donderdag 30 mei 2013

In de krant.. de rol van kerken bij een crisis

De kerk als ruimte voor het delen van de vragen
Hanneke Goudappel
donderdag 23 mei 12:45
Ineens komt iets waar je van afstand naar hebt gekeken, je eigen wereld binnen. Zo omschrijft ds. Rebecca Onderstal uit Cothen het moment waarop de lichamen van de broers Julian en Ruben uit Zeist vlak buiten het dorp werden gevonden.
De lichamen werden zondag door voorbijgangers gevonden. ,,Die zondagmiddag hadden we als kerken van Wijk bij Duurstede en omgeving een grote pinksterviering op de markt in Wijk bij Duurstede. Daar was ook gebeden voor de kinderen. We waren aan het opruimen toen het bericht kwam dat de lichamen mogelijk waren gevonden.”

Schrik

Wijk bij Duurstede had al een extra betrokkenheid bij de situatie, omdat de vader van de jongens hier vandaan komt, en er familie en vrienden van hem wonen. ,,Nu was ook mijn eigen gemeente Cothen, ineens verbonden aan het vinden van de jongens”, blikt ds. Rebecca Onderstal, predikant van de protestantse gemeenten in Cothen en Wijk bij Duurstede, terug. ,,Ik kwam met grote schrik thuis.”

’s Avonds twitterde de predikante: ‘Ik zet de deur van onze kerk maar open.. kaars aan.. #cothen #protestantsekerkaandeBrink’. ,,Daar kwamen ontzettend veel reacties op via de sociale media”, vertelt ze.

Vervolgens heeft ze met de burgemeester gebeld. ,,We zijn in Wijk bij Duurstede een paar jaar geleden gaan nadenken over de rol van de kerken bij een crisis. Na de Bijlmerramp heeft de Protestantse Kerk in Nederland daarvoor een cursus ontwikkeld. Die hebben we als kerken in Wijk bij Duurstede gevolgd. Alle kerken hebben toen de intentie uitgesproken dat wanneer er iets zou gebeuren, wij voor de pastorale zorg zorgen.”

Verdriet en vragen

De burgemeester nam het aanbod van Onderstal om de kerk open te doen, aan. ,,Ook de katholieke kerk was open. De Mariakapel bij deze kerk is eigenlijk altijd open.”

Op maandagochtend was het vooral de pers die naar de kerken kwam. ,,Later die dag kwamen er ook veel mensen die even een kaars wilden opsteken. Ze konden iets opschrijven als ze dat wilden. Daar werd veel gebruik van gemaakt. Het was tweede pinksterdag, en was weinig open waar mensen elkaar konden treffen.”

Het ging niet om grote stromen mensen die de kerken bezochten, zegt Onderstal. ,,Het ging in de protestantse kerk om tientallen, in de katholieke kerk kwamen er nog meer mensen. Geen ramptoeristen, maar mensen met verdriet en heel veel vragen. Je ziet bijvoorbeeld mensen voor wie deze gebeurtenis raakt aan oud verdriet. Aan iets heftigs wat ze zelf hebben meegemaakt. Ook kwam ik mensen tegen die zelf met een scheiding hebben te maken (gehad). De teneur was verbijstering.”

Koffie

Terugkijkend meent Onderstal dat de kerk openstellen het beste is wat je als kerkelijke gemeente kunt doen in een crisissituatie. ,,Veel meer hoeft niet. Zorg dat er kaarsjes zijn, zorg voor vrijwilligers en zet koffie.”

,,Ik vergelijk de kerk met een vriendenkring – een stenen beeld van mensen in een kring, die de armen om elkaar hebben geslagen, met in het midden het Licht”, zegt Onderstal. ,,In een situatie als deze zoeken mensen vaak naar schuldigen, op wie ze hun boosheid kunnen richten. De kerk is een plek die de ruimte biedt voor de vragen, en die ze openlaat. Een plek waar je een lichtje aansteekt, als teken van hoop, van verwachting, van de aanwezigheid van God.”

Burgemeester Tjapko Poppens van Wijk bij Duurstede heeft gisteren een bezoek gebracht aan de ouders van de vader van Julian en Ruben. Volgens de burgemeester heeft de Wijkse gemeenschap veel begrip voor het verdriet van de familie van de vader. Dat merkt ook Onderstal. ,,Het is onze verantwoordelijkheid om ook met hen mee te leven. Dit hebben ze niet kunnen zien aankomen. Familie en vrienden kenden de kinderen goed. Zij moeten hier ook mee verder.”
* verschenen in het Friesch Dagblad en op de website Het Goede Leven op 23 mei 2013

woensdag 29 mei 2013

waar ze gevonden werden...

Vlakbij
in Cothen
een godverlaten plek
Als kinderen niet veilig zijn
als een mens geen uitweg ziet
als niemand het geroep hoort
als het stil geworden is..
Waar bent U?
Vogels fluiten
cellofaan om bloemen ritselt door de wind
Toen Abraham zich geroepen voelde
om zijn zoon te offeren
kwam God tussenbeide
Waarom nu niet?
Antwoord blijft uit
op onze vragen.
Stilte
in onze  kring.
Wind ritselt door het cellofaan
Houvast..
zoeken we
bij elkaar
bij het licht.
God,
laat niemand
nergens
godvergeten zijn
Tekst geschreven voor www.ZINinWijkbijDuurstede.nl na de vondst van de lichamen van de 2 vermiste broertjes Ruben en Julian in Cothen, 19 mei 2013

zaterdag 18 mei 2013

Kracht die verbindt


Er was eens een stadje aan een rivier. Het lag daar vredig tegen het water geplakt, terwijl het water rustig voort kabbelde. Een mooi oud stadje was het.
Maar de mensen in het stadje hadden hun deuren dicht en de gordijnen ook. Sommige huizen hadden zelfs van die rolluiken die ze maar zelden omhoog deden.. Een enkeling had zijn vensterbank volgebouwd met geraniums, maar wel zo, dat je niet naar binnen kon kijken.
Het was ieder voor zich in dit stadje…
Het was er stil op straat. Er speelden haast geen kinderen buiten.
Er waren wel clubjes, mensen die bij elkaar kwamen in gebouwtjes of kerken.. maar dan ging de deur op slot zodra ze allemaal binnen waren. Zodat er maar niemand spontaan binnen zou stappen.
Achter sommige voordeuren was het best knus en gezellig.
Maar er waren ook mensen die alleen zaten. Oudere mensen alleen aan tafel. Kinderen die niemand hadden om mee te spelen.


Waren de mensen ongelukkig in dat stadje?
Misschien wisten ze niet beter.. 
Het was ieder voor zich in dit stadje..

Maar er kwam een dag, dat er vreemdeling de stad binnenwandelde.
Het viel niemand op.. natuurlijk niet, want ze zaten allemaal veilig achter hun voordeur.
En hij was ook niet opvallend. Op het eerste gezicht niets bijzonders, gewoon een man.. niet heel jong, niet heel oud..
Hij liep door de verlaten straten. Ergens schoot iemand een hoek om, er sloeg een deur dicht. Een kind gluurde door een kiertje tussen gordijnen . 

De vreemdeling liep door de straten, onopvallend.
Maar met zijn komst was de wind opgestoken in het stadje.
Door de poorten, van alle kanten waaide het naar binnen.
Het was geen gewone wind, maar een warme wind. Die de geur van seringen meebracht en van fluitekruid en versgemaaid gras....
Het was een sterke wind die door de straten stoof. Geen flauw briesje maar een krachtige wind.
Het vuil dat was blijven liggen werd weggeblazen.
De wind rukte aan dichte luiken en rammelde aan gesloten deuren. Waar een raam op een kiertje stond waaiden de gordijnen als vlaggen naar buiten. Er dwarrelde overal losgeraakte blaadjes van bomen door de lucht. De katten op straat renden er al achteraan..
De wind kroop door de kieren die niet dichtgestopt waren en kwam de huizen binnen, en de gebouwtjes en de kerkjes.

De kinderen merkten het het eerst. En vroegen of ze naar buiten mochten. Ze wilden de straat op.. daar gingen ze al. Ze speelden met de wind, lieten zich er bijna door omver blazen en dansten door de straten..  Ze speelden samen met de wind.. samen..
De ouderen volgden, aarzelend, voorzichtig.. er ging hier en daar een deur open. Op een kiertje. Een rolluik een stukje omhoog, een luik open..
Maar voor ze het wisten was de deur helemaal opengevlogen, er was geen houden aan.
De mensen werden naar buiten geblazen. De straat op. De een na de ander.

En die vreemdeling.. hij liep met de kinderen de straten door. Huppelde met de wind mee en zocht naar dichte deuren.. waar alles nog potdicht zat, klopten ze aan .. …Er gingen steeds meer deuren open.
In dat stadje aan de rivier waaiden de angsten van de mensen één voor één weg..  door de lucht vlogen, over de muur van de stad, richting de rivier.. weg.. En iedereen vroeg zich af, waarom ze ook alweer zo angstvallig binnen waren gebleven..

Nu alles open stond zagen ze ineens wie er naast hen woonde
Die buurman, wiens vrouw al jaren geleden overleden was, maar wiens verdriet nog niet over was. Het buurmeisje dat zo graag iemand wilde spelen.
De wind waaide buren die elkaar niet kenden met al haar kracht naar elkaar toe.

En die vreemdeling..? Hij ging ongemerkt weer weg.

En in het stadje gingen er ook weer deuren dicht, en soms zelfs op slot.
Maar.. steeds als weer de wind opsteekt, en de luiken gaan klapperen, de deuren openvliegen, dan herinneren de mensen het zich weer… De kinderen gaan naar buiten en weten weer  dat ze kunnen spelen met de wind. Samen.
En grote mensen laten de deuren openwaaien en zitten op straat, samen