woensdag 21 mei 2014

vinden

Dancing Jesus; lees meer... 
Een vorig blog over alleen onderweg zijn (zonder partner) zorgde voor veel reacties. Ik kreeg van een RK collega een boekje over single-zijn*, waar ik deze week - in de zon onder de grote boom voor mijn huis - in begon.
We moeten niet zoeken naar een partner zegt de schrijfster, want daarbij richten we de blik op wat we al kennen. Het gaat er om te vinden. Want daarbij kan het om iets volledig onverwachts anders gaan. Openstaan voor dat wat je niet kent en zoekt, dat is de kunst. Je laten vinden misschien. 'Zou jij me vinden' zingt Blof vragend, in het liedje 'Vreemde wegen'.
Zo is het met pionieren in de kerk ook. Een paar weken geleden werd 'mijn' project ZIN in Wijk bij Duurstede een pioniersplek. Dat wil zeggen dat het een plek is waar geexperimenteerd wordt met nieuwe vormen van kerk-zijn. Cruciaal daarbij is, dat we nog niet weten wat het worden zal. Het is een hele uitdaging om een open houding te behouden en niet te gaan creëren wat we al kennen. Werkelijk openstaan voor wat je nog niet kent, maar wat nog ontstaan moet.. zal ons dat lukken? Laten we ons vinden door de 'kerk' die ontstaat?
De nieuwe vorm van kerk-zijn is als de nieuwe partner die je nog niet kent. En die wel eens heel anders zou kunnen zijn dan het plaatje dat je van die prins in je hoofd hebt.
Laat ik me ten dans vragen door het onbekende, door wie ik nog niet ken?


* Hildegard Aepli "Single - und wie?! Erfülltes Leben met unerfüllten Wünschen". Würzburg 2012

donderdag 1 mei 2014

mediteren in een dorpskerk, artikel

Een gemeentelid die van mijn generatie is vertelde me dat ze zich schuldig voelt omdat de dienst op zondagmorgen haar zo weinig doet. Ze keek me verontschuldigend aan: ‘De preek, daar kan ik gewoon niets mee’. Ze bleek wel op zoek naar rust en stilte. Het was voor haar een hele opluchting dat de doordeweekse stilte-avonden in ons dorp wat mij betreft ook ‘kerk’ mogen heten. 
De momenten van stilte in een kerkdienst zijn de afgelopen jaren voorzichtig langer geworden. We beginnen ermee, voor de begroeting. Dat is voor velen een kostbaar moment geworden. Als voorganger doe ik mijn best om die stilte niet te kort te maken. Ik wacht of ik vogels hoor, en voor ik begin te praten haal ik nog een keer diep en rustig adem, en rek het zo nog even. 
Een enkele keer is er in een speciale dienst een uitgebreide stilte ter overdenking. Dat is voor de meesten in mijn dorpsgemeente nog een beetje wennen. En meditatie durf ik het niet te noemen.
Toch begonnen we een aantal jaren geleden met stilte-avonden, eens per maand, waar gemediteerd wordt. Ik betrap me er op dat ik in de aankondiging op de website en in de krant het woord ‘mediteren’ weglaat. Omdat ik bang ben dat het mensen afschrikt. Of ik noem het wel maar zeg erbij, dat er geen ervaring vereist is. De insteek van de avonden is zo laagdrempelig mogelijk. Wel christelijk, maar open voor wie zoekend is. Het heeft het karakter van een ‘inloop’, zonder verplichtingen. Inmiddels vinden ze plaats onder de vlag van ‘ZIN in Wijk bij Duurstede, ontmoetingsplek voor ZINzoekers’, een pioniersplek.

foto: Dirk-Jan Kraan
Aan de ene kant hopen we mensen aan te spreken die niet snel naar een klassieke kerkdienst zullen komen. Mensen op zoek naar balans, stilte en inkeer maar wars van het instituut. Tegelijk is de vorm aantrekkelijk voor kerkelijke mensen die verdieping willen, anders dan in een zondagse viering. De doordeweekse stilteavond kan voor hen een poging zijn om geloven een plek te geven in het doordeweekse ritme, om te oefenen in verstilling.  
Dit zijn heel verschillende groepen. Of raken ze elkaar toch?
Al doende maak ik – intuïtief – allerlei keuzes.
Ruimte
De stilte avonden vinden plaats in de kerk. Het is een klein, oud, sfeervol gebouw dat warmte uitstraalt. Je voelt de ‘wolk gebeden’ van eeuwen er hangen. Het licht kan er gedempt worden en er kunnen kaarsen aan. Het kerkgebouw heeft talent voor stilte, hoewel daar op zondagmorgen vaak niet veel van te merken is. Dan wordt de tijd voor en na de dienst vooral benut om met elkaar bij te praten, naar goed protestants gebruik. 
Het kan er wel eens koud zijn in de winter, dus zorg ik dat ik extra omslagdoeken bij me heb. Want mediteren terwijl je een koude stroom langs je rug voelt gaan, dat werkt niet.
We zitten bij de meditatie in de banken of op stoelen. Ieder zoekt zelf een plekje. Zorg voor een goede houding is een onderdeel van de avonden, maar de ruimte is niet zo geschikt om op de grond – op meditatiebankjes of kussens - te mediteren. Bovendien is het een hele stap om die te gaan aanschaffen. Dus we doen het met de kerkbanken en –stoelen, hoewel misschien niet ideaal. Er is een prima installatie om muziek af te spelen gelukkig, want meditatieve muziek maakt altijd deel uit van de avond. 

Totnutoe heb ik ervoor gekozen ieder vrij te laten in het zoeken van een plekje. De een schuift wat verder naar achteren in een bank, een ander komt op een stoel vooraan zitten. Inmiddels vraag ik me af of het toch niet beter is de deelnemers uit te nodigen een kring te vormen. Wie liever eerst toekijkt kan altijd nog wat meer afstand nemen. 
De inrichting van de kerk wordt voor een stilteavond enigszins aangepast. Op de tafel staat de gebruikelijke Paaskaars, maar daarnaast zet ik een icoon neer (de vriendschapsicoon uit Taizé) en een vriendenkring. Soms staan er ook bloemen; van kloosterlingen leerde ik hoe belangrijk schoonheid is voor de ziel. 
De avond begint altijd met het aansteken van licht. De Paaskaars en een lichtje voor de icoon branden al als bezoekers binnenkomen en er klinkt meditatieve muziek die een stille bepaalde sfeer schept. Het aansteken van licht markeert het begin van de meditatie.
Ontmoeting 
Elke stilteavond begint met koffie in de consistorie van de kerk. In de aankondiging wordt gemeld dat ‘elkaar ontmoeten’ onderdeel uitmaakt van de avond. We maken een rondje om ons aan elkaar voor te stellen. De samenstelling van de groep is steeds weer anders. De hoeveelheid bezoekers kan variëren van 3 tot 10 ongeveer. 
Bij de koffie vertellen we over wat ons bezighoudt en wat we hier zoeken. Dat kan via een informeel gesprek of met behulp van een kleine werkvorm. Vaak vertel ik iets inhoudelijks over meditatie. En verder leg ik uit wat we precies gaan doen als we in de kerk plaatsnemen. . 
Bij mezelf bemerkt ik altijd een aarzeling als we ons verplaatsen naar de kerk. Misschien hoort dat onlosmakelijk bij de stilte; je moet een drempel over om die aan te gaan. 
Na het aansteken van licht luisteren we naar muziek, ‘om te landen op de plek waar we zitten’ zeg ik er meestal bij. Het kan Taizé muziek zijn, of instrumentale muziek. 
Wat volgt is een oefening om goed op de stoel te zitten (de voeten op de aarde, de kruin naar de hemel gericht), het lijf te ontspannen en bewust te worden van de ademhaling. Het is bijzonder en ook wel een beetje ‘gek’ om zo met je lijf bezig te zijn in een ruimte waar men doorgaans gedachteloos in een bank zakt.
We nemen de tijd om een stille houding aan te nemen. Ik lees een tekst voor, meestal uit de Bijbel en nodig mensen uit om op de tekst te ‘kauwen’ zoals dat in de lectio divina gebeurt, om te ervaren wat de tekst hen op dit moment te zeggen heeft.  
Bijbel 
Het is een bewuste keus om steeds weer de Bijbel open te slaan tijdens de stilte avonden. Steeds weer vraag ik me af, of het niet teveel is. Komen mensen niet vooral om tot zichzelf te komen? Is de stilte op zich genoeg? Hebben ze ruimte voor en behoefte aan ‘input’? 
Steeds leg de keus uit (vooral aan mezelf?) en vertel dat meditatie een vorm van concentratie is die op zich kan staan, maar waarbij je ook ruimte kunt maken om aangesproken te worden. Meditatie kan zijn: vertrouwen op en verlangen naar Gods aanwezigheid. Omdat er ook mensen kunnen zijn die niet in God geloven ben ik voorzichtig in mijn bewoordingen, om ruimte te laten voor wie het anders beleeft.
Er is nog een ander motief: ik geloof in de kracht van bijbelverhalen. En ik heb gemerkt dat die verhalen anders en soms intenser binnenkomen als ze zonder uitleg klinken, in de stilte. 
Na muziek is er ruimte om in een kring kort een ervaring te delen. Dan sluiten we af met een avondgebed. Wie wil mag aan kaarsje aansteken en daar een intentie bij uitspreken. Ik laat ruimte voor wie daarbij niet tot God bidt. We zingen een avondlied en gaan met een zegen naar huis. 
In deze afsluiting kan wat in de meditatie opgekomen is of wat bezoekers aan zorgen mee naar binnen namen gedeeld worden met elkaar, en met God. Het is vaak ontroerend; hier vanuit de stilte gebeurt kerk. 

verschenen in: Meditatief leven jaargang 5 nummer 2 "Mediteren en de kerk".