Dit paasweekend zag ik op tv een portret van iemand met groot verdriet. Meer nog dan zijn woorden over rouw blijft me iets ondefinieerbaars bij.. Woorden zoekend voor wat ik zie: het is alsof hij zich zonder ophouden uitstrekt, als een veer onder spanning, op zijn tenen uitgestrekt. Naar.. naar wat? Naar een andere werkelijkheid, de plek waar hij degene die hij mist vermoedt? Naar een werkelijkheid waar het antwoord op het raadsel van het leven verborgen ligt? Naar de hemel.. ? Naar het licht.. van God?
Ik schreef hem: 'misschien is juist dat uitstrekken naar - vol verlangen - wel de meeste intense vorm van geloven.' De ervaring van dood en gemis maakt het verlangen wakker, de noodzaak om je uit te strekken naar méér dan hier is.
Pasen is opstaan, de hand gereikt door de Opgestane. Sinds de Passion van vorige week donderdag zie ik daarbij de uitgestoken handen van een lichte gestalte voor me.
Kan ik de spanning van Pasen vasthouden: op mijn tenen blijven staan, gespannen uitzien en verlangen.. ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten