vrijdag 27 december 2013

Sponsor de preek - actie voor Serious Request

Een kleine actie voor Serious Request rond de Kerstnachtdienst leverde bijna 600 euro en veel reactie op.
Lees meer... 



zaterdag 7 december 2013

Finn

Wat als je door de dood van een geliefde met meer losse eindjes achterblijft dan je hanteren kunt? In In de familiefilm Finn – die zaterdag 7 december in première ging – is te zien hoe de hoofdpersoon (een vader die alleen met zijn zoontje Finn achterblijft) zijn dromen ver weg stopt, achter slot en grendel in een kast. Pas als zijn zoon op zoek gaat naar de sleutel verandert er iets..
Het slot van deze film werd in mei in ons Cothense kerkje opgenomen. En niet alleen het kerkje in kerstsfeer speelt een glansrol in de film, ook mijn eigen dochter en haar vriendinnen werden van het kerkplein geplukt om te figureren in de slot scène in de kerk.
Veel redenen om te gaan kijken dus...
Misschien is het omdat ik in de afgelopen maanden veel families mocht begeleiden bij afscheid dat de film me zo ontroerde.
Als de dood zijn klauwen in je leven zet en iemand meeneemt die je niet missen kunt, hoe ga je dan met die machteloosheid om? Een fout die je maakte, een beslissing die je nam krijgt groot gewicht – want je kunt het niet overdoen. Was het jouw schuld? Heb je wel het goede gedaan?
Een mens doet wel vaker niet precies het goede, maar nu komt het er ineens op aan... Hoe kun je verder leven met de keuzes die je maakte?

In de film Finn zie je een man zijn dromen achter slot en grendel stoppen. Er kleeft schuld aan die dromen.. De vraag: had ik anders moeten handelen is te pijnlijk en dus doet hij de deur dicht. Geen vragen, geen dromen, en ook geen muziek meer in zijn leven.
Finn, zijn roodharige zoon van 9 is een dromer zonder dat hij het doorheeft. Hij droomt verzoening met het verleden – de dood is voor hem geen beletsel. 
Het ontroerde me, hoe tijdens de slotscène in de kerk de sleutel naar verzoening met het verleden gevonden wordt. Als Finn op zijn viool speelt gaat de deur van het slot.
In mijn gedachten trokken al die mensen voorbij van wie ik het verdriet heb leren kennen in de afgelopen maanden.
Op 6 mei werden de opnames voor Finn in de kerk gemaakt. Twee weken later zetten we de kerkdeuren open voor wie geschokt was door de vondst van 2 lichamen in Cothen. Nederland leefde mee met het drama van een vader en 2 zonen, en met een moeder (en vele anderen) achterblijvend met vragen.

Finn is een film die hoop geeft, dat de muziek in een leven terug kan komen...  

zondag 13 oktober 2013

Elia

Een verhaal over en door Elia...gebaseerd op 1 Koningen 18 en 19

Battle 

Ik ben Elia.
Een gelovige.
Een profeet zelfs – dat betekent dat ik mijn mond nog wel eens opentrek om iets over God te zeggen.
Dat is soms hard nodig.
Want de mensen om me heen (en ik zelf ook hoor.. soms..) zijn zo druk met van alles dat ze vergeten te kiezen.
Om één ding tegelijk te doen.
Laat ik jullie vertellen over wat ik laatst meemaakte.
Het was een soort Battle. Een battle om Gods aandacht.
Daar stond ik, met een massa publiek er omheenn. En naast mij stond nog een heel zwikkie profeten. En de vraag was, wie nu echt contact met God kon leggen. Wie had er ècht verbinding..
Zij, die andere profeten, mochten eerst: ze zetten al hun schermen aan, laptops, telefoons, ipads.. ze sprongen ermee in het rond en probeerden maar verbinding te krijgen. Met wat voor goden dan ook.
Het was een bizar gezicht.
“Misschien is jullie God even weg, naar de wc ofzo.. heeft hij zijn wifi niet aanstaan misschien?” zei ik nog…
Er gebeurde niets..
Toen mocht ik.
Ik liet het helemaal stil worden.
En ik richtte me tot God. Hoe precies.. ja, ik weet het zelf niet eens goed.
Maar ik concentreerde me.
En toen voelde je dat er iets gebeurde – in het hele publiek...
Het was geen vuur uit de hemel en toch ook weer wel..
We hadden verbinding…
maar dat was toen. Er is veel gebeurd sinds toen.. 


Woestijn

- Elia is gaan liggen
Toen was er verbinding, maar inmiddels voel ik me helemaal alleen…
Jullie denken dat je als gelovige alleen staat, met je secularisatie…
nou.. dat is bij mij nog wel even erger.
Niemand is er over, die me steunt.
Ik heb zoveel over me heen gekregen na die Battle.
Hatemails, gescheld op twitter en wat ze op FB over me zeiden… ze wensen me gewoon dood.
Voor mij hoeft het niet meer… ik wil niet meer verder.
Een engel  brengt water en brood
Kom Elia, eet en drink wat. Je hebt nog een lange reis voor de boeg.
Elia neemt het aan en gaat weer liggen
Engel brengt voor de tweede maal water en brood
Wie was dat..? Ze wist in ieder geval wat ik nodig had…
Ik heb weer energie om op zoek te gaan naar verbinding… in de bergen, daar ga ik God zoeken.
       
Op de berg

Waar is God te vinden als je hem zoekt? 
Soms heb ik hem hard nodig, als ik het gevoel heb dat er niemand is die me helpen kan.
Als ik me in de steek gelaten voel.
Als ik me zorgen maak. Over wat ik allemaal om me heen zie gebeuren.
Vaak moet ik heel hard zoeken.
Maar soms merk ik iets van hem.
Tussen alle geluiden door, in alle drukte, is hij erbij.
En soms helpt het als ik stil ben. 
Hier, boven op de berg, hoor je alleen de wind. En als het dan stil wordt in mij, dan is het net of God in mijn oor fluistert.
Niet alleen maar lieve dingen, als ‘ik ben bij je’. Dat ook..
maar ook stevige taal. Want er moet wel wat gebeuren!
maar vooral:
Hier op de berg besef ik.. er is Iemand groter dan ik. Die met mij verbonden is.


dinsdag 17 september 2013

zoals een moeder zorgt..

'Zoals een moeder zorgt, voor kinderen haar toevertrouwd, en waarborgt dat zij leven...zo is een God van liefde' - deze regels uit een lied van Huub Oosterhuis zongen door mijn hoofd toen ik het erf van een boerderij af reed waar een moeder te vroeg gestorven was.
In de afscheidsdienst lazen we een regel uit Jesaja 66: 'Zoals een moeder haar zoon troost, zo zal ik jullie troosten.'
God is als een moeder... die haar zoon troost, op schoot neemt, of over zijn bol aait als hij daarvoor te groot is geworden. Als een moeder die zorgt dat je elke dag de tafel gedekt vindt, die er is als je wilt vertellen over je dag. Die je herinneringen bewaart, foto's inplakt, die altijd bezig is om te zorgen dat thuis ook echt thuis is..
Wij zijn als een kind dat tot rust komt in Gods armen.
Zo beschrijft psalm 131 het:

Ik ben stil geworden
mijn ziel heeft rust gevonden
als een kind op de arm van zijn moeder ben ik
ontspannen
rustig
als een kind vol vertrouwen is mijn ziel

Als mensen te vroeg sterven, als een moeder er niet meer is om haar zoon te troosten, dan hebben we Gods moederlijke zorg en zegen hard nodig...

En oh ja: die rust komt misschien pas, nadat God alle boosheid en verdriet over zich heen heeft laten komen, als we uit geraasd zijn..

vrijdag 13 september 2013

Licht in het lijf

Ik mocht de afscheidsdienst leiden van een moeder van 3 jongens tussen 10 en 17 jaar oud. Prachtige mannen, met een dappere vader.
Ik had alle woorden afgewogen; muziek was zorgvuldig uitgezocht. Maar het mooiste moment had geen woorden nodig. Alle vrienden en vriendjes van de 3 zonen mochten naar voren komen om met hen een lichtje aan te steken. Lichtjes die ons helpen herinneren aan het Licht,zei ik erbij. Er waren er misschien wel dertig. Ze zetten waxinelichtjes om 3 kaarsen heen die de zonen hadden aangestoken. En ze zochten hun vrienden op, sloegen armen om elkaar heen en huilden. Terwijl de volwassenen in de banken zaten en helemaal vergaten om te zingen deelden ze hun verdriet, rond de kist met een overleden moeder.
Ik hoop zo dat het ritueel een restje licht in hen heeft achtergelaten. Licht in hun lijf, tegen het gemis in.


woensdag 28 augustus 2013

in the dark

We zitten op de grond, met een blinddoek om. Hand in hand. Op de blinddoek staat 'The End'. Ikon, de groep die in deze viering (of is het een performance?) tijdens Greenbelt voorgaat heeft ons al een half uur
lang hardhandig geconfronteerd met de vluchtigheid van het leven. We mochten opschrijven wat we wilden nalaten, maar het werd onverbiddelijk door (een speelgoed) toilet gespoeld. De ballon die ons leven voorstelde mochten - of moesten - we lek prikken. Bij de ingang hadden we er onze eigen adem er in geblazen hadden (behalve ik, want dat kan ik niet... maar gelukkig wilde een vriendin mij leven inblazen ;-)). Daarna werd er 'one' op geschreven. Want meer dan één leven hebben we niet.
We zagen beelden van veroudering en verval op de schermen om ons heen. We zongen 'I'll be gone... in a day or two!'
Op een houten kruis is van ballonnen een figuur gehangen. Deze Jezus wordt even onverbiddelijk lek geprikt tijdens onze duisternis.
foto: Peter Schutte
"Houd elkaar's handen vast en vind zo de weg naar de uitgang, want meer er is er niet." Maar niemand maakt een begin en dus gaan de blinddoeken af. En stommelen we ziende naar de uitgang.
Het gesprek is niet snel afgelopen. Is er dan niet meer dan een ander om je aan vast te houden? Is dit alles?
En Jezus.. zou die zijn verdwenen of toch... opgestaan?

Pete Rollins, man achter Ikon, geeft later tijdens het festival wat clues. Het gaat erom dat God in onze gebrokenheid gevonden wordt. Alleen maar spreken over licht (NB 'Er is een land van louter licht') doet God tekort. Het is hard nodig al die mooie beelden te belagen, ze te ontmaskeren.
Dat is Ikon wel gelukt.

Let Us Spray - Prayer wall at Greenbelt Festival 2013

zaterdag 20 juli 2013

kerk zonder muren

Op lange zomeravonden met vakantie in zicht is er tijd om te mijmeren over het seizoen dat bijna voorbij is. “Kerk zonder muren..” die titel zou ik boven het hoofdstuk van de laatste maanden zetten.

De Pinksterviering op de Markt (georganiseerd door de WIjkse kerken) was daarvan het meest in het oog springende voorbeeld. Op die zondagmiddag van eerste Pinksterdag waren er geen muren die afstand schiepen tussen wie binnen en buiten was, tussen wie er wel en niet bij hoorde.
In de buitenlucht op de Markt konden voorbijgangers, terrasbezoekers en toeristen vrijblijvend meeluisteren, op de stoelen plaatsnemen of zelfs meedoen door een gebed naar voren te brengen.

Leden van alle kerken zaten zusterlijk en broederlijk door elkaar heen, en gaven de gekleurde linten door die verbinding verbeeldden. Het was genieten om zo samen te zingen, te luisteren en te bidden.


Nog maar een dag later hielpen vrijwilligers uit verschillende kerken om de deuren van de Cothense kerken gastvrij open te zetten.
Toen bekend werd dat de broertjes Ruben en Julian gevonden waren in onze gemeente was het voor degenen die (via het Beraad van Kerken) al langer bezig waren met de vraag ‘wat is de rol van de kerk bij een crisis’ heel vanzelfsprekend om koffie te
zetten en beschikbaar te zijn.  Mensen konden kaarsjes aansteken en een boodschap
opschrijven, en ze konden even hun verhaal kwijt. De muren van de kerk waren nu een plek waar binnen onoplosbare vragen gesteld konden worden, onder het beschermende dak van Gods liefde. Kerkelijk of niet, afkomstig uit Cothen of Wijk of niet, gelovig of niet, met nieuwe vragen of oud verdriet – de deur stond voor al deze mensen
open en er brandde licht. Binnen de muren van het gebouw vielen de muren weg.. En dit alles gebeurde in goed overleg met de burgemeester. Meer lezen.. 

Een derde ervaring van kerk zonder muren had ik tijdens de Preek van de Leek, in maart en april in het Calypsotheater. Bewust zochten we als organisatie (Henk Kroese, Coby Oppewal, Tom van Ginkel en ondergetekende) het theater uit als plek van handeling, en vroegen we een leek om over haar/ zijn inspiratie te vertellen. We wilden daarmee zichtbaar maken dat geloof leeft op Markt, op de pleintjes en in de straten van
Wijk bij Duurstede, en niet voorbehouden is aan dominees en andere insiders. Een open deur natuurlijk.. maar zijn we ons daar echt van bewust?
Onze tijd vraagt erom dat we -waar we maar zijn - woorden zoeken voor datgene waar we in geloven. Ook buiten de kerkmuren… Degenen die tijdens de Preek van de Leek de preekstoel beklimmen in het Calypsotheater gaan ons daarin voor. Zij geven het goede voorbeeld, en vertellen wat hen inspireert.

ZIN in Wijk bij Duurstede is ook bedoeld als een netwerk waar muren afwezig zijn. Op het internet bestaan muren niet en kan wie dat wil zomaar aansluiten (of weer uitloggen). ZIN is niet alleen een website, dus een virtuele plek waar je inspiratie kunt
ophalen, maar ook een ontmoetingsplek. De kloosterdag van ZIN was daarvan een voorbeeld. God ontmoeten, tot jezelf komen en met anderen in gesprek zijn – dat alles bij elkaar maakte het tot een dag van ontspanning, een dag ‘heilige ruimte’.

Kerk zonder muren… er borrelen al voorzichtig ideeën voor een nieuw seizoen. 

dinsdag 4 juni 2013

kloosterdag: heilige ruimte

Maanden geleden schreef ik:
“Soms droom ik van een klooster in Cothen. De kerk – een plek om te bidden, een paar keer op een dag. De grote tafel in de pastorie – een soort refter, waar gepraat, gedronken en gegeten wordt, waar de vragen van geloven hier en nu gedeeld worden. De wandelpaden om het dorp heen – een grote kloostertuin om tot jezelf te komen. Het geheel: een plek waar je God en mensen ontmoet, en waar je zo de ruimte vindt om tot jezelf te komen.”



Op zaterdag 1 juni was het zover: vanuit ZIN in Wijk bij Duurstede werd een kloosterdag georganiseerd. 
Een klein groepje maakte kennis met elkaar aan de grote tafel van de pastorie, en verplaatste zich daarna naar het Cothense kerkje voor het eerste gebed.
De gebeden vormden de ruggegraat van deze dag. Aan het begin, voor het middageten, aan het einde van de middag en voor vertrek in de avond zaten we in een kring in de kerk. We luisterden naar het verhaal van Elia uit 1 Koningen 19 (waar hij eerst niet meer verder wil, dan nieuwe energie krijgt van een engel, op weg gaat en dan God ontmoet in een milde bries), waren stil, zongen en baden met elkaar.
De gebeden maakten van deze dag 'heilige ruimte': ruimte die apart gezet is, anders dan het gewone. Ruimte om tot jezelf te komen, nieuwe mensen te ontmoeten en God te ervaren in het dagelijkse.
In de open en persoonlijke gesprekken over de vraag 'wat is jouw bron' en 'hoe ga je met kwetsbaarheid om' kwam God niet uitdrukkelijk ter sprake. Hij werd niet bij name genoemd. In de gebeden gebeurde dat wel. Wat onuitgesproken was werd benoemd in lied, gebed en lezing uit de Bijbel. 


Tussen de gebeden werd er gewandeld, heerlijk gegeten en wijn gedronken, van de zon genoten, veel gepraat met elkaar. Afspraak was: deze dag mag je tijd voor jezelf nemen èn tijd voor God. De een deed dat door gesprek, de ander door in een hangmat te liggen of door over het water van de Krommerijn te staren, weer een ander ging even rustig in de kerk zitten. 


Een paar momenten ontroerden me erg: 
De openheid waarmee iemand deelde wat haar op dit moment moeilijk valt. Tranen die gedeeld werden.
De overvloed van al het eten dat door de deelnemers was meegebracht en het gebed dat we hand in hand zongen rond de tafel.
De manier waarop ieder zelf een manier vond om - tijdens de laatste ontmoeting in de kerk - aan haar buurvrouw een zegen met water door te geven. 


Dankbaar sloten we de dag af. Mooi hoe één dag heilige ruimte genoeg kan zijn om op adem te komen..


Een deelnemer schreef een mooi verslag van de dag - je leest het op de website van ZIN in Wijk bij Duurstede. 
Daar is ook het programma van deze dag te downloaden.

donderdag 30 mei 2013

In de krant.. de rol van kerken bij een crisis

De kerk als ruimte voor het delen van de vragen
Hanneke Goudappel
donderdag 23 mei 12:45
Ineens komt iets waar je van afstand naar hebt gekeken, je eigen wereld binnen. Zo omschrijft ds. Rebecca Onderstal uit Cothen het moment waarop de lichamen van de broers Julian en Ruben uit Zeist vlak buiten het dorp werden gevonden.
De lichamen werden zondag door voorbijgangers gevonden. ,,Die zondagmiddag hadden we als kerken van Wijk bij Duurstede en omgeving een grote pinksterviering op de markt in Wijk bij Duurstede. Daar was ook gebeden voor de kinderen. We waren aan het opruimen toen het bericht kwam dat de lichamen mogelijk waren gevonden.”

Schrik

Wijk bij Duurstede had al een extra betrokkenheid bij de situatie, omdat de vader van de jongens hier vandaan komt, en er familie en vrienden van hem wonen. ,,Nu was ook mijn eigen gemeente Cothen, ineens verbonden aan het vinden van de jongens”, blikt ds. Rebecca Onderstal, predikant van de protestantse gemeenten in Cothen en Wijk bij Duurstede, terug. ,,Ik kwam met grote schrik thuis.”

’s Avonds twitterde de predikante: ‘Ik zet de deur van onze kerk maar open.. kaars aan.. #cothen #protestantsekerkaandeBrink’. ,,Daar kwamen ontzettend veel reacties op via de sociale media”, vertelt ze.

Vervolgens heeft ze met de burgemeester gebeld. ,,We zijn in Wijk bij Duurstede een paar jaar geleden gaan nadenken over de rol van de kerken bij een crisis. Na de Bijlmerramp heeft de Protestantse Kerk in Nederland daarvoor een cursus ontwikkeld. Die hebben we als kerken in Wijk bij Duurstede gevolgd. Alle kerken hebben toen de intentie uitgesproken dat wanneer er iets zou gebeuren, wij voor de pastorale zorg zorgen.”

Verdriet en vragen

De burgemeester nam het aanbod van Onderstal om de kerk open te doen, aan. ,,Ook de katholieke kerk was open. De Mariakapel bij deze kerk is eigenlijk altijd open.”

Op maandagochtend was het vooral de pers die naar de kerken kwam. ,,Later die dag kwamen er ook veel mensen die even een kaars wilden opsteken. Ze konden iets opschrijven als ze dat wilden. Daar werd veel gebruik van gemaakt. Het was tweede pinksterdag, en was weinig open waar mensen elkaar konden treffen.”

Het ging niet om grote stromen mensen die de kerken bezochten, zegt Onderstal. ,,Het ging in de protestantse kerk om tientallen, in de katholieke kerk kwamen er nog meer mensen. Geen ramptoeristen, maar mensen met verdriet en heel veel vragen. Je ziet bijvoorbeeld mensen voor wie deze gebeurtenis raakt aan oud verdriet. Aan iets heftigs wat ze zelf hebben meegemaakt. Ook kwam ik mensen tegen die zelf met een scheiding hebben te maken (gehad). De teneur was verbijstering.”

Koffie

Terugkijkend meent Onderstal dat de kerk openstellen het beste is wat je als kerkelijke gemeente kunt doen in een crisissituatie. ,,Veel meer hoeft niet. Zorg dat er kaarsjes zijn, zorg voor vrijwilligers en zet koffie.”

,,Ik vergelijk de kerk met een vriendenkring – een stenen beeld van mensen in een kring, die de armen om elkaar hebben geslagen, met in het midden het Licht”, zegt Onderstal. ,,In een situatie als deze zoeken mensen vaak naar schuldigen, op wie ze hun boosheid kunnen richten. De kerk is een plek die de ruimte biedt voor de vragen, en die ze openlaat. Een plek waar je een lichtje aansteekt, als teken van hoop, van verwachting, van de aanwezigheid van God.”

Burgemeester Tjapko Poppens van Wijk bij Duurstede heeft gisteren een bezoek gebracht aan de ouders van de vader van Julian en Ruben. Volgens de burgemeester heeft de Wijkse gemeenschap veel begrip voor het verdriet van de familie van de vader. Dat merkt ook Onderstal. ,,Het is onze verantwoordelijkheid om ook met hen mee te leven. Dit hebben ze niet kunnen zien aankomen. Familie en vrienden kenden de kinderen goed. Zij moeten hier ook mee verder.”
* verschenen in het Friesch Dagblad en op de website Het Goede Leven op 23 mei 2013

woensdag 29 mei 2013

waar ze gevonden werden...

Vlakbij
in Cothen
een godverlaten plek
Als kinderen niet veilig zijn
als een mens geen uitweg ziet
als niemand het geroep hoort
als het stil geworden is..
Waar bent U?
Vogels fluiten
cellofaan om bloemen ritselt door de wind
Toen Abraham zich geroepen voelde
om zijn zoon te offeren
kwam God tussenbeide
Waarom nu niet?
Antwoord blijft uit
op onze vragen.
Stilte
in onze  kring.
Wind ritselt door het cellofaan
Houvast..
zoeken we
bij elkaar
bij het licht.
God,
laat niemand
nergens
godvergeten zijn
Tekst geschreven voor www.ZINinWijkbijDuurstede.nl na de vondst van de lichamen van de 2 vermiste broertjes Ruben en Julian in Cothen, 19 mei 2013

zaterdag 18 mei 2013

Kracht die verbindt


Er was eens een stadje aan een rivier. Het lag daar vredig tegen het water geplakt, terwijl het water rustig voort kabbelde. Een mooi oud stadje was het.
Maar de mensen in het stadje hadden hun deuren dicht en de gordijnen ook. Sommige huizen hadden zelfs van die rolluiken die ze maar zelden omhoog deden.. Een enkeling had zijn vensterbank volgebouwd met geraniums, maar wel zo, dat je niet naar binnen kon kijken.
Het was ieder voor zich in dit stadje…
Het was er stil op straat. Er speelden haast geen kinderen buiten.
Er waren wel clubjes, mensen die bij elkaar kwamen in gebouwtjes of kerken.. maar dan ging de deur op slot zodra ze allemaal binnen waren. Zodat er maar niemand spontaan binnen zou stappen.
Achter sommige voordeuren was het best knus en gezellig.
Maar er waren ook mensen die alleen zaten. Oudere mensen alleen aan tafel. Kinderen die niemand hadden om mee te spelen.


Waren de mensen ongelukkig in dat stadje?
Misschien wisten ze niet beter.. 
Het was ieder voor zich in dit stadje..

Maar er kwam een dag, dat er vreemdeling de stad binnenwandelde.
Het viel niemand op.. natuurlijk niet, want ze zaten allemaal veilig achter hun voordeur.
En hij was ook niet opvallend. Op het eerste gezicht niets bijzonders, gewoon een man.. niet heel jong, niet heel oud..
Hij liep door de verlaten straten. Ergens schoot iemand een hoek om, er sloeg een deur dicht. Een kind gluurde door een kiertje tussen gordijnen . 

De vreemdeling liep door de straten, onopvallend.
Maar met zijn komst was de wind opgestoken in het stadje.
Door de poorten, van alle kanten waaide het naar binnen.
Het was geen gewone wind, maar een warme wind. Die de geur van seringen meebracht en van fluitekruid en versgemaaid gras....
Het was een sterke wind die door de straten stoof. Geen flauw briesje maar een krachtige wind.
Het vuil dat was blijven liggen werd weggeblazen.
De wind rukte aan dichte luiken en rammelde aan gesloten deuren. Waar een raam op een kiertje stond waaiden de gordijnen als vlaggen naar buiten. Er dwarrelde overal losgeraakte blaadjes van bomen door de lucht. De katten op straat renden er al achteraan..
De wind kroop door de kieren die niet dichtgestopt waren en kwam de huizen binnen, en de gebouwtjes en de kerkjes.

De kinderen merkten het het eerst. En vroegen of ze naar buiten mochten. Ze wilden de straat op.. daar gingen ze al. Ze speelden met de wind, lieten zich er bijna door omver blazen en dansten door de straten..  Ze speelden samen met de wind.. samen..
De ouderen volgden, aarzelend, voorzichtig.. er ging hier en daar een deur open. Op een kiertje. Een rolluik een stukje omhoog, een luik open..
Maar voor ze het wisten was de deur helemaal opengevlogen, er was geen houden aan.
De mensen werden naar buiten geblazen. De straat op. De een na de ander.

En die vreemdeling.. hij liep met de kinderen de straten door. Huppelde met de wind mee en zocht naar dichte deuren.. waar alles nog potdicht zat, klopten ze aan .. …Er gingen steeds meer deuren open.
In dat stadje aan de rivier waaiden de angsten van de mensen één voor één weg..  door de lucht vlogen, over de muur van de stad, richting de rivier.. weg.. En iedereen vroeg zich af, waarom ze ook alweer zo angstvallig binnen waren gebleven..

Nu alles open stond zagen ze ineens wie er naast hen woonde
Die buurman, wiens vrouw al jaren geleden overleden was, maar wiens verdriet nog niet over was. Het buurmeisje dat zo graag iemand wilde spelen.
De wind waaide buren die elkaar niet kenden met al haar kracht naar elkaar toe.

En die vreemdeling..? Hij ging ongemerkt weer weg.

En in het stadje gingen er ook weer deuren dicht, en soms zelfs op slot.
Maar.. steeds als weer de wind opsteekt, en de luiken gaan klapperen, de deuren openvliegen, dan herinneren de mensen het zich weer… De kinderen gaan naar buiten en weten weer  dat ze kunnen spelen met de wind. Samen.
En grote mensen laten de deuren openwaaien en zitten op straat, samen

donderdag 25 april 2013

droom van een koning


Het is 29 april ’s avonds laat, ergens in een groot landhuis in Wassenaar.. Een prins gaat slapen, voor het laatst als prins.Hij valt bijna in slaap, terwijl in zijn hoofd het lied nog nazoemt; dat lied waar iedereen iets van vindt. Hij vindt er ook wel iets van, maar dat mag hij niet zeggen. Hij mag zijn mond opendoen om mee te zingen. Dus heeft hij er hard op geoefend, en zoemt het nog na in zijn hoofd…

Door de regen en de wind.. zal ik naast je blijven staan.. ik bescherm je tegen alles wat komt.. Ik houd je veilig.. zolang als ik leef..

Hij zit opeens stijf overeind in zijn bed. Gaat dit over hem.. is dit zijn taak? Is dat wat een koning doet – het volk beschermen in alles, zorgen dat ze veilig zijn? Het zweet breekt hem uit.. dat is onmogelijk…
Zijn vrouw steekt half slapend naast hem een geruststellende hand uit. ‘Ga maar slapen lieverd.. je hoeft niet het niet alleen te doen..’ mompelt ze.
Nee, natuurlijk.. er is morgen een heel parlement dat om hem heen staat. Hij ziet ze voor zich, een kerk vol..
Hij gaat weer liggen en draait zich op zijn zij.

Het lied zoemt verder in zijn hoofd..
en ergens ver weg is er nog een vage gedachte: over wie gaat dit lied eigenlijk.. Bescherm ik hen, het volk? Of… beschermen zij mij? Of..
Die gedachte wiegt hem in slaap…

Hij hoort een stem zingen.. opnieuw dat lied..
Waar komt die stem vandaan..? Hij probeert het te ontdekken, zoekt naar een gezicht, maar het lijkt alsof het geluid van alle kanten tegelijk komt.. onwerkelijk, zoals het geluid hem omgeeft..
Omdat hij niemand kan ontdekken doet hij zijn ogen dicht (of waren die al dicht.. slaapt hij nu, of is hij toch wakker..?). Nu lijkt het alsof het lied van binnen komt..

Ik bescherm je ..
En als je ooit de weg verliest, ben ik je baken in de nacht, haven in de duisternis…

Uit zijn ooghoeken ziet hij een gestalte opdoemen. Iemand loopt het beeld in.
Zoals dat gaat in dromen weet hij gewoon dat dit een koning is. Terwijl het nergens aan te zien is. Haveloze kleren, niks geen majesteitelijke blik..

Is hij de zanger van het lied?
Nee, hij zwijgt.
Vrienden drommen om hem heen, net zo haveloos als hij . Maar naar hem blijf je kijken. Alsof hij de wijsheid van de hele wereld in zich verenigt, zo ziet hij eruit. Alsof het blauw van de hemel in zijn ogen weerspiegeld wordt, zo helder.. … Alsof hij de lasten van de wereld op zijn schouders draagt, en toch niet doorbuigt..

Er loopt een vrouw met een flesje het beeld in.. ze giet de inhoud uit, over haar handen en stapt naar de man toe. Ze zalft zijn hoofd met olie.
De man buigt het hoofd.

Een koning.. natuurlijk..
Droomt hij nog steeds.. ?
Hij kan de man bijna aanraken. De olie voelen met zijn vingers..
De man tilt zijn hoofd op en kijkt hem aan. Glashelder. In zijn ogen ziet hij vrede.
Hij ziet mensen die lachen, gelukkig zijn, wapens die veranderen in gereedschap om mee te bouwen, hij ziet straten en pleinen waar kinderen spelen, oude mensen die dansen, tranen die gedroogd worden..


Zeg mij naar na.. zegt de man: ‘Uw koninkrijk kome…’. Zeg mij maar na. ..
En terwijl hij de woorden proeft en langzaam een voor een uitspreekt beseft hij dat hij hardop praat.. en wakker is geworden..
Uw koninkrijk kome, zegt hij nog eens zachtjes, om zijn vrouw niet wakker te maken. En ineens beseft hij tegen wie hij het heeft.. Uw koninkrijk.. zegt hij zachtjes, Een land om van te dromen, zo mooi, zo vredig. En ik mag daar aan werken.

Het lied uit zijn droom is nog steeds als een mantel om hem heen. Er is iemand die hèm de weg wijst. De weg naar vrede. Er is een land om van te dromen en aan te werken..
Voorzichtig stapt hij het bed uit. Het is nog vroeg. 

Dit verhaal werd ook gepubliceerd op de website www.prekenvoordekoning.nl en in het Nederlands Dagblad (30 april 2013)

zondag 21 april 2013

daar sta je dan..

Daar sta je dan.. en over je nog ongekroonde hoofd breekt een storm los. Een storm die het volk verbindt en dat was ook de bedoeling van het schrijven van een koningslied. Maar toch.. zò was het niet bedoeld.

Daar sta je dan en je vraagt je af, of je koning wilt zijn van een volk dat over elkaar heen valt in het afkraken van een lied. Waar gefundeerde kritiek en humor omslaan in venijn en volkswoede. De rellen in Haren zijn er niets bij, bij dit met de massa mee hollen nu er een kans is om eens lekker agressief te doen.

Daar sta je dan, en je vraagt je af of het geen tijd wordt om het lint van kettingreacties door te knippen.  Je wilt het volk verbinden, maar niet in een nationale cultuur van kritiek, niet als wat we delen is: 'Ik zeg wat ik denk, en liefst harder dan een ander'.
Het wordt tijd om heel ceremonieel het lint van negatieve kettingreacties door te knippen, want daar ben je voor, als koning. Je bent een voorbeeld.

Daar sta je dan, en je vraagt je af: hoe kan ik ooit een voorbeeld zijn? En ergens diep in je hart hoop je dat er mensen zijn die voor de koning bidden...

woensdag 17 april 2013

gave van tranen

Er zijn dagen dat er zomaar ineens tranen prikken achter mijn ogen.
Schijnbaar zonder reden..
Dagen waarop verdriet en gemis dat ik tegenkom me vullen, net tot over het randje..
'De gave van tranen' - ik vind dat een troostrijk beeld.
Het is een geschenk dat je zo geraakt kunt worden; het is iets om te ontvangen.
En je tranen zijn als een geschenk aan de ander, of jezelf.
Het is het minste wat je doen kunt.



via collega Kim Magnée - de Berg dit verhaal, ook over de gave van tranen:

God had medelijden met Adam en Eva omdat ze beiden zo’n spijt hadden van hun daad. Hij vergaf hen en zei tot hen:- Mijn arme kinderen. Ik heb jullie geoordeeld, en veroordeeld tot verbanning uit de tuin van Eden, waar jullie zo gelukkig waren.Nu zullen je gaan bevinden op een plaats waar de ellenden groot zijn en de rampen vele. En toch, desondanks, onthoudt dat ik jullie niet in de steek laat en dat ik van jullie blijf houden.En omdat jullie leven zo bitter zal zijn bied ik jullie een van de juwelen uit mijn schatkist: de traan.Zo, wanneer de pijn op zijn grootst is, jullie geest in rouw, zullen jullie ogen huilen en jullie ellende zal dragelijker zijn. Zo zullen jullie vertroosting vinden.Nauwelijks had God gesproken of de tranen stroomden over de wangen van Adam en Eva en vielen op de aarde.Adam en Eva lieten deze erfenis na aan hun kinderen en nakomelingen tot het einde der tijden, het vermogen om tranen te vergieten.



maandag 15 april 2013

Missie?

Voel ik me zendeling? Wat is mijn missie? Uitgenodigd om voor een ontmoeting met collega's iets op papier te zetten is hier de poging van maandagmorgen 15 april.. 


Mijn missie: de tegenstem van het evangelie laten klinken, in het verlangen dat mensen ervaren dat God met ons omgaat. Ik wil ruimte maken – plekken open houden - voor de verhalen over God en mensen, in een cultuur waar kennis en ervaring van de God van de Tora en de profeten en van Jezus Christus bepaald niet vanzelfsprekend is.
Er is geen nut (– zo vind je gelukkiger leven of verantwoordelijker leven), geen claim ( – het ware leven is hier te vinden), geen norm (– dit is hèt goede leven) .. Geraakt-zijn en relatie, niet van mij als individu maar van de 'wolk van getuigen' vormen de grond voor het 'getuigen'.
Kerk – als gemeenschap van mede-leerlingen door de eeuwen heen - is daarvoor mijn basis, en de plek waar ik mensen wil uitnodigen om kennis en ervaring op te doen.
Kerk onderweg: dauwtrappen, Hemelvaartsdag 2010
Het instituut kerk biedt daarvoor de mogelijkheden, maar is tegelijk een beperking.
Dat 'naar de kerk gaan' voor velen alleen betekent: op zondagmorgen om 10 uur in een gebouw in een bank schuiven, dat vind ik jammer. Ik wil het begrip 'kerk' veel meer oprekken, mogelijkheden verkennen.
Het liefst zoek ik naar sporen van kerk op de pleinen en in de huiskamers – of die nu uit stenen bestaan, of virtueel gebouwd zijn – daar waar mensen leven.
Praktisch kiezen we in de gemeente Cothen voor 2 sporen:
- dat van de klassieke gemeente, die elkaar ontmoet op zondagmorgen
- en dat van het diffuse 'netwerk' er omheen, van mensen die zich niet zo verbinden
Het vreet energie om op beide sporen verder te gaan. En de vraag blijft knagen, of er genoeg gemeente overblijft om het netwerk te voeden: wat als de gemeente 'op' raakt? Maar ik kan niet anders.. de drang om het evangelie uit te dragen is te groot. 

donderdag 11 april 2013

Geniet er maar van..!


Waarom krijg ik vaak zo’n jeuk van de goedbedoelde raad ‘geniet er maar van!’…
Is het omdat genieten niet op commando gaat, maar juist gebeurt in de ontspanning van het loslaten? Het is geen project maar een kadootje..
Met dit soort geniet-adviezen dreig je je zorgen te gaan maken ‘of je er wel genoeg van geniet’.. Terwijl geluk toch juist ligt in het opgaan in wat je doet. En dat lukt niet als je met een score-formulier naar jezelf blijven kijken of je wel op alle punten scoort. 
Bij de voorbereiding van een afscheidsdienst verdiepte ik me in Prediker. En daar stuitte ik ook op een opdracht tot genieten. ‘Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten’.
Prediker is een echte realist; vaak balancerend op het randje van zwartgallig pessimisme. Er is veel verdriet en onrecht onder de zon. En dus.. moet je genieten. Huh?
Ja, je moet er maar van genieten.. Of eigenlijk: er zit niets anders op, er blijft niets anders over..
Maar Prediker bedoelt niet het genieten van kopen zonder rem, van feesten zonder einde, van reizen zonder grenzen, de ongebreidelde bevrediging van je behoeften.
Het is het genieten van wie veel meegemaakt heeft, van wie tekort komt, ziek geworden is, of iets is kwijtgeraakt.
Het is het genieten van iemand die veel moet missen, die door het leven getekend is, maar toch dankbaar leeft en ontvangt wat er aan moois is. Dat is echt genieten… dankbaar ontvangen wat er wèl is.
Gelukkig wie nederig van hart zijn.. gelukkig de treurenden.. horen we uit de mond van Jezus in het nieuwe testament. Zij hebben meer besef, meer talent om te genieten.. Maar vaak gaat dat niet vanzelf; je moet daar een gevecht met jezelf voor leveren..
‘Geniet er maar van..’ het is een opdracht die zo gek nog niet is. Het is er één om naar te luisteren.

woensdag 10 april 2013

Vuistregels voor vrijwilligersbeleid in de kerk


In de protestantse gemeente Cothen willen we mensen werven met deze vuistregels in hoofd:

* De kerk is van Christus, niet van ons; laat dat ons bevrijden van de druk om het allemaal op onze schouders te nemen
* Kerk zijn we samen; het is een lichaam dat bestaat uit leden met een diversiteit aan talenten
* De kerkenraad is de spil maar niet de top en het draait niet om haar. De kerkenraad houdt het geheel in het oog, stimuleert en geeft richting.

* We doen wat we kunnen en zetten als het moet de tering naar de nering
* We werven mensen voor taken die bij hen passen en willen niet gefixeerd zijn op lege plekken / vacatures
* We denken vanuit mogelijkheden in plaats van tekorten, in vertrouwen op Gods Geest



dinsdag 2 april 2013

Op mijn tenen - derde Paasdag

Dit paasweekend zag ik op tv een portret van iemand met groot verdriet. Meer nog dan zijn woorden over rouw blijft me iets ondefinieerbaars bij.. Woorden zoekend voor wat ik zie: het is alsof hij zich zonder ophouden uitstrekt, als een veer onder spanning, op zijn tenen uitgestrekt. Naar.. naar wat? Naar een andere werkelijkheid, de plek waar hij degene die hij mist vermoedt? Naar een werkelijkheid waar het antwoord op het raadsel van het leven verborgen ligt? Naar de hemel.. ? Naar het licht.. van God?
Ik schreef hem: 'misschien is juist dat uitstrekken naar - vol verlangen - wel de meeste intense vorm van geloven.' De ervaring van dood en gemis maakt het verlangen wakker, de noodzaak om je uit te strekken naar méér dan hier is. 

Pasen is opstaan, de hand gereikt door de Opgestane. Sinds de Passion van vorige week donderdag zie ik daarbij de uitgestoken handen van een lichte gestalte voor me.
Kan ik de spanning van Pasen vasthouden: op mijn tenen blijven staan, gespannen uitzien en verlangen.. ?  

zondag 31 maart 2013

Open armen


Het is een bijzonder verhaal, dat verhaal van Jezus. Zijn lijden, alleen, zijn dood, onschuldig.
Maar... is het onder ons niet doodnormaal dat één iemand wordt afgerekend op wat er fout gaat?
Dat er één verantwoordelijk wordt gehouden en al het onbehagen, de ongerustheid, de boosheid over zich heen krijgt?
De wielrenner die alle boosheid en teleurstelling om een besmette sport treft.. het was niet zo mooi als we dachten en wilden. Daar moet iemand voor boeten, schuld voor belijden, vergiffenis vragen.
Waarschijnlijk zijn allen schuldig, maar wij willen er één zien die de schuld op zich neemt, op de bank bij Oprah.
De bankier die alle kwaadheid om en onrust om wankelende banken over zich heen krijgt gestort. Hij moet schuld bekennen, door het stof, anders komen we zijn enorme villa bezoeken, of bombarderen we hem via sociale media. Waarschijnlijk zit de neiging om te graaien als het gemakkelijk kan in velen van ons, maar we kijken naar die ene – hij heeft het gedaan. Als we maar naar hem blijven wijzen..
De minister die de angst dat ons geld niet veilig is, onze zekerheid – de angst ook van journalisten en tv presentatoren – en ter verantwoording wordt geroepen: liever liegen over wat nodig is, dan de financiële markten onrustig maken. Eerlijkheid levert verlies op. En dat verlies moet iemands schuld zijn.. terwijl we allemaal deel zijn van het probleem. Die ene – die had het anders moeten doen, want door hem gaat het fout.

´We zijn één wereld` zong Jezus in the Passion op Witte Donderdag. De problemen die er zijn zijn niet van hen, maar van ons. 
Maar we hebben zo de neiging om er een ander op af te willen rekenen. Een schuldige te zoeken om onze angst en onrust te sussen. Een oplossing is nog niet dichterbij, maar het lucht op om te kunnen wijzen naar iemand. Dan kun je vervolgens gewoon weer verder?

Dit begint op een donderpreek te lijken..
en het gaat natuurlijk over het tegenovergestelde vandaag! Om opstanding, blijheid, jubel, vreugde.. feest…
Want er is iets veranderd.   
Door die ene, door Jezus.
Ik loop al dagen met de liedjes van de Passion in mijn hoofd, en vooral met dat liedje dat Jezus – in de persoon van René van Kooten – zong op het strand, het Gethsemane van Den Haag.
Ik heb je lief.. ik heb je liever.. liever dan mijn leven.. dan om het even wat..
Daar draait het om, dat keert de boel om, een wending ten goede.. daar staat iemand op. Wijst niet naar anderen, maar omarmt mij, jou, de bankier en de spaarder, de fietser en de bankzitter, de minster en de buurman, het slachtoffer en de dader.. met onze fouten en verdriet. Hij rekent ons niet af op onze daden. Wij zoeken iemand die de schuld kan dragen.. en hij wordt dat, vrijwillig.
Hij omarmt ons.. met alles wat we zijn..
Hij ontwijkt niemand door de andere kant op te kijken, hij verzet zich niet door naar een ander te wijzen, hij weer niet af, slaat niet terug, hij relativeert niet weg. Hij staat daar en laat het volledig op zich af komen. Alles wat wij meebrengen, donker en licht, alles. Met compleet open vizier, met open armen.
En zo wordt kwaad omgekeerd tot goedheid.. slaat haat om naar liefde.. en breekt in duister licht door.

De kracht om niet naar een ander te wijzen maar zelf op te staan en op te komen voor een ander – die wordt vandaag in ons wakker gemaakt.
Niet met een goedkoop moralistisch verhaaltje met een opgeheven vinger.
Maar doordat er iemand is die daar staat, armen open – voor alles wat wij zijn. Geen oordeel, geen afwijzing.. hij draagt het. Zonder enige reserve draagt hij wat wij met ons meebrengen. Het kruis is gemaakt van al het donker in ons. Hij draagt het kwaad en versterkt het goede..  
En dan.. wat gebeurt er dan, als iemand dat doet? Het kwaad van de wereld toelaat, en draagt..
Dan is het drie dagen doodstil. Stil als het graf. Koud is het, winters koud.

Maar er is iets veranderd. En waar wij het niet zien, verborgen,  groeit er iets.
Het is het geheim van stille zaterdag. Het geheim van het zaad dat in de grond rust, en groeien gaat. We zien het niet, en doorgronden het niet..
Maar in de stilte, de kou en de machteloosheid.. op het diepste punt.. daar breekt het licht door.
Het is Gods geheim. Dat hij doet opstaan, de liefde doet opstaan. Een mens doet opstaan.. zijn zoon doet opstaan, uit de dood.
Dat Hij het goede in ons doet opstaan, versterkt wat er is aan goede wil, aan liefde…

Het wordt licht en terwijl in Maria’s lijf nog het donker van de nacht heerst, en de tranen haar verblinden, breekt het licht door.
Ze hoort haar naam. Hij leeft. En zal nooit meer sterven.
Hij zal voor altijd haar hand pakken om haar te helpen, haar op te richten.
Ze moet wel zingend weggegaan zijn, uit die tuin. Terug naar huis
God laat ons zingen na een lange nacht. Hoe dat gaat, dat is het geheim van Stille zaterdag.. maar hij laat ons weer zingen. 

opstanding


het verhaal van een kampbewoner, ergens in een Duits concentratiekamp:

In zijn barak verscheen elke week op dezelfde dag een bewaker om een bepaalde gevangene een afranseling te geven. Week in week uit verscheen hij met zijn  stok, altijd op zoek naar hetzelfde slachtoffer. En niemand die deze dodelijke ban wist te doorbreken.
Tot op een dag een van de anderen bewoners van de barak – niet de verteller - op de bewaker toetrad en zei: ‘U komt nu al tijdenlang iedere week om dezelfde van ons af te ranselen. Ik wilde u vragen  nu vandaag eens voor de verandering daarvan af te wijken, en míj te nemen…’. De bewaker was even uit het veld geslagen, maar herstelde zich: ‘Dat zal ik doen, en omdat u zo flink bent om u zelf aan te melden, mag u zelf het aantal stokslagen bepalen’.
‘Dat laat ik aan uw geweten over’, antwoordde de man.
‘Ik heb geen geweten’, zei de bewaker.
‘Dat hebt u wel’, antwoordde de man, ‘anders had u mij allang een pak rammel gegeven.’
De bewaker keek hem aan, draaide zich om en verdween.
Sinsdien werd hij in de barak niet  meer gezien.

Voor de Opstanding

behoef ik geen bewijs

ik zie haar in je ogen -

onverwoestbaar is 
je geest
die prikkeldraad en marteling trotseerde
en in de golven van geweld
niet machteloos tenonder ging
monddood schoot een kogel jou
maar je ogen blijven woorden spreken
elke letter een symbool
VRIJHEID

oerbeginsel van het leven

taal die niet verstommen zal zolang

de mens ècht Mens zal wezen

voor de Opstanding
behoef ik geen bewijs
ik lees haar in je ogen –


Oeke Kruythof



Is er een diepere dood:
mensen gaan dicht voor elkaar
kunnen geen kier meer open
harten zijn dicht voor God
steen, in zichzelf besloten

Is er nog leven dat breekt
wel een hamer zo hard
een beitel zo scherp
iemand die er iets op weet?

Luister, een woord wekt het oor
luister, wat steen was beweegt
Hij die aan ons zich verloor
open tot op het eind
breekt als de Levende door
roepende tot men Hem kent.

Inge Lievaart