"We willen graag bidden om een zegen met ieder van jullie... als je dat wilt.. "
Dat was eventjes schrikken.
We zaten in een kring - 16 dominees op bezoek in een Utrechtse kerk in het kader van een missionaire opleiding. De kennismaking met deze kerk was overgelopen in een meditatieve oefening. Stilte, een tekst en het aansteken van licht aan de paaskaars.
Drie leden van de kerkenraad van de Nieuwe Kerk hadden ons kennis laten maken met de ontwikkelingen in deze kerk en de plek van gebed daarin.
En dan nu de praktijk..
We mochten opstaan om een zegen te ontvangen, uitgesproken door één van de drie.
Het verlangen om zomaar te ontvangen en de gêne om in deze kring op te staan streden nog heel even met elkaar. Toen stond ik op.
Drie mensen stonden om me heen, legden handen op mijn schouders. Ik hoorde woorden waarin ik me herkende: creativiteit en veelkleurigheid, verlangen.. Wonderlijk hoe goed het paste, zomaar.
Wat ik voelde was, dat mijn verlangen extra werd aangewakkerd - als wind in de rug.
Het verlangen dat zo vaak aarzelt tussen opstaan en toch maar blijven zitten uit gêne.
Het verlangen dat me drijft om predikant te zijn en om de grenzen van wat kerk genoemd wordt op te zoeken.
Het verlangen om over God te spreken, al is het vaak met een vraagteken - omdat ik ook niet goed weet wat ik ermee bedoel.
Het verlangen om het ondanks gêne en gestamel toch te proberen omdat God een woord is voor vertrouwen. Vertrouwen dat ik niet alleen ben in dit heelal en jij ook niet.. vertrouwen dat wij onze plek mogen weten en zo onszelf mogen zijn en vertrouwen dat we steeds opnieuw mogen beginnen, omdat er gezicht is dat ons één voor één aankijkt met liefde. Een spiegel waarin we kijken mogen.
Mijn verlangen is aangewakkerd om aarzeling te overwinnen en op te staan, om anderen te zoeken die op onverwachte plekken het onvanzelfsprekende doen: 'God' zeggen.