maandag 31 maart 2014

Kerk in een dorp, kerk met een gezicht


Wat heeft de dorpskerk nodig om te overleven? Of is de dorpskerk juist heel vitaal? Een bijeenkomst rond dit thema binnen de Protestantse Kerk in Nederland leverde een goed gesprek op. Hier enkele gedachten waarmee ik naar huis ging, naar de pastorie van de Protestantse gemeente Cothen, een dorp dichtbij Wijk bij Duurstede.

De mensen van de dorpskerk hebben behoefte aan gezichten. Brieven van het landelijk buro met vragen of een uitnodiging of een nieuw beleidsvoornemen blijven papier. Komt er een gezicht bij en een verhaal, dan landt het pas.
In een dorp geldt de waarde van het blijven. Wie niet zomaar weer weggaat en meeleeft, jarenlang, die wortelt en gaat er bij horen.
Een ‘ambt’ geeft ingangen in een dorp (en enig gezag), zolang het maar gedragen wordt door een persoon die belangstelling toont en aanschuift aan de keukentafel (achterom komt). In het netwerk van mensen die best dicht op elkaar zitten, voor elkaar zorgen maar elkaar ook in de gaten houden is er behoefte aan iemand die enigszins ‘boven de partijen’ staat. Of beter: die niet helemaal deel uitmaakt van het netwerk, er functioneel ( of ‘ambtelijk’) buiten staat.
Willen de mensen van de dorpskerk er één van de kerk zijn? Zijn ze ambassadeurs van de gemeente, is het iets om trots op te zijn?
Voelen degenen die lang niet zijn geweest zich welkom, of is er gêne om weer te gaan?
Willen dorpsbewoners van jongere generaties zich nog verbinden met ‘de kerk’? Ook in een dorp is het goed om te pionieren: te kijken of er voor diegenen die afhaken andere momenten en manieren van betrokkenheid zijn die beter bij hen passen. Het dorp biedt kansen omdat de kleinschaligheid en samenhang ervoor zorgt dat er allerlei onderlinge verbindingen waar je op kunt inspelen.
Het is realistisch om te constateren dat er anders over twintig jaar weinig over is van de gemeente. Het is goed om ‘kerk’ breder op te vatten dan wie komt op zondagmorgen 10 uur.

Houden van het dorp met z’n eigenaardigheden is belangrijk.
Houden van de kerkelijke gemeente, ook al is die grijzer aan het worden, net zozeer. Dit groepje getrouwen verdient alle aandacht. Kerkdiensten moeten van goede kwaliteit zijn. Liefst dichtbij dagelijkse ervaring, met aandacht voor lief en leed. Ook al gaat de gemiddelde leeftijd omhoog, de 1gemeente gaat met haar tijd mee, en maakt ruimte voor experiment in de kerkdienst. En bij feestdagen, bij bijzondere diensten en bij begrafenissen kan het goed vol zijn in het kerkgebouw.
De dorpsgemeente kan iets heel aantrekkelijks hebben: het kan een oase van rust zijn in een veranderende wereld. Kleinschalig, met aandacht voor elkaar, informeel en praktisch ingesteld, zonder al te grote conflicten mensen met verschillende manieren van geloven samenbrengend.
Het kleinschalige is een kracht! Liever minder maar wel goede activiteit in het dorp dan opgaan in een bovenplaatselijk geheel. Ook het gebouw is van grote waarde. Voor wie er niet meer of niet zo vaak komt is het een baken. Het herinnert eraan, dat geloven deel is van het dorp, van het dagelijks leven.
Pastoraat in het dorp is van levensbelang om voeling te houden met wat er leeft, en om relevant te blijven voor wie er woont. Als er niemand van de kerk meer ‘achterom komt’, als er geen tijd meer is voor die aandacht – en dat kan ook via facebook of email! – dan wortelt de kerk niet meer.
Het gewone van kerkdienst en pastoraat is een grote kracht.

Naast dit klassieke kerk-zijn kan er gezocht worden naar nieuwe vormen. Stilte, gesprek, aanwezigheid via de digitale weg of in een café – het bereikt weer andere mensen, en het verandert in ieder geval het klassieke beeld van ‘de kerk’. De gemeente wordt er niet per se groter van… maar het is een begin van ‘luisteren’ naar wat er nodig is om aanwezig en relevant te zijn.
De kerk – het gebouw, de activiteiten, de gemeenschap – kan door nieuwe vormen voor mensen uit de regio aantrekkingskracht hebben. Zo ontstaan nieuwe dwarsverbindingen en contacten. Een bron van mogelijke samenwerking?

Handen uit de mouwen past bij het dorp. Problemen met elkaar oplossen ook. Lijnen naar de toekomst uitzetten, nadenken over verandering en ideeën elders opdoen gaat minder van nature. Daarbij is een voortrekker en toeruster nodig, die mensen meeneemt. Dat pleit voor een professional die tijd heeft om te reflecteren en elders ideeën op te doen. 

Waarderen wat er is en zien wat er allemaal wèl gebeurt staat voorop.
Niet teveel vergaderen maar zaken creatief en door informeel overleg oplossen ook.
Punt van zorg is wel of de dubbele beweging: trouw aan de bestaande gemeente en nieuwe vormen zoeken voor nieuwe generaties en kerkverlaters niet teveel energie kost. Aan de andere kant geeft het ook veel energie als er nieuwe vormen gevonden worden!

Meer lezen? Een aanrader is: Wim Beekman, 'Leve de dorpskerk', een studieverslag uit 2011. 

maandag 24 maart 2014

Vergeef ons onze schulden

een verhaal bij Matteüs 18: 21- 35

Petrus komt bij Jezus met een vraag.
Meester.. zegt hij, als een van mijn vrienden de fout in gaat, steeds weer.. zij laat me zitten, of hij doet iets achter mijn rug.. en het gebeurt elke keer weer.. Hoe vaak moet ik dan vergeven? Het is nu 7 keer gebeurd.. nu is het toch wel klaar? Ik mag nu toch wel helemaal klaar zijn met die vriend?

Jezus zegt: niet zevenmaal moet je vergeven, maar wel zeventig keer zeven..
Je ziet Petrus rekenen..
Maar Jezus is al begonnen om het verder uit te leggen.
IK zal je een verhaal vertellen.  Zo gaat het in het Land van Méér.. Luister maar…

In dat land van Meer was het tijd voor de jaarlijkse afrekening. De leider van het land was een man met een eeuwige glimlach op zijn gezicht die de mensen regelmatig opriep om vooral geld uit te geven omdat goed was voor het land (koop meer auto’s zei hij, of een huis zei hij dan met een brede lach).
Toen 1 april dichterbij kwam moest iedereen zijn huishoudboekje laten zien. Wat heb je uitgegeven dit jaar, wat heb je verdiend, en wat heb je bijgedragen aan de samenleving.
De inspecteurs gingen huis aan huis langs om te controleren.
En ergens in het land ontdekten ze een familie met grote schulden. Laten we de de familie de Vries noemen. Vader Henk, moeder Ingrid, en 2 kinderen van 12 en 14, Lotte en koen. Ze hadden al jaren veel meer uitgegeven dan ze binnenkregen. Logisch, want er was een nieuw model auto op de markt gekomen, en ze hadden ook allemaal een smartphone – ook de 2 pubers hadden de laatste versie van de Iphone. Hun flatscreen was net iets groter dan dat van de buren, dat kon je door de ramen heen zien.
Maar door de economische crisis waren vader en moeder allebei hun baan kwijtgeraakt. Alleen, ze waren zo gewend om de nieuwste spullen te kopen – en dat moest toch ook van de leider van het land? – en hun kinderen durfden ook echt niet met een Iphone van vorig jaar naar school… dat ze niet konden stoppen.
Dus hadden ze grote schulden. Ze hadden overal geld geleend. Het meeste hadden ze online gekocht, bij postorderbedrijven, Bol.com, Wehkamp. En om de rente te betalen hadden ze bij zo’n verkoper aan de deur geld geleend. Dat dat ze scheppen met geld kostte ontdekten ze pas later..

De inspecteur bracht verslag uit aan de leider van het land. Hij was onverbiddellijk. Hij stuurde er een incassoburo op af. Die stond op de stoep en vertelde moeder Ingrid en vader Henk dat al hun spullen de volgende dag in een grote vrachtwagen zouden worden geladen. ‘En er komt ook een bord met ‘te koop’ in de tuin. Alles is nu van de bank. Had je maar niet zoveel schulden moeten maken..’
Maar waar moeten wij dan heen? Vroeg vader Henk wanhopig.. Moeten we op straat slapen? De straatkrant verkopen? En Lotte en Pim vroegen ongelovig: Moeten wij dan ook onze smartphone inleveren? De inspecteur knikte dreigend. De familie was in zak en as.
Zoon Koen had een helder idee. We schrijven een brief aan de leider van het land. Of nee, we gaan die zelf brengen. Op onze knieën gaan we, op de stoep.
Dat deden ze. Pim en Lotte hadden een groot spandoek gemaakt met daarop ‘onze schuld, ons probleem??!’en op het andere stond ‘vergeef ons onze schulden’ en ze hadden een brief geschreven waarin ze alles uitlegden.
De leider van het land kwam zelf naar buiten. Strak in het pak en met een glimlach.
Moeder Ingrid keek smekend omhoog: heb medelijden met ons! Pak ons huis niet af, en al onze spullen.. we zullen alles terugbetalen, cent voor cent..
De leider van het land keek hen aan, en kreeg ook echt medelijden.
Hij schold hen al het geld kwijt. Zomaar.. geen schuld meer over. Ze konden gewoon naar huis.
Ze waren er verbluft van. Dat was veel méér dan waar ze op gehoopt hadden.
Opgelucht en nog een beetje in de war kwamen ze thuis.
er kwamen vrienden en vriendinnen om te horen hoe het afgelopen was. En toen die vertrokken bedacht Lotte dat één vriendin een tientje van haar geleend had. Ze pakte haar bij de arm en zei: ik wil dat geld terug! Nu! Ik heb mijn smartphone terug en heb het nu nodig om beltegoed te kopen.. De vriendin keek haar smekend aan.. alsjeblieft, mag het volgende week, ik zal het je echt terugbetalen maar ik heb het nu zelf nodig... Maar Lotte haalde haar vader en broer Koen erbij, die de vriendin aan 2 kanten zo hard vastpakten dat ze het geld wel moest betalen.
De mensen uit de buurt hoorden ervan. Ze gingen naar de inspecteur en die ging weer naar de leider van het land.
Die liet de hele familie komen. De glimlach was van zijn gezicht en hij zei tegen hen: heb ik jullie je schuld kwijtgescholden zodat je opnieuw kon beginnen.. ik had medelijden met jullie.. en wat doe je? Je knijpt iemand uit die een schuld bij jou heeft! Je hebt zelf helemaal geen medelijden!
Daarom moeten jullie alsnog de hele schuld betalen. Om jullie daarbij te helpen is er de schuldsanering. 

Petrus kijkt Jezus beteuterd aan..
Dat is raar.. zelf vergeving krijgen maar het een ander niet geven.. Maarre… wat moet ik nu?
zijn gezicht is één groot vraagteken.
Precies! Zegt Jezus. Zelf vergeving krijgen en het een ander niet geven.. dat is raar. In het land van Meer krijg je eerst vergeving. Jij ook. elke dag weer. Zo gaat dat bij God.
Wat voor fouten je ook maakt, je mag steeds weer helemaal opnieuw beginnen. En niet één keer….
En hoe kan het dan, dat je je vriend die kans niet geeft?

Al is het 7 x 70 keer. Heb je trouwens al uitgerekend hoeveel dat is Petrus? 

Column: na de verkiezingen

(geschreven voor ZIN in Wijk bij Duurstede op 21 maart 2014) 
Winst en verlies van de verkiezingen klinken nog na, maar wat bij velen vooral nadreunt is het geschreeuw van de aanhangers van Wilders. ‘Minder, minder!’ schreeuwden toen Wilders hen vroeg of ze meer of minder Marokkanen wilden.
Wat Wilders doet is met één woord een hele groep apart zetten en voorzien van een negatief etiket. Terwijl die groep bestaat uit heel veel verschillende mensen. Velen van hen hebben een nederlands paspoort, hun wieg stond in ons land, ze zijn hier opgeleid; ze zijn Nederlands, net zo goed als Marokkaans. Het zijn mensen als Anissa Buzhu die bij de Preek van de Leek vertelde over haar opa, 1 van de eerste immigranten, een voorbeeld van doorzettingsvermogen. Mensen als haar moeder Rachida die zich inzet voor de Wijkse samenleving, onder andere op de lijst voor de gemeenteraad.
Er zijn ook mensen met Marokkaanse wortels die overtredingen begaan of misdaden plegen. Maar moeten zij daarvoor anders bestraft worden dan mede-Nederlanders?
Natuurlijk willen we criminaliteit bestrijden en overtreding van de wet bestraffen. Maar het is bedrieglijk om daarbij naar een groep mensen te wijzen die net zo divers is als Nederland als geheel. Het is stemming-makerij om alleen maar van je af te wijzen naar een ander, of een hele groep ‘anderen’ als het om oplossen van problemen gaat..
uit het veertigdagenboekje van de PKN ‘Zoek de stilte’

Ze kennen Hem niet, kruis Anne-Marie van der Wilt
doen hun werk,
opdracht is opdracht,
anders is het hun beurt.
Ze kennen hem niet,
weten niet van liefde,
die opstandig maakt
en bergen verzet.
Ze kennen Hem niet,
verscholen achter
hun onwetendheid
slaan ze de spijker op zijn kop.
Pas als je iemand kent,
leg je de wapens neer,
ontsnappen in de stilte
woorden van vergeving.

(de tekst werd geschreven bij Lucas 23, 34 ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen’) 
- See more at: http://www.zininwijkbijduurstede.nl/na-de-verkiezingen-zinnig/#sthash.UaBlxp9g.dpuf