik het kerkbezoek zien veranderen. Er zijn steeds minder gemeenteleden die elke zondag op hun vaste plekje zitten. Ouders met kleine kinderen komen af en toe, en ouders van onwillige tieners vinden het steeds moeilijker om zich tot kerkgang te zetten. Naar de kerk gaan is een keus; je kunt het ook niet doen. Zelfs oudere gemeenteleden nemen de vrijheid om thuis te blijven maar jongere generaties kiezen zeker hun moment.
De zondag als rustdag betekent voor velen dat ze even niets hoeven - ook niet naar de kerk. Sommigen steken liever hun handen uit de mouwen in kerkelijk vrijwilligerswerk, of beleven meer aan het uitwisselen in een gesprekskring dan met het eenrichtingsverkeer van de kerkdienst.
En dan zijn er zovelen voor wie kerkgang totaal uit hun leven verdwenen is.. of er nooit deel van heeft uitgemaakt. De drempel van de kerk op zondagmorgen is voor hen hoog; om hen aan te spreken worden er allerlei toegankelijker activiteiten bedacht. Er is bezinning via virtuele netwerken, er wordt gepreekt door leken op zondagmiddag, er zijn debatten in de kerk, een nacht van de hoop, kunst in de kerk enz.
Maar de zondagmorgen als het moment waarop de gemeente bijeenkomt verliest terrein. Kan de kerk zonder dit centrale moment? Heeft de kerk overlevingskansen als er op allerlei plekken en in diverse samenstellingen ontmoeting plaatsvindt verspreid over de week? Wat gedachten, niet gehinderd door diepgravende studie..

De kerk is een plek waar mensen samen ruimte maken voor de ontmoeting met God. Dat hoeft niet per se op zondagmorgen..of binnen 4 muren. Het gaat erom dat 'het heilige gebeurt' - dat God en mens elkaar raken.
Ik wil het vergelijken met kringen in een vijver. Die kringen kunnen overal ontstaan.. wandelend in je eentje, bij een stevig gesprek rond de tafel, door samen te zingen, in een gesprek van mens tot mens, door het samen delen van een vrolijke maaltijd, tijdens het dansen..
Maar een kerkdienst op zondagmorgen is een plek waar veel kringen bij elkaar komen. Al eeuwenlang wordt er gevierd  op de zondag, de dag van de opstanding. Ook voor niet-gelovigen heeft deze dag een aparte status en wordt gewaardeerd als welkome onderbreking van een 24/7 beschikbaar bestaan. 
De vormen in de kerkdienst zijn niet van vandaag of gisteren, maar hebben oude papieren. De hele mens wordt erin aangesproken: de zintuigen doen mee, het lijf zingt, er klinken verhalen die raken kunnen, er is iets te leren,stilte om tot jezelf te komen en je bent er niet alleen maar samen. Op veel manieren wordt concentratie opgebouwd. Het is geen garantie voor ontmoeting, maar er wordt wel ruimte gemaakt; mensen zitten er samen klaar voor... zal het heilige gebeuren?

Maar het is balanceren op een dun lijntje. De vormen met oude papieren zijn produkt van eeuwen oefening in ruimte maken voor het heilige - in woord en gebaar. Maar blijven die vormen wel in contact met dagelijkse ervaring? Verwijderen ze zich er niet van met het verglijden van de tijd? Dan wordt ontmoeting moeilijk en komen de kringen niet meer bij elkaar in de kerkdienst.
Voor veel mensen geldt dat het water niet per se op zondagmorgen tussen de 4 muren van een kerkgebouw in beweging komt. Of ze komen af en toe, op speciale momenten, om iets te ervaren. Ze zijn daarmee meer gast dan mede-drager van de ontmoeting. De kerkdienst is voor hen een evenement misschien, een incidentele ervaring die niet leidt tot dagelijkse betrokkenheid. Een enkele kring in de vijver.. niet niks. Maar wie blijft om de concentratie van de zondagmorgen vorm te geven en te dragen?
Als voorganger en kerkganger mis ik veel mensen in de kerk. Tegelijk zie ik op andere momenten en plekken echte ontmoeting gebeuren en wil ik geen oordeel hebben over keuzes die mensen maken. Ik ben zelf deel van de verandering waardoor die keuzes ontstaan. Maar toch..een pragmatische vraag: is de zondagmorgen qua concentratie te verslaan, op de lange duur? Wat als de plek waar zoveel cirkels in het water elkaar raken op den duur verloren gaat? Kan de kerk, dat zootje ongeregeld dat Jezus probeert te volgen op diverse momenten en plekken dezelfde concentratie vasthouden..?  Of kan er juist, op nieuwe manieren, midden in het dagelijks leven ontmoeting met God opbloeien.. met fris elan?

Gooit God zelf wel weer een steen in onze vijver..?

dinsdag 25 september 2012

Anders verder.. ook in een dorp?!!


Missionair in een dorp?
Missionair is het toverwoord.. wie missionair is, blijft.. dat lijkt het adagio voor de kerk.
René de Reuver beschrijftin zijn boek ‘Anders verder’ missionair kerk-zijn in de stad Den Haag, en in het dorp Zeewolde. Maar een dorp van maar 3000 inwoners, een ‘echt’ dorp, hoe werkt het daar? Is daar ook dynamiek; gaat de kerk daar ook anders verder? Heeft de kerk daar ook te maken met de ‘adaptive challenge’ waar Robert Doornebal het in zijn proefschrift over heeft?  Is in het dorp behoefte aan een missionaire kerk 2.0 en een predikant 2.0 of blijft daar alles bij het oude?
Onder een missionaire kerk versta ik hier: een kerk die zoekt naar haar betekenis vanuit een minderheidssituatie, dus in een samenleving waarin geloven niet vanzelfsprekend is. Een kerk die niet genoeg heeft aan zichzelf, maar zich bewust is van de veranderingen in de maatschappij en probeert temidden daarvan verstaanbaar te zijn. Een kerk die een boodschap heeft aan samenleving in verandering, een geseculariseerde samenleving.
Missionaire studies richten zich meestal op steden. Daar is de ontkerkelijking het grootst, en daar wordt gezocht naar nieuwe mogelijkheden. Gaat het in de dorpen allemaal nog wel goed en vanzelf? Of gebeuren er daar verrassende dingen gebeuren waar je wat van zou kunnen leren?
luchtfoto van Cothen, door Dirk-Jan Kraan
Casus Cothen 
Cothen is een dorp aan de Krommerijn, deel van de gemeente Wijk bij Duurstede. Het ligt ingeklemd tussen rivierdijken, stiltegebieden en fruitboomgaarden en binnen een half uur kun je in de stad Utrecht zijn. De bevolking is van oudsher homogeen; er woonden na de oorlog vooral loonarbeiders. Inmiddels is er van alles veranderd door de uitbreiding van het dorp, en door import van bewoners van allerlei herkomst en opleidingsnivo. Cothen verandert van een gesloten plattelandsdorp naar een opener dorp. Het is deel geworden van de gemeente Wijk bij Duurstede, een stadje dat veel explosiever gegroeid is. Cothen is in vergelijking dorps, maar ook in verandering.
Het dorp blijft ondanks de groei een redelijk overzichtelijk netwerk. Nieuwkomers -die vaak bewust kiezen voor het leven in een dorp- kunnen een plek vinden het dorpsleven (scholen, voetbal- en handbalclub, ouderenorganisatie, muziekvereniging, 2 kerken).
De kerk (protestant en katholiek) is een van de spelers in het dorp. Wie in het dorp is opgegroeid blijft er graag komen, al is het misschien maar af en toe. Wie nieuw is in het dorp kan er nieuwe contacten leggen. Daarmee lijkt de kerk in het dorp het gemakkelijker te hebben dan in de stad.
De oudsher hervormde gemeente (nu protestants), heeft het karakter van een volkskerk, van en voor het dorp. Tegelijk, de protestanten zijn altijd een kleine minderheid geweest in een overwegend katholiek dorp. Men is dus gewend om marginaal te zijn, hoewel de gemeente een bescheiden groei heeft doorgemaakt. De gemeente heeft meer dan 20 jaar geleden ommezwaai gemaakt, door het beroepen van een vrouwelijke predikant na decennia lang gewerkt te hebben met een bijstand in het pastoraat van 65 tot 70 jaar.
Deze dorpsgemeente heeft een volkskerk-karakter en is van nature ‘inclusief’. Meer of minder betrokken gemeenteleden, iedereen is welkom.
Naast het traditionele  volkskerkkarakter is er binnen de gemeente meer en meer gewerkt aan bewustere betrokkenheid, door het starten van gespreksgroepen, het organiseren van diensten rond allerlei thema’s, avondgebeden. Er is een actieve kern, en de kerkdiensten vormen het hart.

secularisatie... 
Maar het wordt er de laatste jaren niet gemakkelijker op. De kern is kwetsbaarder geworden; betrokkenheid bij de kerk is minder vanzelfsprekend geworden, de kerkgang is geen regel meer en het wordt steeds moeilijker om ambtsdragers te vinden. Secularisatie is het dorp binnengedruppeld, en slaat misschien wel extra hard toe in een dorp waar kerkelijkheid eerder traditioneel bepaald dan een bewuste keus was.
Het dorp verandert, de kerk verandert. 
Een missionaire kerk 2.0 is een kerk die zich aan past aan een veranderende context, die daar een boodschap aan heeft. Hoe gebeurt dat in Cothen?

Inclusief gemeente-zijn en een nieuw netwerk
Deze gemeente wil inclusief zijn (een concept van René de Reuver in Anders verder), dus niet exclusief bestemd voor insiders. Deze gemeente wil beschikbaar zijn voor wie behoefte aan wat de kerk te bieden heeft, bijvoorbeeld op kruispunten van het leven, bij doop, huwelijk, rouw. Deze gemeente wil aansluiten bij thema’s die in het dorp spelen, en dorpsbreed meeleven met wie iets ingrijpends meemaakt.
Er is een hechte gemeenschap die die zich inzet voor het voortbestaan van de kerk. De zondagmorgen viering is voor hen het kloppend hart van het gemeenteleven. In de vieringen wordt steeds weer aansluiting gezocht bij het dagelijks leven (ziekenzondag, de overstap naar de middelbare school, werk en oogst), en daarbij worden dorpsbewoners ook uitgenodigd. Het meest actief gebeurt dat bij de gedachtenisdienst. Het is is in een dorp relatief eenvoudig om te weten van hoogte en dieptepunten en mee te leven. Dat beperkt zich niet tot gemeenteleden.

Er is nog een ander spoor. De gemeente wil er ook zijn voor wie de drempel van de kerk niet zo gemakkelijk nemen kan of niet op zoek is naar een gemeenschap op zondagmorgen. In de afgelopen jaren is gaandeweg een netwerk voor ‘zinzoekers’ ontstaan. Een netwerk waar mensen elkaar op doordeweekse momenten ontmoeten om vragen te delen, stilte te zoeken, of inspiratie op te doen op een virtuele ontmoetingsplek.
Dit netwerk lijkt met name hoger opgeleide import aan te spreken. Omdat deze groep binnen het dorp niet zo groot is wordt dit netwerk in samenwerking met de gemeente in Wijk bij Duurstede opgezet. Er ontstaat zo een netwerk dat deels virtueel is, maar zijn basis houdt in het dorp en het stadje ernaast. Het is nieuwe vorm van kerk-zijn die niet vanzelf past in de traditionele geloofsbeleving. Maar het overzichtelijke netwerk van het dorp, waarin ook nieuwkomers zichtbaar zijn biedt er wel aanknopingspunten voor. Het is gemakkelijk om zinzoekers te lokaliseren, op te zoeken, te benaderen, uit te nodigen.
Een volgende stap is om het gegroeide netwerk een naam (ZIN) te geven en nadrukkelijker te presenteren. Verbonden met 2 kerkelijke gemeentes, krijgt het ook een eigen gezicht, een look die toegankelijkheid voor buitenstaanders vergroten moet. Het netwerk krijgt daarmee de vorm van een pioniersplek, een plek waar geëxperimenteerd wordt met nieuwe gemeenschapsvorming.

Een contrasterende gemeenschap?
Wat wordt er nu gevraagd van een kerk 2.0, een missionaire kerk in een minderheidspositie gevraagd? De diverse manifesten van de laatste maanden laten eenzelfde geluid horen als James Kennedy (Stad op een berg, 149) die pleit voor de kerk als contrasterende gemeenschap. Zo’n gemeenschap is  hecht, kent discipline en een christelijke levensstijl.
Voldoet de Cothense kerk hier aan? Deze gemeente is een hechte gemeenschap en straalt dat ook heel duidelijk uit. Ze is betrokken bij het wel en wee in het dorp, dat is haar kracht.
Maar door het volkskerkkarakter is veel minder duidelijk wat een christelijke levensstijl is. Men is niet gewend om te praten over geloven, en houdt niet zo van grote woorden. Zou dat zou het zwakke punt zijn van deze dorpsgemeente, dat ze zich niet voldoende onderscheidt en profileert als christelijke gemeente?
In de nieuwe ontstane netwerk is het zoeken naar een christelijke levensstijl wel een thema, op een niet-normatieve manier. Vragen die gesteld worden zijn: wat inspireert je dagelijks, hoe vind je balans, hoe maak je keuzes in je werk en wat zegt de Bijbel je daarbij?


Relevantie, reconstructie, revisie
De gemeente kiest ervoor om relevant te zijn binnen de traditionele vormen (met name de kerkdiensten), en haar boodschap zoveel mogelijk te verbinden met de actualiteit.
Tegelijk is er een beweging gaande waarbij er voorzichtig nieuwe vormen ontstaan, waarbij vragen opkomen over het wezen van ‘de kerk’: wat is de kern van kerk-zijn, waar liggen de grenzen van de kerk, wie zijn ‘wij’ eigenlijk en wie horen erbij?
Er groeit voorzichtig de overtuiging dat kerk daar is daar waar het gesprek gevoerd wordt. Mensen hoeven niet de kerk binnengehaald of teruggewonnen, de kerk beweegt zelf naar die plekken toe. Er is een toenemende groep gemeenteleden die de waarde ziet van aanwezigheid op facebook, aan het verspreiden van inspiratie via het internet (er is een brede groep die meedoet met de dagelijkse mail-met-inspiratie in de 40dagentijd), aan het organiseren van gesprekken door de weeks over geloof en dagelijks leven. Maar gemeenschap is het duidelijkst zichtbaar rond zondagmorgen. Nieuwe gemeenschap is veel diffuser.
Dus ja, de kerk in een dorp is ook dynamisch. Er verandert veel, de basis is kwetsbaarder geworden, de kerk minder vanzelfsprekend maar er zijn ook mogelijkheden in een overzichtelijke samenleving waarin de kerk één van de organisaties is die het dorp maakt tot wat het is.
In de terminologie van Doornebal is de Cothense protestantse kerk relevant, reconstructief en revisionistisch tegelijk. Ze vult oude vormen in met een boodschap gericht op nu, ze zoekt nieuwe vormen en ze zet vraagtekens bij wat kerk nu eigenlijk is. Er wordt op verschillende borden tegelijk geschaakt. 


dankdag; relevante thema's in de kerkdienst
Waren dankdag en biddag voor gewas en arbeid een tijdje in het vergeetboek geraakt, in deze gemeente is het aan een revival begonnen. Het is een prachtig moment om het concrete leven de kerk in te halen. Op een dankdag brachten gemeenteleden de oogst van hun tuinen mee (en een konijn) en stalde die uit in de kerk. De aanblik maakte iedereen dankbaar. Voor een andere dankdag werd gemeenteleden gevraagd een foto van henzelf  op hun werkplek te maken. De foto's kwamen in de kerk te hangen; het werkende leven werd zo binnengebracht.

ziekenzondag, kerk-zijn in het dorp 

Rond nationale ziekendag ontstaan nieuwe activiteiten. Er worden bloemen meegebracht naar de kerk en gebracht bij zieken in het dorp. Dit jaar was er op zaterdag voorafgaand een wandeling uitgezet door het dorp langs gedichten (en monumenten, waaronder de kerken van het dorp - het was ook monumentendag) met het thema 'ziekte'. 

ZINspiratie, een nieuw netwerk
In de 40dagentijd ontvangt een groeiende groep mensen elke dag een e-mail met inspiratie. Het gaat om gemeenteleden, dorpelingen van allerlei achtergrond, mensen uit het naburige stadje en iedereen die de mails krijgt doorgestuurd en wil aanhaken. Uit dit 40dagenproject is een netwerk gegroeid waarin elke zondag ZINspiratie verspreid wordt. Het gaat om gedichten, filmpjes, liedjes en teksten die tot nadenken stemmen.

Leiding geven
En wat is de rol van de kerkenraad – ondersteunt die dit tweesporenbeleid? Of  misschien zijn het nog wel veel meer sporen, omdat de bevolking van het dorp bestaat uit verschillende mentality-mileus. De ene groep heeft meer behoefte aan belonging en de andere aan reflectie op levenskeuzes en levensstijl, een deel zoekt gemeenschap en anderen hebben helemaal geen behoefte aan het horen bij een groep. Durft de kerkenraad zijn nek uit te steken en de gemeente mee te  nemen op de weg van verandering?
Biedt de gemeente de ruimte om naast de traditionele gemeenschap ook een vluchtiger vorm van netwerk-gemeenschap te huisvesten en daarin te investeren? 
Hoe vindt dit veranderingsproces plaats, of: wie geeft er leiding aan en hoe?
Het gebrek aan animo om ambtsdrager te worden en daarmee een kleiner wordende kerkenraad heeft ertoe geleid, dat het principe van gespreide verantwoordelijkheid meer nadruk heeft gekregen. De gemeente kiest nu bewust om een netwerk te zijn van groepen die relatief zelfstandig werken. De kerkenraad houdt de grote lijnen en de samenhang in het oog en denkt na over visie. Daarmee is de rol van de kerkenraad aan het veranderen. Bij de doeners-mentaliteit van het gemiddelde gemeentelid past het beter om praktische verantwoordelijkheid op zich te nemen dan om verantwoordelijkheid te nemen voor het geheel, en om de leiding te nemen in het formuleren van een visie voor de gemeente.

En de predikant..?
De rol van de predikant is van oudsher groot in deze dorpsgemeente. Maar wat wordt er in een dorp en gemeente in verandering verwacht van een predikant? Is er behoefte aan een dominee 2.0?
Wat is het profiel van een missionaire dorpsdominee? Kan zij predikant zijn voor de verschillende groepen in het dorp? Voor hen die hechten aan de kerkdienst (al kunnen ze het daarbij goed hebben dat er van tijd tot tijd geexperimenteerd wordt in de dienst)? En voor hen die buiten de muren van de kerk op zoek zijn en daarbij – misschien – open staan voor meeleven vanuit de kerk of haar de inbreng in het nadenken over levensvragen?

In het algemeen, en ook bij predikanten, is authenticiteit steeds belangrijker. De dominee is nog wel ‘anders’ maar kan weinig gezag meer ontlenen aan haar rol.  Het ambt wordt gedragen door een persoon die zich als mede-dorpeling laat zien. Een dorp geeft de mogelijkheid om persoon, ambt en rol op natuurlijke manier te integreren. Langs de lijn van het voetbalveld en tussen de schappen van de buurtsuper lopen de privé-persoon en het ambt in elkaar over. Daar kan de predikant laten zien dat ze midden in het leven staat, levensvragen deelt, betrokken is. Facebook speelt daarin een groeiende rol. Er zijn velen actief op Facebook en het is vrij gemakkelijk om daar contacten te onderhouden of te leggen met dorpsgenoten die je al een beetje kent (van school, sport, straat). Facebook helpt om aandacht te geven aan wat mensen meemaken (‘vind ik leuk’) en te delen wat je als gelovige en kerkelijke betrokkene aan het hart gaat. 

Tussen haakjes: de RK kerk zit midden in een tegengestelde beweging, waar de pastores boven-locaal gaan werken en de pastor niet meer zichtbaar is in het dorp. In de RK kerk wordt gekozen voor het werken in teams, om zo de vrijwilligers in de locale geloofsgemeenschappen op specifieke terreinen te kunnen ondersteunen.

Het overzichtelijke netwerk van het dorp biedt de predikant mogelijkheden om op nieuwe manieren zichtbaar te zijn en contact te leggen. 

literatuur:
René de Reuver ‘Anders verder’
Wim Beekman onderzoek naar kerkenraad light
Robert Doornebal 'Crossroads'
James Kennedy 'Een licht op de berg'
Manifest Dominee 2.0


zondag 12 augustus 2012

licht van de dag

God zei: "er moet licht komen" en er was licht.
God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis;
het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht.
Het avond en het werd morgen. De eerste dag.

(een liedje meegenomen van Keiland - www.keiland.net)

zondag 5 augustus 2012

dromen op een eiland

bij de kerktent, foto: Peter Breure
in de kerktent: kaars, stroom en 'bron', foto: Jasja Nottelman
afgelopen week deed ik - met 3 kinderen in mijn kielzog- mee aan KEILAND: kamperen, kerk en kunst op eiland.. 's Ochtends workshops, tweemaal per dag een korte viering, en veel gezelligheid voor jong en oud op een Terschellings kampeerterrein. Een bijzondere combinatie van retraite en lol, een klooster op teenslippers met een Hollandse regenjas bij de hand.  Is het toeval dat Keiland zich op een eiland aan het wad heeft genesteld? Of toch niet..?
Nee, dacht ik, toen we vrijdagmorgen in de ochtendviering lazen over Johannes op dat andere eiland, Patmos, en brieven werden voorgelezen die in de workshop waren geschreven. Een eiland is de plek om te dromen. Even op afstand van het vasteland, aan alle kanten water en lucht, eindeloos, bijna eeuwig.
Het was een mooie droom, deze week.
Met z'n allen, babies, kinderen, tieners incluis op kleden en kussens op de vlonders van de kerktent, zingen en bidden, luisteren naar een spannend verhaal en dansen, elke morgen in een lange rij.. Zo ontroerend om mijn eigen kinderen te zien zitten, bij hun nieuwe vrienden en vriendinnen, thuis in die kerktent. Mooiste moment was de viering van zaterdagmorgen. De hele week gingen we stroomopwaarts, onze dromen achterna, op zoek naar de bron. Die ochtend was er een schaal met water, een bron en iedereen mocht naar voren komen om het water te voelen. En daar kwamen ze.. een man bracht het water naar zijn vrouw, een 11-jarige naar zijn broer, een vader maakte een kruisje op het voorhoofd van zijn 2 kinderen en zijn vrouw.. en mijn zoon gaf het water aan mij door. Houd het dan maar eens droog..
labyrint op het strand
Het was een mooie droom deze week... je ziel op adem laten komen door het lopen van een labyrint op het weidse strand.. stil worden door meditatieoefeningen op een bedje van dennennaalden met zicht op de wolken tussen de bomen... het lijf laten dansen met de stok van psalm 23 als steun.
meditatie in het bos







Maar er was veel meer dan stilte en bezinning. 's Ochtends waren de lege flessen wijn onder de lange tafels getuigen van een gezellige avond. Er werd door tieners een voetbaltoernooi georganiseerd en heel Keiland stond langs de lijn. Op de workshopvrije en zonnige woensdag werden er zandkastelen gebouwd en krabjes gevangen op het strand. Er werd 's avonds gedanst in het gras op klezmermuziek en velen schoven bij elkaar aan tafel om samen te eten.
foto: Peter Breure

De kinderen hadden hun eigen workshops en deden daar bosspellen, schilderden, maakten een toneelstuk en creëerden van gips kunstwerken waar in de kerktent lichtjes in brandden. 

Dromen op een eiland.. je even laven aan een bron van gedeelde inspiratie, van saamhorigheid en heel veel plezier.. om de kracht te verzamelen om stroomopwaarts te gaan, tegen de stroom in zelfs.
Gaan we volgend jaar weer, vroegen de kinderen toen we op de boot het eiland in de verte zagen verdwijnen, op weg terug naar het vasteland...

Meer impressies van Keiland...







labyrint, gemaakt en gelopen op het strand van Terschelling, tijdens Keiland - een week kamperen, kunst en kerk op het eiland... soort van retraite in vakantiestemming.

In een labyrint kun je niet verdwalen, je hoeft de weg maar te volgen.

Deze tekst ontvingen we (van Mathilde de Graaf, pastor op Terschelling) toen we in het centrum van het labyrint kwamen:

'Droom diep
want iedere droom
gaat vooraf aan het doel.
Een goede plaats om te beginnen
is waar je nu bent'.

zaterdag 7 juli 2012

dominee; zwevend èn missionair...?

Van het weekend las ik het Manifest van Dominee 2.0, een beweging van jonge predikanten - ondertekend door de jonge predikant-in-opleiding waar ik maanden mee samenwerkte. En ik begon in het 'Zwevende gelovigen' van Joep de Hart - al even uitgekomen, maar bij mij totnutoe op de stapel nog-te-lezen. 
Dominee 2.0 schreef een bevlogen pleidooi voor een kerk-van-nu: marginaal, maar met een missie. Niet blijvend gebonden aan 17e eeuwse vormen (ze denken daarbij vast aan een statische kerkdienst?) en niet verzandend in schroom die zorgt voor vaag gepraat over 'licht liefde en liturgische kleuren'. De naam van God mag (of moet?) worden genoemd en verbonden met het concrete dagelijks leven.
Laat ik nu net bezig zijn om een missionair project van de grond te krijgen (als dominee 1.0 ;-) want sinds ik met een predikant-in-opleiding heb gewerkt voel ik me niet meer de eeuwig jongste bediende, maar een oudere predikant..da's even wennen).Na weken sleutelen aan het concept, feedback vragen en verwerken realiseerde ik me vandaag - met schrik - dat het woord 'God' niet in het concept voorkomt. ZIN gaat het heten,  het is gericht op zinzoekers, en de Bijbel komt erbij op tafel. Maar hoe expliciet maak ik, dat het 'christelijk' is, want schrikt dat potentiële deelnemers niet af?

Joep de Hart beschrijft het verschil tussen 'religie' en 'spiritualiteit'. Religie wordt in het algemeen verbonden met de institutionele vorm van geloven.. en die staat in een kwade reuk. Veel mensen hebben daar afscheid van genomen. Spiritualiteit klinkt in de oren van velen opener, en sluit meer aan bij een individuele zoektocht. Als ik het schematische overzichtje bekijk van de Hart, dan trekt het rijtje kenmerken van religie me bepaald niet aan. Ik neig duidelijk naar spiritualiteit. Terwijl ik me dagelijks verbind met het instituut kerk, als beroeps-gelovige ben ik zo zwevend als wat... 
Het gebruiken van open en niet uitgesproken christelijke taal is méér dan een strategie om de markt van spirituele zinzoekers aan te spreken. Het past bij mij, want ik voel me vaak zo geseculariseerd. Geloven is voor mij zo onvanzelfsprekend als wat, maar toch probeer ik het. Ik ga er zelfs in voor.. zwevend en wel. En ik ben bevlogen genoeg om naar buiten te willen, de straat op en de digitale snelweg, om anderen te laten delen in die prachtige verhalen uit de Bijbel. Die verhalen die gaan over concreet geloven, over God en mensen.. Over Jezus die mij steeds weer uit mezelf bevrijdt door zijn tegendraadsheid.
Die verhalen gaan misschien ook wel over zinzoekers van vandaag, die geen zin hebben in georganiseerde religie maar wel op zoek zijn naar spiritualiteit . Maar hoe maak ik hen, die mede-zoekers en zwevers, duidelijk dat het over hen gaat? Net als over mij.. geseculariseerd, zinzoeker, spiritueel èn dominee.. 

Toch nòg maar eens kijken naar het missionaire plan; want de naam van God, die zal toch niet afschrikken? 

zondag 1 juli 2012

een clip - een gebed

beelden kunnen klinken als een gebed.
Heer ontferm U.. KYRIE... omarm haar toch..


vrijdag 29 juni 2012

weerstand en weerwoord

Vanmorgen keek Obama me vanaf de voorpagina van de krant opgelucht en opgetogen aan. Zijn plan voor een nieuw zorgstelsel mag eindelijk worden ingevoerd. Het Hooggerechtshof moest bevestigen dat wat andere rijkere landen hun bevolking al lang bieden ook in de VS 'mag'. Onbegrijpelijk, dat het recht op een zorgverzekering voor iedereen zo lang tegengehouden is..
Obama's gezicht op de krant deed me mijmeren over leiderschap, en weerstand. Ik moest ineens denken aan de scriba van 'mijn' kerk, Arjan Plaisier, die ik van de week hoorde spreken. Hij mocht weerwoord geven op een verhaal van Albert Jan Stam - voorheen dominee, nu consultant bij Beerenschot - die de kerk aan een business-analyse onderwierp. Was Plaisiers weerwoord méér dan weerstand? De kerk is behalve een professionele organisatie vooral een ambtelijke organisatie.. natuurlijk. Maar een inhoudelijke reactie op de organisatieprincipes die Stam aandroeg heb ik van de scriba niet gehoord.
Enigszins vervreemd stapte ik weer in de bus naar huis. Zijn de behoudende krachten in de kerk zo sterk dat de scriba  behoorlijk algemeen aanvaarde organisatieprincipes beantwoordt met: de kerk heeft een eigen aard, die is geheel anders.. Moet je de tale Kanaäns spreken om serieus in gesprek te raken met de leiding van de kerk? Stam, voormalig predikant, kent die tale Kanaäns wel, maar kiest ervoor om een ander taalveld de kerk in te brengen. Waarom daar de oren voor gesloten? Waarom niet enthousiast een ècht weerwoord gegeven? Een echt gesprek gestart?

Obama heeft zijn nek uitgestoken, om tegen de behoudende stemmen in verandering in te zetten. Dat hij gelijk heeft gekregen stemt mij hoopvol.

zondag 10 juni 2012

Christelijke levenskunst??!


De laatste studiedag van Op Goed Gerucht, (beweging van predikanten die houden van diepgang maar de oppervlakte van een glas wijn en een goede grap ook niet schuwen ;-)) ging over levenskunst.
Bestaat er christelijke levenskunst? Terwijl er in de nieuwe spiritualiteit en de populaire psychologie voor alles een stappenplan beschikbaar is (hoe word ik een goede minnaar in 10 stappen.. ) mist het christendom zo’n praktische handleiding.
Maarten van Buuren hield een verhaal dat ging over allesbehalve praktische levenskunst. Hij had het over het grootse van de negatieve theologie, over het verlangen naar overgave, aan iets wat groter is dan jezelf. Zo word je pas echt jezelf: als je de begrenzing opgeeft, je angst overwint en niet meer kiest voor zelfbescherming maar je laat vallen. Hij vertelde daarbij heel beeldend over zijn eerste parachutesprong.
Dat lijkt niet iets wat je oefenen kunt..  Of toch?
Het grootse van jezelf verliezen om zo echt te vinden.. ik vind het een lonkend vergezicht. Het verlangen naar overgave is bij mij altijd sluimerend aanwezig. Maar hoe realistisch is dit vergezicht? En vooral: hoe kom je er? Ja, natuurlijk: het is in Gods hand. Of kan ik er toch zelf iets voor doen?
Ineens dringt tot me door dat dit een vrij oude vraag is: gaat het om de werken, of is geloof puur genade?

Op dezelfde studiedag deed ik een workshop over 'preken en levenskunst'. Aan de slag met 'de storm op het meer' merkte ik mijn huivering om op zoek naar praktische toepassing terecht te komen in tegeltjeswijsheden. 'Heb maar vertrouwen'... dat is nog niet eens een stappenplan, dat is de illusie in één grote stap het probleem op te lossen. Toch drong tot me door dat de hoorder vaak wel zit te wachten op levenskunst: op concrete beelden van geloven in de praktijk. Geen versimpeling maar wel een concretisering. Als je bang bent.. wat dan? Heb je dan iets aan een lonkend vergezicht, aan een God waarvan wij niet weten? Dan neurie je een lied, dan steek je een kaarsje aan, dan hoop je dat je een bijbeltekst invalt. En je hoopt dat de dominee je iets in handen geeft, in een preek, hoe klein ook, als houvast.
Ik voel me erg aangesproken door de mystici met hun negatieve theologie, waarin de houvast steeds meer verdwijnt, totdat de mens met lege handen staat. Wat weten wij van God…?
Tegelijk geloof ik zeer dat het gaat om dagelijks doen, oefenen, in-oefenen van vertrouwen. Want hoewel het ervaren van Gods aanwezigheid genade is kan ik wel oefenen in het wegruimen van obstakels. Me oefenen in klaarzitten en ruimte maken.
Eerder schreef ik in De Geruchten (het clubblad :-) van Op Goed Gerucht): "Al doende ontdek ik opnieuw dat ‘al doende leert men’ meer is dan een volkswijsheid. Zo werkt het ook echt met geloven.  In het doen groeit vertrouwen en verdiept het zich. Het landt in mijn lijf en je leven, wordt deel van me. Als ik mijn knielbankje opzoek en een meditatie-houding inneem voordat ik de bijbel opensla of probeer te bidden, dan oefen ik mezelf in een ontvangende houding. Dat kruipt naar binnen en verandert me, een heel klein beetje, eventjes. Als we als gezin elkaar een hand geven voor het eten en om Gods zegen zingen, dan oefenen we in verbinding, in aandacht voor elkaar en God."
En het kleine, dagelijkse proberen is ook genade: misschien wel net zoveel als het grootse overweldigd worden door Gods aanwezigheid van de mystici. Ook de kracht om dagelijks met vallen en opstaan geloven te doen en te ontdekken komt van God.
Kortom: levenskunst  is de 'vrucht' van ontmoeting met God (genade dus) en de voorbereiding op die ontmoeting, een manier om te oefenen in ruimte maken voor God.

zaterdag 26 mei 2012

Pinksteren - feest van de Geest, feest van Adem

twee bijbelteksten over Adem,
(een liedje van Kees van der Zwaard 'je eerste adem heb je van de wind gekregen' staat www.facebook.com/rebecca.onderstal)


 
In de tijd dat God, de HEER, aarde en hemel maakte, groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want God, de HEER, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken; wel was er water dat uit de aarde opwelde en de aardbodem overal bevloeide. Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.

19 Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ 20 Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. 21 Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ 22 Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest.

Genesis 2: 4b – 7 Johannes 21: 19-23

vanmiddag om 14 uur is er in Wijk bij Duurstede op de Grote Markt een openluchtviering, georganiseerd door de gezamenlijke kerken. Thema is 'Adem'. Een koor, band, dansers, verschillende sprekers werken mee, kinderen laten ballonnen op, en je kunt zelf meezingen. Welkom! zie www.facebook.com/wijkspinksteren



zondag 20 mei 2012

pelgrims - mensen onderweg

op de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren, 'wezenzondag' (de zondag
van afwezigheid en het wachten op Gods aanwezighei) een liedje over
onderweg zijn, in het Zuid Afrikaans..



Vader God U ken my naam
My binnegoed en buitestaan
My grootpraat en my klein verdriet
My vashou aan als wat verskiet.

U ken my vrese en my hoop
Die pad wat ek so kaalvoet loop
Die pad het U lankal berei
U maak die pad gelyk vir my.

Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op U grootpad
Soekend na U boardinghuis.

Moeder God U ken my waan
My ego en my regopstaan
Die drake waarteen ek bly veg
U wys my altyd weer die weg.

U het my met U lig geseën
Die lig strooi ek op iedereen
Net U weet hoe my toekoms lyk
Ek het niks, U maak my ryk.

Alle perlgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op U grootpad
Soekend na U boardinghuis.





Cothense pelgrims, onderweg om te dauwtrappen op de
vroege ochtend van Hemelvaartsdag

zondag 13 mei 2012

zegen



de zegen van de God van Sara en van Abraham
de zegen van de Zoon uit Maria geboren
de zegen van de Heilige Geest
die over ons waakt als een moeder over haar kinderen
zij met ons allen, amen

zaterdag 7 april 2012

Paasmorgen 8 april 2012

In de vroege ochtend
opstaan
als het licht glinstert
in dauwdroppels,
als vogels
een loflied zingen
en verstilling
tot leven komt
in een tuin.
Gij Levende
verleg ons struikelblok
neem de steen weg
schep levensruimte.
Leid ons op het spoor
van Uw leven,
leer ons de geur van heiligheid
ontdekken
in lentebloemen.
Hemeldauw
voelen op onze huid.
Laat ons zingen
een levenslied,
anders,
vanuit de diepte,
hemelhoog.
En een liedje uit de musical Godspell,
als flashmob (verrassingsoptreden) uitgevoerd in NY.




Prepare Ye the way of the Lord..
Day by day
o dear Lord
three things I pray
to see you more clearly
love you more dearly
follow you more nearly
day by day

Bereid de weg van de Heer
dag aan dag bid ik 3 dingen:
dat ik u beter zie,
meer liefheb,
en op de voet volg
dag aan dag..


Hiermee is het 40dagen ZINspiratie project afgesloten voor dit jaar. Dank allen voor jullie betrokkenheid! Vanaf nu weer elke zondag – dag van de opstanding- een tekst via de website.
Wil je je ervaringen delen, graag via rebeccaonderstal10@gmail.com of rebecca.onderstal@hetnet.nl.