Het was zondagmorgen; na de preek improviseerde de pianist
en tussen de noten kwamen regels uit een liedje van Blof de kerk in. “Lief, ga
dan mee, en omarm me… “
Ik had gepreekt over de struikeltekst ‘Wat God heeft
verbonden, mag een mens niet scheiden’(Marcus 10, 9), gewoon omdat het op het
rooster stond. Zelf al meer dan tien jaar gescheiden vertelde ik over datgene
wat vanaf de preekstoel niet zo vaak aan de orde komt: tekort schieten in je relatie en niet verder
kunnen. Met de hoorders zocht ik wat die uitspraak van Jezus te zeggen heeft
als het niet lukt om in een relatie de ander en jezelf recht te doen.
De pianist raakte een gevoelige snaar. Hij raakte eigenlijk
de kern: het draait allemaal om omarmd worden. Eén die ook geraakt wordt als ik de rest van
dat gedeelte uit Marcus lees: ‘Maar al bij het begin van de schepping heeft God
de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; daarom zal een man zijn vader en
moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één
worden, ze zijn dan niet langer twee, maar één.’ (Marcus 10: 6-8) Overigens, zonder
enige aarzeling vervang ik in deze tekst de vrouw waar een man zich aan hechten
zal door een man, of zie ik twee vrouwen voor me. Het gaat hier immers om
liefde waarin twee mensen elkaar vol overgave liefhebben. Met huid en haar. Dat
kan op verschillende manieren, ook al benoemt de evangelist Marcus die hier
niet.
Het gaat om overgave die samenhangt met een keuze om het leven met elkaar te
delen, en om trouw te zijn.
Als je single bent – nooit getrouwd, gescheiden of door de dood je lief
kwijtgeraakt - is intimiteit wat je missen
kunt. De intimiteit van het delen van het dagelijks leven en de woordeloze en vanzelfsprekende
aanwezigheid van een ander lichaam. Je mist de intimiteit van de keuze voor één
ander en het je met huid en haar aan iemand overgeven. Ooit leerde iemand me
het prachtige woord ‘huidhonger’: mijn huid wil aanraken en aangeraakt worden.
Het gemis van intimiteit is niet voorbehouden aan singles -
het kan er ook zijn binnen een relatie. Twee mensen die elkaar niet meer kunnen
vinden, die langs elkaar heen leven. Lichamen die niet meer met elkaar
vertrouwd zijn, of seksualiteit die stokt. Intimiteit is een gebied waar ook
veel onuitgesproken mis kan lopen. En erover praten is vaak moeilijk.
De mens is niet bestemd om alleen te leven – zo lezen we dat in Genesis. En
alleen ben ik ook niet, al ben ik single; ik ben met velen verbonden, op
verschillende manieren. Er is de onvoorwaardelijke band met mijn kinderen (die
ook boven de 15 gelukkig nog van een flinke hug houden) en er zijn
vriendschappen die ongelooflijk waardevol zijn. Waarin ik me blootgeven kan en
vertrouwen leer, waarin ik mezelf herken en schaamte overwin, waarin ik leer
geven zonder aarzeling en afstemmen op wat er in een ander omgaat.
Ik ben niet alleen, er zijn mensen die me aanraken en
omarmen. De kus voor het slapen gaan die ik mijn dochter geef. De aai over zijn
wang waarmee ik mijn zoon begroet. Een vriendin die naast me zit op de bank,
verdiept in een boek en zonder iets te zeggen. Een vriend die me met een grote
hug begroet.
|
'Huidhonger' door Marianne de Fouw |
Maar in de liefdevolle omarmingen waar mijn leven rijk aan
is, is er een stukje van mij dat niet wordt aangeraakt. Letterlijk is dat zo:
naaktheid is niet iets wat binnen een vriendschap aan de orde komt. Ik kan best
uit de kleren gaan zijn in het gezelschap van anderen, in de sauna of in mijn
eigen badkamer. Maar dat is wat anders dan naaktheid die de naaktheid van een
ander raakt. Het woordeloze ‘zijn’ van die naaktheid raakt een andere laag in
mezelf dan vriendschap. Het is ‘oer’ en niet méér maar anders dan andere diepe
verbindingen. Het gaat over iemand die dag aan dag bij je wil horen. Van het
wakker worden met het ochtendlicht tot je je ogen weer dichtdoet, en ook de
tijd er tussenin is er een lichaam dat het jouwe raakt, een leven dat het jouwe
raakt.
Als single ben ik niet alleen, maar ik mis wel de ervaring
van één worden met een ander, de ervaring van overgave, van helemaal
blootgeven. Iemand om tegenaan te liggen in bed. De kus van een geliefde die
verleidt tot nog meer huidcontact.
Het Hooglied vertelt zonder terughouden over het verlangen
naar het lijf van een ander, over het gemis en het genieten. Het is erotiek in
haar puurste vorm: liefde voor het zichtbare en tastbare lichaam. Borsten,
billen, benen, lippen, haren, tanden, buik, ogen, geslachtsdelen – het mag
allemaal gezien worden. En het zo opsommen doet totaal geen recht aan de
poëtische manier waarop elk stukje van het lichaam bezongen wordt. Het is
ironisch: God gaf ons de ander, de liefde, maar daarmee tegelijk ook dat
onuitroeibare verlangen. Dat je zo kan kwellen als er geen ander is om vast te
houden en mee te delen wat je hebt en meemaakt.
Naakt zijn is kwetsbaar. Maar het is tegelijk heerlijk om
naakt te kunnen zijn bij iemand niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk. Het
is iets waar je bang voor bent maar tegelijk heel erg naar verlangen kunt. ‘I feel nude when I’m in front of
you’, zingt Wende Snijders. ‘There was a time I ran away from you. There’s not
one illusion you don’t see through.’
Als er geen partner is met wie je leven en lichaam deelt, dan blijft het
lijf vaak onbenoemd. Woorden die over lijfelijkheid gaan, die benoemen wat er mooi
of aantrekkelijk aan je is, ontbreken, of klinken al snel grens overschrijdend.
Ook de taal houdt de kleren aan, raakt de huid niet. Om in vriendschappen,
contacten met collega’s en het omgaan met gemeenteleden zuiver te blijven moet
dat ook. Ik trek geen hobbezak aan die
alles verhult (hoewel je de toga op zondag wel zo zou kunnen beschrijven), maar
het lichaam en het verlangen om aangeraakt te worden moet wel voldoende bedekt
blijven.
Tijdens een training contextueel Bijbellezen gingen we met
een groepje aan de slag met gender diversiteit en pakten het verhaal van de
Ethiopische eunuch (Handelingen ) die
Filippus ontmoet erbij. Deze man wiens seksualiteit geblokkeerd is en
ongevaarlijk gemaakt, wordt geraakt door een tekst uit Jesaja waar lijden en
pijn uit spreekt. In het gesprek met Filippus raakt zijn lijdensverhaal aan het
verhaal van Jezus – en hij wordt daar zo door geraakt dat hij zich wil laten
dopen. Hoe veel ruimte is er in kerken en onder gelovigen om te vertellen over
seksualiteit die niet tot bloei komt? Hebben we aandacht voor het gemis dat er
is op lichamelijk gebied, voor huidhonger?
Hoe kan mens warm worden als hij alleen is, vraagt de wijze
zich in het bijbelboek Prediker af. Het is beter met z’n tweeën te zijn
adviseert hij, want dan houdt de één de ander warm. Een wijs advies, maar soms
ook een onmogelijk advies. ‘Plezier heeft de vorm / van jouw lichaam gekregen’
dicht Judith Herzberg. Is dat andere
lichaam er niet, dan heb je nog wel het verlangen.
Verlangen naar een ander lichaam kan niet eenvoudig opgelost worden. Op zoek
gaan naar een partner geeft geen garantie op succes. Het kan wel leiden tot
krampachtigheid en het gevoel, dat je het aan jezelf te wijten hebt dat je
alleen bent.
Gemis dat niet zomaar opgelost kan worden wordt ook niet door God opgevuld.
“Iedere nacht verlang ik naar U o God, ik hunker naar U met heel mijn ziel” is
de tekst van een Taizé lied waarbij ik in gedachten de reactie van een single
vriendin hoor. “Ik hunker wel naar iets anders als ik ’s nachts wakker lig”
zegt ze dan. Ik snap wel wat ze bedoelt… God is geen stoplap voor onze leegte.
De Eeuwige omgeeft het gemis en is er bij, zonder op te vullen wat zo bij ons menselijke,
lijfelijke leven hoort…
Gemis kan niet zomaar opgelost. Maar het lijf verdient wel aandacht. We hebben
het van God gekregen tenslotte. Er is 'incarnatie': God werd zichtbaar in een
mens, de Eeuwige werd lichaam. Hoe dat precies kan, en hoe het goddelijke en
het menselijke zich precies tot elkaar verhouden in Jezus, daar heeft men zich
het hoofd over gebroken in de kerkgeschiedenis. Het is niet te vatten en
tegelijk is het houvast: het goddelijke is lijfelijk.
Als één van de tips voor singles in een boek over alleen-zijn schreef ik ooit: raak
mensen aan en laat je aanraken, want dat is een basale behoefte. Als een
omhelzing je niet vanzelf overkomt – bij gebrek aan aanrakerige vrienden,
kinderen, familieleden – laat je dan masseren, ga de tango leren dansen of ga
naar de sauna. Je lijf heeft ook aandacht nodig; vergeet niet dat het er is. Een
mens kan niet zonder de ervaring omarmd te worden.
dit is de uitgebreide versie van een artikel dat geschreven werd voor Woord & Dienst, november 2018