Er was eens een stadje
aan een rivier. Het lag daar vredig tegen het water geplakt, terwijl het water
rustig voort kabbelde. Een mooi oud stadje was het.
Maar de mensen in het
stadje hadden hun deuren dicht en de gordijnen ook. Sommige huizen hadden zelfs
van die rolluiken die ze maar zelden omhoog deden.. Een enkeling had zijn
vensterbank volgebouwd met geraniums, maar wel zo, dat je niet naar binnen kon
kijken.
Het was ieder voor zich
in dit stadje…
Het was er stil op
straat. Er speelden haast geen kinderen buiten.
Er waren wel clubjes,
mensen die bij elkaar kwamen in gebouwtjes of kerken.. maar dan ging de deur op
slot zodra ze allemaal binnen waren. Zodat er maar niemand spontaan binnen zou
stappen.
Achter sommige voordeuren
was het best knus en gezellig.
Maar er waren ook mensen
die alleen zaten. Oudere mensen alleen aan tafel. Kinderen die niemand hadden
om mee te spelen.
Waren de mensen
ongelukkig in dat stadje?
Misschien wisten ze niet
beter..
Het was ieder voor zich
in dit stadje..
Maar er kwam een dag, dat
er vreemdeling de stad binnenwandelde.
Het viel niemand op.. natuurlijk niet, want ze zaten allemaal veilig achter hun voordeur.
Het viel niemand op.. natuurlijk niet, want ze zaten allemaal veilig achter hun voordeur.
En hij was ook niet
opvallend. Op het eerste gezicht niets bijzonders, gewoon een man.. niet heel
jong, niet heel oud..
Hij liep door de verlaten
straten. Ergens schoot iemand een hoek om, er sloeg een deur dicht. Een kind
gluurde door een kiertje tussen gordijnen .
De vreemdeling liep door
de straten, onopvallend.
Maar met zijn komst was de wind opgestoken in het stadje.
Door de poorten, van alle kanten waaide het naar binnen.
Maar met zijn komst was de wind opgestoken in het stadje.
Door de poorten, van alle kanten waaide het naar binnen.
Het was geen gewone wind,
maar een warme wind. Die de geur van seringen meebracht en van fluitekruid en
versgemaaid gras....
Het was een sterke wind
die door de straten stoof. Geen flauw briesje maar een krachtige wind.
Het vuil dat was blijven
liggen werd weggeblazen.
De wind rukte aan dichte
luiken en rammelde aan gesloten deuren. Waar een raam op een kiertje stond
waaiden de gordijnen als vlaggen naar buiten. Er dwarrelde overal losgeraakte
blaadjes van bomen door de lucht. De katten op straat renden er al achteraan..
De wind kroop door de
kieren die niet dichtgestopt waren en kwam de huizen binnen, en de gebouwtjes
en de kerkjes.
De kinderen merkten het
het eerst. En vroegen of ze naar buiten mochten. Ze wilden de straat op.. daar
gingen ze al. Ze speelden met de wind, lieten zich er bijna door omver blazen
en dansten door de straten.. Ze speelden
samen met de wind.. samen..
De ouderen volgden,
aarzelend, voorzichtig.. er ging hier en daar een deur open. Op een kiertje.
Een rolluik een stukje omhoog, een luik open..
Maar voor ze het wisten
was de deur helemaal opengevlogen, er was geen houden aan.
De mensen werden naar
buiten geblazen. De straat op. De een na de ander.
En die vreemdeling.. hij
liep met de kinderen de straten door. Huppelde met de wind mee en zocht naar
dichte deuren.. waar alles nog potdicht zat, klopten ze aan .. …Er gingen
steeds meer deuren open.
In dat stadje aan de rivier waaiden de angsten van de mensen één voor één
weg.. door de lucht vlogen, over de muur
van de stad ,
richting de rivier.. weg.. En iedereen vroeg zich af, waarom ze ook alweer zo
angstvallig binnen waren gebleven..
Nu alles open stond zagen ze ineens wie er naast hen woonde
Die buurman, wiens vrouw
al jaren geleden overleden was, maar wiens verdriet nog niet over was. Het
buurmeisje dat zo graag iemand wilde spelen.
De wind waaide buren die
elkaar niet kenden met al haar kracht naar elkaar toe.
En die vreemdeling..? Hij
ging ongemerkt weer weg.
En in het stadje gingen
er ook weer deuren dicht, en soms zelfs op slot.
Maar.. steeds als weer de
wind opsteekt, en de luiken gaan klapperen, de deuren openvliegen, dan
herinneren de mensen het zich weer… De kinderen gaan naar buiten en weten
weer dat ze kunnen spelen met de wind.
Samen.
En grote mensen laten de
deuren openwaaien en zitten op straat, samen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten