zondag 4 december 2011

Onderweg


Op IJsland schijnt de zon. Ik zie hoe de zonnestralen de grond raken. Hangend tussen de aarde en de hemel. Ik zou er wel even willen landen, op IJsland. Tegelijk heeft het iets moois om niet te landen maar verder te gaan. Nog even nergens aankomen, maar verdergaan.
Ik zit bij het raampje. Uit claustrofobische overwegingen betreurde ik dat eerst  - meer dan éénmaal naar de wc gaan zit er niet in – maar nu geniet ik van het zien van een zonbeschenen rotseilandje voor de kust. En nee, geen aswolken deze reis..
Afgelopen week, thuis in mijn dorp, leidde ik een avond over ‘pelgrimeren’. Het ging over de pelgrimsweg - de ‘camino’ - naar Santiago de Compostela. Het ging over reiservaringen, over op weg gaan om een verlangen te volgen. Geen doelgerichte weg, maar een verlangen waarvan het doel zich al gaande pas laat ontdekken. Het doel ligt misschien wel voorbij de horizon, en verschuift terwijl je beweegt en verder reist.

Het past eigenlijk heel goed in de Advent: we zijn onderweg, maar we zijn er nog niet. En het is goed om de tijd te nemen om er te komen. Verwachten, onderweg zijn. Want onderweg doe je ervaringen op. Als je er bent is het klaar. Punt. En dat is eigenlijk jammer.

Pelgrimeren bestaat uit drie fasen. Je moet vertrekken, weggaan. Dat viel de afgelopen dagen nog niet mee. Het onbekende trekt (daarom ga ik juist) maar het maakt ook een tikje bang. Als ik de ticket niet maanden geleden gekocht èn betaald had zag ik er misschien wel vanaf. Genoeg te doen waar ik ben immers; ik ga opeens twijfelen of ik daar zomaar uit weg kan lopen. Maar ik kan niet meer terug. Kan niet anders dan de opwelling volgen die ik een paar maanden geleden had: ik ga op reis! Naar een plek die ik nog nooit gezien heb, waar ik de weg niet ken.
De tweede fase is het onderweg zijn. Je weg zoeken, stap voor stap. Het onbekende ontdekken. Op je toe laten komen. Openstaan voor wat en wie je tegenkomt.
Pelgrimeren kan niet zonder de derde fase: je gaat ook weer terug naar waar je vandaan kwam, en wie en wat je achterliet. Zal het lukken om nieuwe ervaringen, opgedane inzichten, meegebrachte souvenirs uit de koffer te halen en een permanente plek te geven? Reizen schept ruimte en afstand, ruimte voor een frisse wind, een heldere blik van een afstandje. Onbewust ging de pelgrim daar misschien wel voor, om de boel eens op te schudden. Maar kun je dat vasthouden, eenmaal weer thuis? Neem je het echt mee naar huis?

Hoewel ik de claustrofobie net op afstand kan houden, met zoveel mensen samen negen uur in mijn stoel opgesloten, met die ruimte en afstand zit het wel goed, hier in het vliegtuig. Ik zit nog in de vertrek-fase. Hoe zou het zijn om straks te landen in New York?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten