vrijdag 11 november 2011

kerk zijn hier en nu

Kerk zijn hier en nu – spreken over God

Het wordt er niet eenvoudiger op om kerk te zijn, in onze dagen. We zingen straks met Kerst ‘Eer zij God in onze dagen’ maar om dat in de praktijk te brengen..? Spreken over geloven is niet vanzelfsprekend, naar de kerk gaan is één van de dingen op een drukke agenda, en houd je dan nog wel energie over om je in te zetten voor de kerk? Zelf denk ik dat het eerste punt het belangrijkst is: in onze samenleving is geloven een optie temidden van andere opties. Er zijn genoeg mensen die heel gelukkig zijn zonder, en die een leven leiden waar je als gelovige best een voorbeeld aan kunt nemen. Geloven is niet nodig.. en wat het precies is, ook dat is moeilijk uit te leggen. Wie is God eigenlijk en waar vind je Hem? Alleen in de kerk.. nee toch zeker? Maar wat maakt de kerk dan zo waardevol? En ben je kerk vooral op zondagmorgen – hoor je er niet bij als je op zondagmorgen ook andere dingen wil doen, al is het maar soms?
Spreken over God, woorden zoeken voor het geheim van zijn aanwezigheid, dat doen we op zondagmorgen. Maar ook op andere momenten dat we elkaar ontmoeten als betrokkenen bij onze gemeente. En we doen het als anderen ons vragen naar ons geloof. Onze kinderen en kleinkinderen, collega’s en buren.. Of vragen zij er niet naar? Of ontwijken we de vraag? Zwijgen we maar liever?
Het is niet eenvoudig, en spreken over God lijkt vaak eerder op stamelen en stotteren. Toch denk ik dat dat beter is dan gladde one-liners, zinnen die moeiteloos uit je mond rollen maar niet doorleefd zijn. God is zo groot, hoe kunnen we anders dan stamelen als het over de Eeuwige gaat? Maar laten we het wel proberen…

Kerk zijn hier en nu – de kerk dus..
En dan het tweede: spreken over God is niet eenvoudig. Maar een kerk overeind houden ook niet. Laatst sprak ik erover met iemand die geen enkele band heeft met een kerk. Zij kon zich niet voorstellen dat de kerken verdwijnen uit de Nederlandse samenleving; daarvoor vormen ze er een te onmisbaar onderdeel van, zei ze. Dat deed me natuurlijk goed. Tegelijk knaagde er iets.. Want een kerk die van waarde is blijft niet vanzelf overeind. Het is als met kloosters: een groeiende groep Nederlanders bezoekt ze af en toe, en geniet van de inspirerende rust en regelmaat. Maar ondertussen moet er elke week wel een klooster sluiten omdat er niet genoeg kloosterlingen meer zijn om de lofzang gaande en het klooster draaiend te houden. Ik wil hier geen sombere conclusies trekken over waar het heengaat met onze tijd, en onze kerk. Waar iets verdwijnt daar groeit ook weer iets nieuws - ik denk dat we dat de Geest van God wel mogen toevertrouwen. Maar toch.. zonder mensen die zich willen inzetten, die niet op veilige afstand blijven maar zich verbinden, blijft een organisatie niet overeind. Zelfs de kerk niet..