woensdag 24 augustus 2011

goeroe?

laatst vroeg een vriend die je een 'nieuwe spiritueel' zou kunnen noemen, wie mijn goeroe is.. of ik iemand heb op wie ik leunen kan, die me de weg wijst. Ik viel even stil. Maar hoewel ik geen typische 'ik heb een relatie met Jezus'christen ben kwam ik wel met Jezus op de proppen. Als er iemand is die wijzer is dan ik, zich niet vangen laat of voor mijn karretje spannen.. als er iemand is die om mensen geeft, zuiver is.. dan is hij het wel. Ik kan me geen betere goeroe bedenken. Al heel veel jaren is er één beeld van Jezus dat me keer op keer inspireert: een icoon die de vriendschapsicoon wordt genoemd. Het is vooral de hand op de schouder van de ander die me raakt. Hij gaat naast me.
Maar het is natuurlijk ook wel fijn om iemand te hebben die terug praat; iemand die met mij in gesprek gaat over mijn gebrekkige geloof. Ook, of juist, voor een dominee die anderen mag helpen om de weg te vinden naar God. Ik ben deze dagen op zoek naar een 'geestelijk begeleider'. Geen goeroe.. dat riekt teveel naar afhankelijkheid. Wel iemand die me helpt om aandacht te besteden aan mijn ziel. Het is zoveel gemakkelijker om me te verliezen in de veelheid van communiceren, organiseren, dan om me te concentreren op het Ene. Dominee zoekt God.. daar zit wel een blog in. Verslag van een zoektocht.. met een hand op mijn schouder, hoop ik.

gedichtjes

Op de berg
ervaring van licht
uitzicht
boven alles uit getild
het is goed
waarom kan het niet zo blijven
altijd licht
overzicht


Bron -
dat waar
je naar verlangt,
helder en fris
water
op je lijf,
van binnen.
Lest de dorst
naar nieuwe kracht;
spoelt weg
wat dichtgeslibd,
vervuild
in de weg zit -
het stroomt
in jou -
de Bron       


licht
zoek ik
dansen doe ik
liggen als een steen

warm
                

vrijdag 19 augustus 2011

bespannen met andere snaren


In de kerk hebben we oog voor verdriet. Soms, als ik op zondag als hoorder in de kerkbank zit, dan overvalt me wel eens lichte weerstand bij het gebed om ontferming. Waarom zoveel nadruk op de verdrietige kant van het leven, op ellende en onrecht? Maken we het niet te zwaar en vergeten we daarmee niet de zonnige, vrolijke, ondeugende dingen van het leven? Geluk en verdriet brengen we béide mee als we de kerk binnenkomen.
Maar de kerk – en dan bedoel ik niet alleen binnen de muren, maar overal waar mensen zich met God en met elkaar verbonden voelen, in het voetspoor van Jezus – maakt extra ruimte voor de pijn van mensen. En dat is goed, want wie pijnlijk geraakt is door verdriet dreigt zo snel weer dóór te moeten. Terwijl rouw een lang en niet te overzien proces is. Soms denk je dat je ‘er bent’ en dan opeens, overvalt het je weer alsof het nog maar net gebeurd is. Tijd is maar heel betrekkelijk: wat voor een ander alweer lang geleden is, dat is voor iemand die een heel dierbare mist aan de orde van de dag. Soms onverwacht, opeens.
We hebben zo snel een oordeel.. we vinden dat iemand wel weer erg snel aan het werk is, of helemaal niet verdrietig lijkt, omdat zij of hij leuke dingen doet.. Of we vinden dat iemand in het verdriet blijft hangen, terwijl het leven toch doorgaat.. Maar er is niet één route om verdriet te verwerken. Rouw is als een bochtige weg die niet rechtdoor gaat, maar op en neer. En er is verdriet dat je nooit ‘verwerken’ kunt. De pijn blijft altijd deel van je. Het gemis hoort bij je.
Voor een ander is dat moeilijk te verdragen; je wilt degene met verdriet liever ‘helpen’ dan machteloos toezien. Toch zit er niets anders op dan machteloos zijn, maar wel blijven. Niet weglopen voor wat niet opgelost kan worden, niet goed gemaakt, niet gerelativeerd. Blijven bij wie verdriet heeft.
Maar er zijn soorten van verdriet,
die iets veranderen aan het lied,
Men wordt bespannen met andere snaren
en wie het niet ervoer, die weet het niet. (Vasalis)
Kunnen we dan niets voor elkaar betekenen, elkaar niet troosten? ‘Je moet het eerst zelf meegemaakt hebben’ hoor je mensen vaak zeggen. Moet je het eerst hetzelfde meegemaakt hebben om een ander te kunnen aanvoelen? Ik denk dat ‘Je moet het eerst zelf meegemaakt hebben’  een manier is om te zeggen: wie verdriet gevoeld heeft weet, dat je een ander alleen kunt helpen door niet te willen helpen. Elk verdriet is uniek en onvergelijkbaar. Wie dat wil horen, wie het uit kan houden met de diepte van het verdriet van een ander, dat zich niet oplossen of vergelijken laat, die kan iets betekenen. Die is er voor een ander.

maandag 15 augustus 2011

tranen

Bij het herdenken van Mark van Dam, op openbare basisschool de Toermalijn


Ik huil een potje
ik huil een potje
ik huil een potje bij elkaar
Het komt zo uit mijn ogen
je mag ze nu weer drogen
want ik ben met huilen klaar.

Ik heb een traan voor de dag
en een traan voor de nacht
een traan voor als ik verdrietig ben
en één waardoorheen je lacht,
een traan voor m’n au
en voor ‘waar blijf je nou’
een traan voor ‘ik wil dat niet’
en ook een traan die niemand ziet.  Connie Vollenhoven



Kennen jullie het verhaal van de regenboog.. dat er aan het eind iets staat..
als je de boog volgt wat vind je dan misschien..?
Ja, ze zeggen: een pot met goud.
Maar ik denk dat er nog een potje staat – een klein potje, een tranenpotje, met tranen die eerder van zilver lijken.
Een potje waar de tranen die je huilt als je verdrietig bent, of boos, of in de war, in vallen. Ze worden zo door de regenboog meegenomen en opgevangen en bewaard.
Want die regenboog, dat zijn eigenlijk allemaal druppeltjes water, druppeltjes water waar de zon door schijnt. Een boog van tranen.. regen-tranen en zonnestralen tegelijk. Want als het regent en tegelijk de zon schijnt, dan verschijnen die mooie kleuren aan de hemel.
Elke traan omdat je iemand mist die heel bijzonder was, die traan is ook heel bijzonder – als de zon erop schijnt zie je alle kleuren van de regenboog.
Elke traan is kostbaar.. en in elke traan zit ook een stukje zon.. daarom is er dat tranenpotje aan het einde van de regenboog.

Wij sturen straks ballonnen naar de hemel, in de kleuren van de regenboog..
en denken aan Mark die niet meer bij ons is.
Misschien is hij daar wel, dichtbij de zon, en de sterren
en waait de wind onze ballonnen en onze gedachten naar hem toe..
We hopen zo dat hij daar niet alleen is;
dat hij mag spelen in het licht, bouwen en skelteren,
dat hij rusten mag, gewiegd door de wolken.
Mark is gegaan, en wij hopen dat hij gekomen is op een plek waar het mooi is.

‘Je moet wel gaan om er te komen’.. hij zei het zelf.

zondag 14 augustus 2011

dinsdag 9 augustus 2011

dominee in de aanbieding

Ik zit niet echt om werk verlegen. Als je voor een halve baan beloning ontvangt is het best een uitdaging om de vrijwillige uren binnen de perken te houden. Maar soms betrap ik me er op, dat ik zo graag méér zou willen doen. Het is net alsof ik handen vol moois te geven heb - niet van mezelf, maar van die Ander die groter is dan ik - maar ik blijf er mee staan. Wie aan de rand van de kerk staat en groot verlies overkomt vraagt niet naar de kerk en de dominee. De dominee van dorp mag dan jong en vlot zijn, toch is zij tegelijk een overblijfsel uit het verleden, een zwerfsteen in de moderne tijd. Wie nog maar een klein beetje geloof of bijna niets meer over heeft, die is gewend het zelf uit te zoeken. Ook bij het afscheid nemen van een dierbare.
Daar sta ik dan.. een dominee in deze tijd, die zichzelf wel in de aanbieding wil doen: gratis mee te nemen, een beetje troost, wat verbinding, een zinnig woord, een zegen van de Eeuwige.. Maar het lijkt wel over de datum, het produkt dat ik te bieden heb.
Wil ik te graag? Zoek ik bevestiging dat het relevant is wat ik doe? Niets menselijks is deze dominee vreemd, twijfelen aan zichzelf al helemaal niet. Misschien moet ik daar toch eens mee ophouden..
Toch kan ik het niet laten, om te leuren met wat ik te bieden heb. Geen voet tussen de deur, maar wel een aanbod dat de moeite waard is: een schat aan woorden, beelden, verhalen die een moderne doe het zelver helpen kunnen. Afslaan mag altijd..

kerk op vakantie


Jij bent misschien zo'n vakantie ganger die in het buitenland aan elke kerkdeur voelt om te zien of je naar binnen kunt. Om dan een kaarsje op te steken en even van de stilte te genieten, even zitten in een bank. Of je bent een echte kerkganger die ook op de vakantiebestemming de zondagse kerkgang niet overslaat, en aanschuift in een plaatselijke kerkbank.
Ik ben meer van het eerste type. Maar deze vakantie heb ik een uitzondering gemaakt: een week lang schoof ik twee keer op een dag aan. Niet in een kerkbank, maar gezeten op de grond in een tent vierde ik met zo'n honderd anderen (rondkruipende babies meegerekend) het ochtend- en avondgebed. Op een Terschellings kampeerterrein, aan de rand van de duinen, waar de heide feestelijk bloeide en het strand lokte (want het regende bijna niet deze week!). Keiland: het was een beetje Taizé aan de Waddenzee.. maar dan iets lichtvoetiger. Er werd gedanst, en gelachen, er werden verhalen verteld en lichtjes aangestoken. En de babies kropen er vrolijk tussendoor.
Even geen vakantie van de kerk, zoals anders, maar kerk op vakantie.. kerk zijn zoals je het alleen beleven kunt in een tent, tussen het samen tandenpoetsen en eten door, op zanderige voeten en met muggenbulten. De uitdrukking 'vakantie vieren' heeft voor mij weer een extra dimensie gekregen.