zondag 31 maart 2013

Open armen


Het is een bijzonder verhaal, dat verhaal van Jezus. Zijn lijden, alleen, zijn dood, onschuldig.
Maar... is het onder ons niet doodnormaal dat één iemand wordt afgerekend op wat er fout gaat?
Dat er één verantwoordelijk wordt gehouden en al het onbehagen, de ongerustheid, de boosheid over zich heen krijgt?
De wielrenner die alle boosheid en teleurstelling om een besmette sport treft.. het was niet zo mooi als we dachten en wilden. Daar moet iemand voor boeten, schuld voor belijden, vergiffenis vragen.
Waarschijnlijk zijn allen schuldig, maar wij willen er één zien die de schuld op zich neemt, op de bank bij Oprah.
De bankier die alle kwaadheid om en onrust om wankelende banken over zich heen krijgt gestort. Hij moet schuld bekennen, door het stof, anders komen we zijn enorme villa bezoeken, of bombarderen we hem via sociale media. Waarschijnlijk zit de neiging om te graaien als het gemakkelijk kan in velen van ons, maar we kijken naar die ene – hij heeft het gedaan. Als we maar naar hem blijven wijzen..
De minister die de angst dat ons geld niet veilig is, onze zekerheid – de angst ook van journalisten en tv presentatoren – en ter verantwoording wordt geroepen: liever liegen over wat nodig is, dan de financiële markten onrustig maken. Eerlijkheid levert verlies op. En dat verlies moet iemands schuld zijn.. terwijl we allemaal deel zijn van het probleem. Die ene – die had het anders moeten doen, want door hem gaat het fout.

´We zijn één wereld` zong Jezus in the Passion op Witte Donderdag. De problemen die er zijn zijn niet van hen, maar van ons. 
Maar we hebben zo de neiging om er een ander op af te willen rekenen. Een schuldige te zoeken om onze angst en onrust te sussen. Een oplossing is nog niet dichterbij, maar het lucht op om te kunnen wijzen naar iemand. Dan kun je vervolgens gewoon weer verder?

Dit begint op een donderpreek te lijken..
en het gaat natuurlijk over het tegenovergestelde vandaag! Om opstanding, blijheid, jubel, vreugde.. feest…
Want er is iets veranderd.   
Door die ene, door Jezus.
Ik loop al dagen met de liedjes van de Passion in mijn hoofd, en vooral met dat liedje dat Jezus – in de persoon van René van Kooten – zong op het strand, het Gethsemane van Den Haag.
Ik heb je lief.. ik heb je liever.. liever dan mijn leven.. dan om het even wat..
Daar draait het om, dat keert de boel om, een wending ten goede.. daar staat iemand op. Wijst niet naar anderen, maar omarmt mij, jou, de bankier en de spaarder, de fietser en de bankzitter, de minster en de buurman, het slachtoffer en de dader.. met onze fouten en verdriet. Hij rekent ons niet af op onze daden. Wij zoeken iemand die de schuld kan dragen.. en hij wordt dat, vrijwillig.
Hij omarmt ons.. met alles wat we zijn..
Hij ontwijkt niemand door de andere kant op te kijken, hij verzet zich niet door naar een ander te wijzen, hij weer niet af, slaat niet terug, hij relativeert niet weg. Hij staat daar en laat het volledig op zich af komen. Alles wat wij meebrengen, donker en licht, alles. Met compleet open vizier, met open armen.
En zo wordt kwaad omgekeerd tot goedheid.. slaat haat om naar liefde.. en breekt in duister licht door.

De kracht om niet naar een ander te wijzen maar zelf op te staan en op te komen voor een ander – die wordt vandaag in ons wakker gemaakt.
Niet met een goedkoop moralistisch verhaaltje met een opgeheven vinger.
Maar doordat er iemand is die daar staat, armen open – voor alles wat wij zijn. Geen oordeel, geen afwijzing.. hij draagt het. Zonder enige reserve draagt hij wat wij met ons meebrengen. Het kruis is gemaakt van al het donker in ons. Hij draagt het kwaad en versterkt het goede..  
En dan.. wat gebeurt er dan, als iemand dat doet? Het kwaad van de wereld toelaat, en draagt..
Dan is het drie dagen doodstil. Stil als het graf. Koud is het, winters koud.

Maar er is iets veranderd. En waar wij het niet zien, verborgen,  groeit er iets.
Het is het geheim van stille zaterdag. Het geheim van het zaad dat in de grond rust, en groeien gaat. We zien het niet, en doorgronden het niet..
Maar in de stilte, de kou en de machteloosheid.. op het diepste punt.. daar breekt het licht door.
Het is Gods geheim. Dat hij doet opstaan, de liefde doet opstaan. Een mens doet opstaan.. zijn zoon doet opstaan, uit de dood.
Dat Hij het goede in ons doet opstaan, versterkt wat er is aan goede wil, aan liefde…

Het wordt licht en terwijl in Maria’s lijf nog het donker van de nacht heerst, en de tranen haar verblinden, breekt het licht door.
Ze hoort haar naam. Hij leeft. En zal nooit meer sterven.
Hij zal voor altijd haar hand pakken om haar te helpen, haar op te richten.
Ze moet wel zingend weggegaan zijn, uit die tuin. Terug naar huis
God laat ons zingen na een lange nacht. Hoe dat gaat, dat is het geheim van Stille zaterdag.. maar hij laat ons weer zingen. 

opstanding


het verhaal van een kampbewoner, ergens in een Duits concentratiekamp:

In zijn barak verscheen elke week op dezelfde dag een bewaker om een bepaalde gevangene een afranseling te geven. Week in week uit verscheen hij met zijn  stok, altijd op zoek naar hetzelfde slachtoffer. En niemand die deze dodelijke ban wist te doorbreken.
Tot op een dag een van de anderen bewoners van de barak – niet de verteller - op de bewaker toetrad en zei: ‘U komt nu al tijdenlang iedere week om dezelfde van ons af te ranselen. Ik wilde u vragen  nu vandaag eens voor de verandering daarvan af te wijken, en míj te nemen…’. De bewaker was even uit het veld geslagen, maar herstelde zich: ‘Dat zal ik doen, en omdat u zo flink bent om u zelf aan te melden, mag u zelf het aantal stokslagen bepalen’.
‘Dat laat ik aan uw geweten over’, antwoordde de man.
‘Ik heb geen geweten’, zei de bewaker.
‘Dat hebt u wel’, antwoordde de man, ‘anders had u mij allang een pak rammel gegeven.’
De bewaker keek hem aan, draaide zich om en verdween.
Sinsdien werd hij in de barak niet  meer gezien.

Voor de Opstanding

behoef ik geen bewijs

ik zie haar in je ogen -

onverwoestbaar is 
je geest
die prikkeldraad en marteling trotseerde
en in de golven van geweld
niet machteloos tenonder ging
monddood schoot een kogel jou
maar je ogen blijven woorden spreken
elke letter een symbool
VRIJHEID

oerbeginsel van het leven

taal die niet verstommen zal zolang

de mens ècht Mens zal wezen

voor de Opstanding
behoef ik geen bewijs
ik lees haar in je ogen –


Oeke Kruythof



Is er een diepere dood:
mensen gaan dicht voor elkaar
kunnen geen kier meer open
harten zijn dicht voor God
steen, in zichzelf besloten

Is er nog leven dat breekt
wel een hamer zo hard
een beitel zo scherp
iemand die er iets op weet?

Luister, een woord wekt het oor
luister, wat steen was beweegt
Hij die aan ons zich verloor
open tot op het eind
breekt als de Levende door
roepende tot men Hem kent.

Inge Lievaart




donderdag 28 maart 2013

goede vrijdag.. hoezo goed?!


Meester (zo heette dat toch nog) Bergsma was hoofd van de christelijke lagere school 'Groen van Prinsterer' te Delft. De bovenmeester. Een kaarsrechte man, met een snor en een strenge blik. (..)
Er is één dag in het schooljaar 1943-1944 die ik nooit zal vergeten. Op een ochtend troffen wij hem, toen we het klaslokaal binnenkwamen, achter de lessenaar aan, licht gebogen. De tranen stroomden over zijn gezicht. Schuw, als door de bliksem getroffen, zaten we in onze banken en bezagen wat daar gebeurde als een verbijsterend, voor onmogelijk gehouden natuurverschijnsel. Na enige tijd begon hij te spreken en vertelde, met horten en stoten en onophoudelijk doorhuilend, wat er gebeurd was. Zijn oudste zoon Folkert had deelgenomen aan het verzet tegen de gehate bezetter; hij was door de Duitsers gepakt en gefusilleerd. Gisteren. De jongen had gedaan wat hij moest doen, een andere weg was er niet. Hij, zijn vader, was er trots op.
Toen rechtte hij zijn rug, begaf zich naar het schoolbord en nam een stukje krijt. 'Schrijf maar over in je schrift', zei hij. Met vaste hand, in het fraaie schoonschrift dat wij van hem gewend waren, schreef hij:

Jezus, ga ons voor
deze wereld door
en u volgend op uw schreden
gaan wij moedig met u mede
Leid ons aan uw hand
naar het vaderland

en nog drie coupletten. Daaronder schreef hij: lievelingslied van Folkert Bergsma, gefusilleerd door de bezetter... 'We gaan het nu samen zingen', zei hij.

uit: A. van den Beukel, 'De dingen hebben hun geheim'.


woensdag 27 maart 2013

Witte Donderdag: breken en delen

Een foto die je doet denken: wie zijn de leerlingen van Jezus eigenlijk, wie zijn zijn vrienden?

laatste avondmaal, Raoef Mamedov

Daar, aan dat meer
Brak hij het brood

Iets dat niet gebroken wordt
Kan ook niet worden gedeeld

Hij deelde het brood
Allen werden gevoed

Ze zeggen van hem
Dat hij als God was

Dat God liefde is
Liefde, groter dan de dood.

Hij deelde de liefde
Maar het voedde niet

Dus

Daar, aan dat kruis
Brak hij zichzelf

Inger van Nes

dinsdag 26 maart 2013

De minste willen zijn.. woensdag in de Stille Week


Zie de mens:
dat moet een koning verbeelden
is hij niet om te lachen
te huilen?

Dat wat hij spiegelt
zou de waarheid zijn:
de mens? -
weg met hem

Dit diepste geheim:
dat hij dit wilde
staan waar onze schaduw viel
gaan in het buitenste duister
geen mens meer
godverlaten
een eeuwigheid lang -
en door zoveel overgave
onze slagschaduw delgde
het duister deed vluchten - 

het licht van de morgen
lacht:
zie de mens

maandag 25 maart 2013

dinsdag in de Stille Week: delen wat je hebt

Wietske de Nachtegaal vertelt in haar blog 'Nomade in de polder' over haar ontmoeting met Petra Hubbeling:
Petra Hubbeling

Petra is Boeddhistisch zwerfmonnik, zo omschrijft ze haar huidige staat van zijn. Wat heb je nodig in het leven en wat kan weg, omdat het altijd wel ergens te leen of digitaal te verkrijgen is? Ik noemde mijn verzameling boeken, die ik vlak voor een verhuizing allemaal las en waarvan ik driekwart naar De Slegte bracht. Ik koesterde ze, maar – naar bleek – uit nostalgie. De inhoud was gedateerd, in deze tijd soms dubieus en ze staan allemaal op internet of in de biep. Verlicht leefde ik verder.
 Het bleek peanuts vergeleken bij waar Petra mee bezig was. Ze gaf haar vaste baan op, werkt als zelfstandige en vrijwilliger en verkocht een aantal maanden geleden definitief haar huis. Met name de financiële verlichting kon ze mij als zzp-er in crisistijd aanraden. Met haar auto trekt ze op haar regelmatig terugkerende verhuisdag van oppashuis naar oppashuis. Nomade in de polder.
 Elke plek lijkt dan heilig. In die zin, dat je er alles uit kan halen wat er in zit. Zo ervoer ik het gesprek in Café Olivier met haar en andere relitweeps en de route Utrecht-Rotterdam in de bewuste auto. Geen tijdspassering, op naar het volgende event, maar discussiërend op zoek naar wat wezenlijk is en geweest was. We herdachten en passant op die snelweg ook even haar vader en mijn broer. Hoe dat zo kwam, kan ik eigenlijk met geen mogelijkheid meer terughalen.
 Petra verwacht dat we steeds minder nodig hebben, meer zullen delen en niet meer zo plaatsgebonden zullen zijn. Er valt immers zoveel via internet te regelen en te delen. Het spreekt mij wel aan om een bepaald concept te gaan leven en te zien welke nieuwe ervaringen dit oplevert. Zonder te bedenken waar het uit moet gaan komen. De pelgrims naar Santiago komen ook al eeuwen verlicht terug met de wijsheid, dat de weg gaan het doel geweest is en niet de bedevaartplaats zelf.

zondag 24 maart 2013

maandag in de Stille Week: psalm 118


psalm 118

Dank aan Hem, Hij is goed.
Hij vriend voor het leven.

Ik was wanhopig, ik riep
jij daar, en Hij gaf antwoord.
Ik ademde op, als nooit eerder
ik was niet bang meer, voor niemand.

Beter te schuilen bij Hem
dan te vertrouwen op mensen.
Beter te hopen op Hem
dan te vertrouwen op macht.
(..)

Open uw deuren voor mij
ik die hard ben geslagen
wil dank zeggen dat ik nog leef
ik wil niet dood, ik zal leven.

De steen die geen metselaar
kon gebruiken, werd hoeksteen.
Zo is het geschied van godswege -
begrijpen zal ik het nooit.


Huub Oosterhuis

zaterdag 23 maart 2013

Als een clown.. intocht op Palmzondag

Jesaja 50: 4-7, tekst op Palmzondag
 God, de HEER, gaf mij een vaardige tong,
waarmee ik de moedeloze kan opbeuren.
Elke ochtend wekt hij mijn oor,
zodat het toegerust is om aandachtig te horen.
God, de HEER, heeft mijn oren geopend
en ik heb geen verzet geboden,
ik ben niet teruggedeinsd.
Ik heb mijn rug blootgesteld aan mijn folteraars,
wie mij de baard uittrokken, bood ik mijn wangen aan.
Ik heb mijn gezicht niet verborgen
toen ze mij beschimpten en bespuwden.
God, de HEER, zal mij helpen,
daarom word ik niet gekwetst
en is mijn gezicht zo onbewogen als een rots,
want ik weet dat ik niet beschaamd zal staan.

Wie hoopvolle teksten zoekt kan goed terecht in dit gedeelte van Jesaja. Er staan prachtige zinnen in over iemand die een dienaar van God wordt genoemd. Zo is er in een eerder hoofdstuk te lezen dat hij zal zeggen tegen wie in het duister verblijft ‘Kom tevoorschijn!’en tegen gevangenen ‘Ga in vrijheid!’.
Het is iemand die echt luistert en die de juiste dingen zegt. Aandachtig luisteren en iemand opbeuren – het één kan niet zonder het ander. Deze dienaar van God kan het.
Maar het kost hem wel iets, deze openheid. Als lezer wordt je erdoor overvallen, hoeveel het hem kost. In één adem gaat het over mishandeling en beledigingen. Wat een omslag ineens..
Deze mens die open staat en gevoelig is voor het leed van anderen doet me denken aan een dwaas, een clown. De clown is een spiegel van de onhandigheid van ons allemaal. Hij laat zien hoe wij het goed bedoelen, maar dat wij toch steeds struikelen. Hij laat de tragiek zien van kwetsbare en onhandige mensen.
En wij lachen erom. Het lucht op om erom te lachen. We trekken aan zijn baard..
Maar dan komt er een moment dat het omslaat. Een moment waarop het pijnlijk wordt om die kwetsbaarheid aan te zien. Het lachen houdt op en er sluipt woede in. De dwaas moet de mond gesnoerd, voordat we ons te bewust worden van ons falen. De dwaas wordt weggehoond, op straat te pakken genomen, of weggepest.
Jezus die op een ezeltje Jeruzalem binnenrijdt.. het is ook een dwaas beeld. Niet koninklijk, hoog te paard, maar met zijn voeten slepend door het stof. Hoe lang duurt het voordat zijn kwetsbaarheid en openheid zich tegen hem keert? Voor het ‘hosanna!’ verandert in ‘hij moet weg!’ ?


Ds. Rebecca Onderstal, Cothen
geschreven voor het 40 dagen boekje van de Krommerijnstreek

donderdag 21 maart 2013

Een sterk merk..

 Het klooster is een sterk merk.. niet alleen trekken hippe BN-ers zich er een week terug in stilte (om er een stuk rustiger uit te komen) Het is de eeuwen door een plaats waar reizigers, outlaws en Godzoekers terecht kunnen. Een plek die buiten de kerkelijke hierarchie valt en waar kloosterlingen zich van de regels daarom niet veel aan trekken. Als tiener kwam ik voor het eerst bij de Benedictijnen in Oosterhout, en kwam er vele malen terug. Ik ging naar Taizé en het voelde daar steeds weer als thuiskomen. In retraitecentrum de Spil stonden kapel en eettafel vlakbij elkaar. En een reis naar gemeenschap van Iona leerde me geloven onder de blote hemel, wandelend in de natuur. En Keiland, ook zo'n plek met een gebedsritme en ontmoeting, alleen dan in tenten op een eiland.

Het klooster - in allerlei meer of minder klassieke variaties - is een constante in mijn leven, op de achtergrond. Een plek om even te schuilen in de regelmaat en de vanzelfsprekendheid van het gebed. Een plek om het voornemen te vernieuwen om ruimte te maken voor God in het dagelijks leven. Alleen houd ik de discipline moeilijk vol, in een klooster is er de gemeenschap die me omgeeft. Terwijl het verlangen er wel is, overheerst thuis de neiging om snel aan het werk te gaan. Geen tijd om te bidden; ik zit al half achter het bureau en blijf er hangen, opgeslokt door alles wat zich aandient.

Soms droom ik van een klooster hier in Cothen. De kerk - een plek om te bidden. De grote tafel in de pastorie - de refter, de plek waar gepraat, gedronken en gegeten, gedeeld wordt. De wandelpaden om het dorp heen - een grote kloostertuin om tot jezelf te komen.
Zo gek is het idee niet. In Friesland is net Nijkleaster gesticht, rondom de kerk van Jorwerd. Een begin van een klooster, met een wekelijkse wandeling (kloosterkuier) en gebed, en een maandelijkse ontmoeting. Een klooster zonder kloostergebouw.

Zin in Wijk bij Duurstede doet mijn kloosterdroom soms de aarde raken. Via internet wordt wie wil een moment van bezinning aangereikt, een ritme; deze weken voor Pasen elke dag om 8 uur. Maandelijks kun je in de kerk de stilte zoeken, maandelijks is er  gesprek over dagelijks geloven. De pastorie is een plek waar velen met elkaar in gesprek zijn geraakt. Het huis en de tuin geven letterlijk en figuurlijk ruimte; je krijgt er lucht. Een plek die inspireert. Kerk en pastorie, waar al eeuwen gebeden wordt, gestudeerd in de bijbel en nagedacht over het leven.
In juni komt er een retraitedag. Een dag kloosterritme, gewoon in Cothen: bidden in de kerk, wandelen om het dorp, praten en eten aan de 'pastorie-tafel'. Een ZIN-dag. Overbodig te zeggen dat ik er zin in heb.

dinsdag 19 maart 2013

Lord of the Dance; Jezus de dansmeester


Een dansende Jezus die ons als de dansmeester ten dans vraagt.. wat een mooi beeld vind ik dat. Hij is degene die lijdt met ons, maar hij neemt ons ook bij de hand in het genieten van het leven. Hij leert ons het de danspas van het volle leven... geen angst, geen reserve, maar overgave.
Er zijn geen woorden nodig; in dans wordt voelbaar hoe de beweging van het leven is. Verlangen naar een ander, de vreugde van het vinden en het gemis van de verwijdering; het loopt vloeiend in elkaar over. We dansen op de klanken van het Hooglied een dans van toenadering en verwijdering, een dans van verlangen naar de Eeuwige.
Jezus, Lord of the Dance - pak ik zijn hand?

Dans, en weet dat je bestaat
dans een dans op hete kolen
dans de gaten in je zolen
dans tot de planeet vergaat

dans als alles is gezegd
dans tot je de tijd vergeet
dans zoals je ademhaalt
dans tot je de weg weer weet



dans om nooit meer stil te staan
dans de sterren en de maan
dans de bomen en het bos
niets meer vast en alles los.

Ingmar Heytze


vrijdag 8 maart 2013

ZIN in Wijk bij Duurstede

Vorig jaar werd de website gelanceerd: www.ZINinWijkbijDuurstede.nl. Maar wat is ZIN eigenlijk? Het is een ontmoetingsplek, online en offline voor ZINzoekers. Maar wie zijn dat precies, die zoekers, wat willen we hen bieden en wat hebben zij te bieden?
Eigenlijk doe ik maar wat, op gevoel. En elke keer vraag ik me af: wat doe ik nu eigenlijk? Een studiemiddag over pionieren zorgt ervoor dat ik het nog eens probeer, om er lijn in te krijgen.

Betrokkenen bij ZIN komen vooral uit Wijk bij Duurstede en Cothen. Ze zijn veelal boven de 50. Ze zijn  kerkelijk, hebben hun twijfels bij het instituut, zijn op zoek naar nieuwe vormen; ze zijn rand- en niet meer kerkelijk; ze hebben geen kerkelijke wortels.

ZIN valt onder verantwoordelijkheid van 2 kerkelijke gemeentes, maar draagt expres geen kerkelijke naam om openheid uit te stralen. Online zijn er geen kerkmuren of beperkingen van lidmaatschap, maar ook de offline activiteiten worden open aangeboden aan wie maar wil deelnemen (via de krant, social media).
Lidmaatschap is niet vereist. Er zijn geen kerkdiensten Hoe gaat betrokkenheid zich verder ontwikkelen? Vormt er zich een gemeenschap of werkt betrokkenheid in een netwerk anders?
Ik merk dat ik steeds weer de balans zoek: ruimte en openheid staan voorop, maar betrokkenheid en keuze moeten niet buiten beeld verdwijnen. Toeschouwers moeten zich wel uitgenodigd voelen om deelnemers te worden.

ZIN is een poging om verschillende manieren aan te bieden om elkaar te ontmoeten rond de vragen van geloof en dagelijks leven. Hoe geloof je van dag tot dag, te midden van keuzes en dilemma's?
Alledaagse vragen en de Bijbel op tafel, dat is de kern. Gesprek rond de tafel, stilte met anderen samen of inspiratie die je thuis op het web kunt opzoeken... ZIN probeert al doende zo'n ontmoetingsplek te creëren, open voor iedereen.

Het laat zich niet keurig definiëren, er wordt al doende geleerd. Dat hoort bij pionieren, het is 'messy', niet netjes afgebakend, en het gaat met vallen en opstaan. Met een aantal begrippen paren probeer ik niet-systematisch te beschrijven wat ZIN is:

doordeweeks                       niet op zondag
verbinding                           geen lidmaatschap
online                                 offline
oude verhalen uit de bijbel     ervaringen hier en nu
moreel debat                        geen moralisme
de ander                              de Ander
om de keukentafel                op het internet
zinvol                                  zin in
de krant                               poezie
wijk bij duurstede                 grenzeloos
zoeken                                vertrouwen
preek                                  TEDtalk
Jezus                                  vrienden
borrel                                  bezinning
God                                    mensen

maandag 4 maart 2013

Preek van de leek


“De Preek van de Leek; verhalen die raken…” zo introduceren we in Wijk bij Duurstede de Waikse (Wijkse, in ABN) variant van het Amsterdamse initiatief.
Bekende bewoners van ons stadje worden uitgenodigd om in het theater te vertellen over hun inspiratie, en daarbij een Bijbeltekst te betrekken. Van Marktplaats haalden we een oude preekstoel, die opgeknapt werd. De (s)preker mag die stoel beklimmen voor de preek.
Maar gaat het hier wel echt over een preek? Een kersverse collega – iets orthodoxer dan ik – vindt van niet. Dit moet je geen preek noemen, zegt hij, op die term moet je zuinig zijn als kerk. Een inmiddels oud-collega vindt het tegendeel (Klaas IJkema) . Een preek moet mensen raken, en dat gebeurde bij de eerste Waikse Preek van de Leek; verstand, gevoel en wil werden geraakt. Dus is het een preek.
Ik zit ergens in het midden. Ik hecht niet zo aan het begrip ‘preek’. Waarschijnlijk omdat het niet mijn grootste hobby is, preken. Het is dat een dominee zonder preek is als een … nou ja, zeg het maar, anders liet ik het graag aan een ander over.
Een preek op zich is niet zoveel, vind ik. En een preekstoel is niet heilig, maar een functioneel ding uit het pre-microfoon-tijdperk. Er gebeurt pas iets als er gesproken wordt binnen een gemeenschap, in een groep mensen die hoop, geloof en liefde met elkaar delen. Te midden van mensen die zich vrienden van Jezus noemen, mensen die samen bidden, zingen en zoeken wordt een preek woord van God.
De preek mag van mij overal. Ik hecht veel meer aan het begrip ‘kerk’ en kerkdienst. Waarbij ik dan weer niet per se aan het uurtje van 10 tot 11 uur op zondagmorgen denk. Maar een kerkdienst voor ongelovigen daar heb ik niet veel mee. Daarom wordt de Waikse preek – wat mij betreft – ook in het theater gehouden en heet het geen kerkdienst. Geloof wordt niet verondersteld. De sprekers zijn niet per se gelovigen. Die moet je dan ook niet in een gebouw en in rituelen stoppen die gebouwd zijn op geloof. Doel is om Bijbelverhalen ‘op straat’ te laten klinken, of in een theater midden op de Markt.
En wat er dan gebeurt, aan geloof, daar kan ik alleen maar op hopen. Afgelopen zondag gebeurde er wel iets..  Was dat dan toch 'kerk'? De grenzen van de kerk zijn in mijn beleving vloeiend, maar tegelijk veronderstelt kerk een keuze, geen vrijblijvendheid. 

Is de Preek van de Leek een preek met appèl, een vorm van kerk-zijn of is dat teveel gevraagd en gezegd?