En nu voel ik me zelf een beetje ontworteld.
Lang voordat ik hier kwam wonen stonden de bomen al als wachters voor het huis. Vaak vragen mensen: 'hoe oud zijn die bomen?'. Ik weet het niet maar laat dan een foto zien van rond 1900. Op die foto (waarop de dominee en zijn vrouw en de dienstbode een paar meter achter hen voor het huis staan) zijn ze al best groot.
Ik loop dagelijks onder de bomen door, en kijk omhoog. Kaal zijn hun grote takken prachtig, het frisse groene blad is mooi, de bloesem maakt ze feestelijk en ze laten hun kastanjes als glanzende schatten in het grind vallen. En zelfs als het blad valt vind ik het zonde om dat oranje-gele tapijt weg te blazen.
Vandaag kwamen er mannen met touwen, haken en kettingzagen. Met zijn tweeën bedwongen ze één van onze twee wachters. Met liefde voor de boom, maar toch: stukje voor stukje kwam hij op de grond te liggen. Of zij...
En ik betrapte me erop dat ik dacht: als die andere boom ook ziek wordt, dan ga ik die knuffelen. Zodat die beter wordt. Maar mijn armen passen er niet omheen. De stam is meer dan 5 meter.