maandag 10 december 2012

Netwerken.. en de wortels dan?


Een netwerksamenleving als de onze kun je bekijken aan de hand van 2 sleutelbegrippen: connectedness en rootedness. *  We zijn in verbinding (connected), constant, overal; deel van een niet aflatende stroom (flow) van informatie. En we zijn geworteld (rooted) in een bepaalde context, een lokale situatie. 
De balans daartussen, of het gebrek daaraan, is bepalend voor wie we zijn. Zo leeft een twintiger met smartphone in de hand, maar koopt zij het liefst lokale producten. Een veertiger met gezin wil graag op het platteland wonen in een overzichtelijke samenleving, maar er moet wel snel internet zijn en de snelweg moet goed bereikbaar zijn.
De Protestantse kerk Nederland is van oudsher lokaal georganiseerd. Je hoort bij de kerk om de hoek. De kerk is een instituut met de nodige organisatielagen en vergadercircuits. Bovendien put ze uit een rijke traditie, en is veel daarvan op een vast moment – op zondagmorgen in het kerkgebouw - te horen. Daarmee is de kerk stevig geworteld: in de lokale context en in de traditie van de eeuwen. Maar van connectedness – verbondenheid en beweging en de vrijheid om daar je eigen keuzes in te maken – is minder sprake.
Daar heeft de Protestantse Kerk Nederland de pioniersplekken op gevonden. Kerk waar nog geen kerk is, mikkend op een bepaalde doelgroep, met nieuwe vormen.
Een van die pioniersplekken zal Mijnkerk.nl worden, kerk op het internet.
Kerk op het internet is hèt voorbeeld van meegaan in de flow van de netwerksamenleving, waar mensen kunnen aanhaken en uitloggen en daarin zelf hun keuzes maken.
Er is één probleem dat steeds opduikt in discussies over deze ‘digi-kerk’: hoe zit het met de rootedness? Hoe is deze kerk geworteld? Is dat in de orthodoxie: een kruis op de website, en duidelijk spreken over Jezus Christus? Heeft de digikerk zijn wortels in één of meer lokale kerken waar in real life ontmoeting plaatsvindt, gedoopt wordt en de maaltijd gevierd?  Of zijn de wortels van de digikerk misschien de daden van de betrokkenen, en de tegenbeweging die zij op gang brengen in het spoor van Jezus? Kijk naar de Vluchtkerk waar christenen, krakers, allochtone buurtbewoners en BN-ers de handen uit de mouwen steken of hun steun betuigen.
Kortom, hoe en waarin is de ruimte en vrijheid van een netwerkkerk geankerd, zodat ze niet vluchtig, voorbijgaand en vaag wordt?




* in een academische update in het kader van het de Permanente Educatie voor predikanten nam Marcel Barnard ons mee in een analyse van die samenleving en de plek die liturgie (= kerkelijk ritueel) daarin heeft.

zaterdag 8 december 2012

de kerk verbouwen

Vrijdagmiddag stond ik even in de Vluchtkerk. De kerk is niet te missen; de enorme betonnen bak is vanuit de verte te herkennen. In de jaren 50 werd de kerk als Jozefkerk gebouwd voor grote scharen gelovigen, in 1990 was hij overbodig geworden. Even was het een klimhal. Je kunt nog zien waar de klimmers hun weg zochten richting hemel, aan weerskanten van de apsis waar het altaar nog staat. De kerk heeft de vorm van een basilca zoals de klassieke kerken van het vroege christendom. 
Maar nu is de grote, betonnen bak omgedoopt tot Vluchtkerk. Uitgeprocedeerde asielzoekers die er eigenlijk niet meer mogen zijn maar er toch nog zijn, omdat ze niet uitzetbaar zijn (het land dat beschouwd wordt als hun thuisland wil hen niet verwelkomen) moesten weg uit hun tentenkamp en vonden hier onderdak. Een dak, maar dan wel een heel hoog dak dat de ruimte onherbergzaam maakt. Een kerk die te hoog is om te verwarmen, te kil voor een thuis. En daarom worden de zijbeuken dit weekend afgetimmerd om de kerk leefbaar te maken.
Tegelijk wordt er van alle kanten warmte binnen gebracht. Buurtbewoners, studenten, bekende nederlanders en mensen vanuit de kerken lopen de hele dag in en uit met eten, dekens. En dat is - zacht gezegd - niet de gemiddelde populatie van de doorsnee kerk. 

Een kerk die te groot is om in te wonen, te kil om mensen in op te vangen, maar die door een bijzondere coalitie van betrokken mensen (veelal gemobiliseerd via social media) wordt verbouwd tot een plek voor een groep mensen die er eigenlijk niet mag zijn. 
Hier wordt helder wat nodig is: kerk die te groot en te kil is verbouwen tot menselijke maat. Een te groot geworden kerk vertimmeren tot een plek waar je wonen kunt, en waar wie onderdak nodig heeft een warm onderkomen vindt. De kerk zo verbouwen brengt mensen bij elkaar! 
Ook helpen? www.devluchtkerk.nl; voor info over wat er nodig is.


vrijdag 7 december 2012

moreel kompas

Toen we van de week aan tafel praatten over de lijnrechter die doodging na mishandeling door voetballende jongens zei mijn dochter van bijna 10: "ik dacht altijd bij het verhaal van Abel (en Kaïn) 'dat kan toch niet, dat de een de ander doodslaat!', maar nu snap ik dat het wel kan." 
Je kunt een ander dood schoppen.
Medeleerlingen van de vermoedelijke daders namen het voor de camera van de Jakhalzen (De Wereld Draait Door) op het schoolplein voor hen op. Als ze geweten hadden dat de man er dood aan zou gaan, dan hadden ze het heus niet gedaan... 
In Pauw en Witteman zei iemand met een afwerende blik en uitroeptekens in zijn stem: dit is geen Marokkaans probleem! Dat klopt, maar het is wel ons, dus ook uw en mijn probleem.
Als je iemand schopt of slaat, dan kun je een ander pijn doen. Veel pijn.
'Ben ik mijn broeders hoeder' vraagt Kaïn terwijl hij doet alsof zijn neus bloedt als God hem vraagt waar zijn broer Abel is. Misschien beseft hij óók niet dat het echt zo is, dat hij de dood van een ander veroorzaken kan met zijn drift. Dat hij het al gedaan heeft.  
Het antwoord is: ja, ik ben mijn broeders hoeder. Ik moet leren beseffen hoe wat ik doe een ander raakt. En dan tot 10 tellen vóórdat ik het weer doe. Dat is het vormen van een moreel kompas - een woord dat ik ook bij Pauw en Witteman hoorde vallen - en daar heeft onze samenleving behoefte aan. Al heel lang trouwens.. de verhalen over Kaïn en Abel zijn al vele, vele eeuwen oud.