zaterdag 19 september 2015

Het elfde gebod

"Wat ben ik blij dat ik weer aan het werk kan... "
Terwijl ik me voeg in het ritueel van het vragen hoe de vakantie was, kruip ik ondertussen de comfort-zone in van mails die beantwoord moeten worden, mensen die iets van me nodig hebben, lijstjes en afspraken, gesprekken via twitter.
Een week eerder lag ik in een rood wit gestreepte hangmat in een Franse tuin. Omhoog kijkend zag ik de zon schitteren tussen de bladeren. Iets verderop was het water van een klein stroompje te horen. Nog even en de krekels zouden van zich laten horen. In het Franse dorp was niet meer te beleven dan het slaan van de klok, ieder kwartier. Ik had de hele dag de tijd om een boek uit te lezen. Het was het paradijs. Maar wel een stil paradijs. Ik voelde me onthand en onrustig. Ik had heimwee naar de drukte van de dingen die moeten, naar prikkels, mensen om me heen en goed werkend internet.
Het gebeurt me vaker dat ik me in de zomer ga afvragen waarom ik ook alweer op vakantie moest… En van wie.
Eenmaal weer thuis was ik vanuit mijn achtertuin getuige van een heel geïrriteerde moeder met kind in een kano. Toen ze haar kind vertelde hij nat worden misschien leuk vond, maar zij niet, onderdrukte ze haar boosheid nog. Maar toen ze lokale jeugd zag opduiken die aan het zwemmen was onderdrukte ze niets meer. ‘Als je in de buurt komt dan sla ik je!’ riep ze met peddel in de aanslag.
Ik wist mijn oordelende gedachten even het zwijgen op te leggen met de gedachte: wat kan vakantie toch ontzettend uit je comfortzone zijn. Je moet het leuk hebben en je ontspannen. Maar vervolgens ga je dingen doen die je normaal niet doet. Daar word je niet per se ontspannen en gezellig van.
En dan is er nog het elfde gebod van onze samenleving: Gij Zult Genieten.
Ik betrap mezelf er ook op dat ik te pas en te onpas roep ‘En geniet ervan…!’ Terwijl ik bij het ontvangen van die wens in een kramp schiet en denk ‘Oh nee, dat moet óók nog…’.
Genieten is geen project. Het overkomt je als je geluk hebt.
Als vakantie en dat elfde gebod bij elkaar gaan horen, dan is ontspanning ver te zoeken.
Vakantie is eerder een uitgebreide versie van een ander gebod dat wel bij de Tien Geboden uit de Bijbel hoort: houd een rustdag, omdat God dat ook deed.
God zegende en heiligde die ene dag in de week vertelt de Bijbel. Heiligen is niet bepaald een in-je-comfortzone woord. Iets wat heilig is is geladen met anders-zijn. Dat maakt onrustig. Als je eraan overgeeft, aan dat ‘andere’ dan kun je niet meer vasthouden aan wat je gewend bent.
Als je durft.
Vakantie is niet per se leuk.
Het is een breuk met het gewone. Het is even ‘niks’. En dat maakt pijnlijk duidelijk wat je tot houvast geworden is.
En dat maakt een tijd van rust – een dag, een paar weken - ongemakkelijk.

Het is het avontuur van de leegte.

Mijn advies, vooral aan mezelf:
Houd het uit met de verveling en werk die niet weg door je te voegen in de stroom winkelend publiek op zondag.
Weersta de verleiding om een to-do-lijstje af te werken, om het huis te gaan schrobben of je schuldgevoel vanwege verwaarloosde sociale contacten weg te werken. Verveel je, doe je best niet, doe even niets.
Geef je over aan de leegte.
Het is genoeg.
God zag dat het goed was, vertelt het scheppingsverhaal - na zes dagen werken was het genoeg.
Erger nog: toen Adam en Eva werden geschapen kregen ze meteen een vrije dag!
Het is ongemakkelijk, maar laat het maar eens tot je doordringen.
Nu ik weer aan het werk ga merk ik, hoe goed het me gedaan heeft: even niets…

vrijdag 11 september 2015

Echtscheiding

Artikel verschenen in het themanummer "Eénoudergezinnen" van het Ouderlingenblad, 
juli/augustus 2015, nr 1061, jaargang 92

Door dit artikel heen zijn in kadertjes citaten opgenomen. Het betreffen uitspaken van mensen die via Facebook reageerden op de vraag: hoe speelde bij jouw echtscheiding geloven en de kerk een rol? 

Een derde van alle huwelijken eindigt in een breuk. Als je partners meetelt die niet voor de wet getrouwd zijn, ligt het percentage wellicht nog hoger. Tweede huwelijken lopen twee keer zo vaak op de klippen.
Is het percentage in kerkelijke kring net zo hoog? Zeker is, dat ook veel stellen die in de kerk een zegen kregen over hun huwelijk weer uit elkaar gaan. Is er voldoende oog voor alles wat er speelt rondom een scheiding?

Persoonlijk

Zeven jaar geleden ging ik scheiden. Mensen die niet zo kerkelijk betrokken zijn vragen mij vaak: maar mag dat wel, als predikant? De vraag of ik wel predikant zou kunnen blijven in mijn kleine dorpsgemeente stelde ik mezelf ook in de jaren die vooraf gingen aan de beslissing.
Het bleek geen probleem te zijn. Gemeenteleden waren vooral geschrokken, omdat ze het niet hadden zien aankomen. Een enkeling bekende enigszins beschaamd dat zij niet had gedacht dat het een dominee ook kon overkomen. Als ik eerlijk ben, was het voor mezelf ook wennen, dat mijn eigen ‘falen’ zo publiekelijk zichtbaar werd. Maar dat het zo gebeurde heeft me als mens en als predikant tot een heler, want eerlijker feilbaar mens gemaakt.
Mijn ex-man kocht een huis in het dorp en we werden co-ouders. De helft van de week zorg ik, de andere helft hij. Hij is nog steeds betrokken bij de protestantse gemeente waar ik voorganger bleef. Door de jaren heen is het steeds gemakkelijker geworden om te overleggen over zaken die onze kinderen (van nu 17, 15 en 12 jaar oud) betreffen.

De beslissing

Een breuk tussen twee mensen roept altijd schrik, vragen en verdriet op. Zeker als er kinderen in het spel zijn is de instinctieve reactie er één van schrik. Een oordeel ligt zomaar op de loer.
Zijn er ook bijbelse argumenten tegen echtscheiding? Op die vraag is geen eensluidend antwoord. Het hangt er vanaf hoe je sommige bijbelteksten uitlegt.
Je kunt de tekst ‘wat God verbonden heeft mag een mens niet scheiden’ heel absoluut opvatten. Echter, ook als je gelooft dat God mensen verbindt aan elkaar is het de vraag of de Eeuwige achter elke trouwambtenaar staat om dat huwelijk te sluiten. Wij mensen gaan een huwelijk aan en zeggen ‘ja’. We overzien vaak niet waar we aan beginnen. God geeft zijn zegen als wij daarom vragen, maar kent ons goed genoeg om te zien dat er misschien geen zegen rust op wat wij proberen… Soms beginnen we aan iets onmogelijks.
Trouw zijn aan de ander en aan jezelf, dat is de uitdaging van elke relatie. De opgave ook. Gaat het één ten koste van het ander, dan gaat het verkeerd. De trouw aan de ander kan inhouden dat je jezelf uit het oog verliest en zelfs kwijtraakt. Dan kun je jezelf niet meer geven, dan ben je er niet meer echt. Weg is de relatie, want je bent er niet meer allebei. Of de trouw aan jezelf gaat ten koste van de ander – je eigen zoektocht staat voorop en de ander raakt uit het oog, de verbinding raakt weg door te grote afstand.

Toen de vrouw met wie ik nu getrouwd ben ging scheiden begrepen ze het in de kerk niet. Het was zo’n modelgezinnetje. Hij zat ineens met de kinderen voorin en zij alleen achterin. Hij wilde dat de wereld geloofde dat ze hem en haar kinderen had verlaten voor een ander. Maar was dat zo? Zij wilde een ander leven, niet het huwelijk voort zetten dat haar niet gelukkig maakte. Ze wilde zichzelf zijn.

Hoe regel je het?

Terwijl bij het ene stel de opluchting dat de beslissing eindelijk gevallen is overheerst, gaat bij een ander stel het gevecht dan nog maar net beginnen. Wordt de keus min of meer gezamenlijk gemaakt, dan kunnen de zaken met een mediator geregeld worden. Is er veel strijd en lukt het niet om samen om aan tafel de bezittingen te verdelen en te komen tot een goede regeling voor de kinderen, dan wordt het een rechtszaak.
In alle gevallen moet er veel geregeld worden. Moet het huis verkocht? Hoe gaat het verder met de zorg voor de kinderen? Gelukkig zijn er steeds meer stellen die kiezen voor co-ouderschap: gezamenlijke zorg voor de kinderen.
Aan een scheiding gaat meestal een lange periode van conflict, verdriet en spanning vooraf. Vaak onzichtbaar voor de buitenwereld. Op het moment dat de boodschap naar buiten komt is de beslissing vaak al gevallen. Is er dan nog ruimte om pastoraal iets te betekenen? Is er wellicht behoefte aan een ritueel om de relatie op een goede manier af te sluiten?

Ik denk dat God veel verdriet heeft van scheidende mensen. Mensen die eens, zelfs aan God, beloofden dat zij bij elkaar zouden blijven in voor- en tegenspoed, in ziekte en gezondheid tot de dood scheiding maakt.
Mijn relatie met geloof en kerk heeft gewankeld maar ik denk dat ik er, wat dat betreft, sterker uit ben gekomen. Hoewel schuldgevoelens soms de kop opsteken; ik ben mijn 'onschuld' kwijt geraakt. Maar dat is natuurlijk niet helemaal terecht, alsof mijn scheiding de enige 'schuld' is die ik heb. 

‘Goed scheiden’

Zelf zeg ik vaak: onze scheiding is de second-best optie. Nu het niet gelukt is om bij elkaar te blijven moet ik het beste maken van deze tweede keus. Maar eenvoudig is dat niet. Het is een paradox: na jaren van pijn en moeite kun je niet meer met elkaar verder, maar toch moet je in goede harmonie zaken regelen. Terwijl je vol zit met verdriet en boosheid moet je toch redelijk blijven en de ander zijn of haar deel gunnen.
Het is verdrietig dat al te vaak anderen deel worden van het conflict tussen twee mensen. Het wordt uitgevochten over de hoofden van de kinderen; vrienden en familie worden gedwongen om één kant te kiezen. Kunnen ex-partners die zich diep gekwetst voelen, dat voor zichzelf houden? Misschien is een pastor iemand bij wie gevoelens van boosheid en teleurstelling wel geuit kunnen worden.
Aandachtspunt is wel, dat het moeilijk kan zijn voor één persoon om beide partners pastoraal nabij te zijn.
Ook in de kerk wordt soms de partij gekozen van één van beide ex-partners. Deels is het aan henzelf om te zorgen dat pijnlijke kanten van het scheidingsverhaal binnenskamers blijven. Deels is het een kunst om als gemeente beide kanten van het verhaal te willen horen.

Ik ben lid van een behoudende gemeente. Onze predikant had begrip voor het feit dat ik wilde scheiden. Alle gemeenteleden en ambtsdragers steunden mij. Ik heb nooit iets negatiefs gehoord; zelfs mijn familieleden die van de Bondskerk zijn hebben mij altijd gesteund en geholpen.

En de kinderen?

Kinderen kunnen een argument zijn om bij elkaar te blijven, maar net zo goed kunnen stellen uit elkaar gaan omdat de kinderen lijden onder hun conflicten.
Kinderen zijn eindeloos loyaal aan hun ouders. Wordt er over hun hoofd of direct tegen hen kwaad gesproken door de ene ouder over de andere, dan worden ze in een loyaliteitsconflict gebracht.
De grootste opdracht aan scheidende ouders is dan ook: gun je kind de liefde, tijd en aandacht van de andere ouder. Geef de andere ouder de ruimte om op zijn of haar manier voor het kind te zorgen. Ook al vind je er van alles van… Zorg dat je kind nooit hoeft te kiezen, maar van beide ouders evenveel houden mag. Ook als je daarvoor van alles weg moet slikken.

Alleen verder…

‘Ik was bang om de straat op te gaan. Ik had het gevoel dat iedereen naar me keek’, vertelde een gescheiden vrouw me. Schaamte speelt een grote rol, al scheiden er nog zoveel mensen. Durft iemand die in scheiding ligt nog naar de kerk?
Als getrouwd stel heb je een netwerk, maar zodra het tot een breuk komt, moeten vrienden vaak ook kiezen. Het wordt moeilijk om naast beide ex-partners te staan; soms vragen degenen die gaan scheiden zelf om een keus.
Ook de schoonfamilie valt vaak weg. Zo vallen er gaten in het netwerk van degene die gescheiden is, terwijl er al veel vanzelfsprekendheden zijn weggevallen. Er moet iets nieuws opgebouwd worden. Zelfs als de scheiding eigen keus was, komt er na de eerste opluchting vaak een periode die minder gemakkelijk is. Het verlies van de relatie, de teleurstelling, het schuldgevoel wellicht… Het kost tijd om daarmee verder te leven.
En dan zijn er de dagen waarop de kinderen – als die er zijn – bij de ex-partner is. Die dagen geven vrijheid, maar je moet als gescheiden ouder vreselijk aan wennen aan het lege huis. Aan het steeds schakelen van volop alleen zorgen voor je kinderen naar loslaten.
In sommige gevallen is het vinden van een nieuwe partner onderdeel van de beslissing om te gaan scheiden. In andere gevallen is dat niet zo en wacht een leven als single, als alleenstaande ouder. We zijn niet gemaakt om alleen te zijn, zou je vanuit het scheppingsverhaal kunnen zeggen. En zo voelt het voor veel mensen ook… Wie heeft er nu niet behoefte aan intimiteit, aan aangeraakt worden, aan iemand die vraagt hoe je dag was en je welterusten zegt? Maar het is niet eenvoudig om een nieuwe partner te vinden als je geen twintig meer bent, de zorg voor kinderen hebt en een baan. Is er dan wel ruimte voor nieuwe liefde? Voor veel alleenstaande ouders geldt: de kinderen gaan voor.

Staan we er in de kerk voldoende bij stil dat voor velen de vanzelfsprekendheid van het gezin (vader-moeder-kinderen) er niet (meer) is? Dat is extra voelbaar op hoogtijdagen, bij overgangsmomenten en in de vakantie. De gemeente kan dan een thuis zijn, maar ook een plek waar het gemis niet gezien en daardoor extra gevoeld wordt.

maandag 7 september 2015

Fully welcome


Fully welcome...

In mijn leven is zoveel overvloed, ruimte,
geluk
- en niet omdat ik er harder voor gewerkt heb dan een ander - 

dat er genoeg is om te delen.
Als ik maar de durf heb
om het met minder te willen doen,
als ik mijn grenzen weet,
als ik niet bang ben
voor wie de ander is,
dan is er genoeg om te delen.
Er is veel dat ik niet overzie.
Ik weet niet hoeveel keuze een vluchteling heeft
of niet.
En begrijp die keus niet meteen.
Maar ik zie een mens
die een flesje water, een deken om onder te slapen, een veilig vervoermiddel, een dak nodig heeft.
Ik weet niet hoeveel ruimte een politicus heeft
of niet.
Maar ik kan vragen stellen.
Het begint met willen luisteren
naar wat een ander overkomen is.
Luisteren naar een ‘naaste’ in mijn straat, in het dorp
als die in het nauw zit.
Luisteren naar een ‘naaste’ op de vlucht van ver
die dichterbij komt.
Elk mens is welkom
fully welcome.