zondag 3 februari 2013

Jezus preekt...

preekstoel
Protestantse kerk Cothen
foto: Arno de Reuver
Woorden bij Lucas 4: 14-30

Jezus staat op in de synagoge, leest uit de bijbel (de boekrol van de profeet Jesaja, een van de profeten in de Hebreeuwse bijbel) en gaat zitten. Preken gebeurde zittend. Hij heeft er maar één zin voor nodig: 'wat jullie horen is vandaag vervuld'. Punt
Zo ging ds. Joan Roëll volgens de overlevering (ik was er niet bij) op Paasmorgen de preekstoel in Wijk bij Duurstede op en zei: 'De Heer is waarlijk opgestaan! Amen'. Punt. Sommige mensen waren not amused. Anderen zijn deze boodschap nooit meer vergeten.
Maar wat is de kern van Lucas 4, vers 14-30? Ik kan het niet in één zin zeggen.

Jezus kwam net uit de woestijn, waar het stiller is dan waar ook.. waar je God ontmoeten kunt en jezelf tegenkomt. Hij was tot de kern gekomen.
De mensen kijken hem vol verwachting aan. Alle ogen van Nazareth vol verwachting op hem gericht.
Maar... dan trekt hij alsnog van leer. Als een ouderwetse dominee die elke zondag over de zonde begint terwijl er nog geen aanwijsbaar kwaad gedaan is. Met opgeheven vingertje. 
Of zou hij het goed zien? Ziet hij wat wij niet zien, in de ogen van de mensen daar in Nazareth?
Wie zitten er voor hem, in die synagoge? Zijn het de armen, blinden, verdrukten, gevangenen waar hij over spreekt? Wie zitten er in het dorp waar deze lezing opnieuw klinkt in de kerk - gaat hier over ons?
Natuurlijk wel.. armen zijn degenen aan de zijlijn, die niet mee kunnen in de flow van de samenleving. Die zijn er hier ook.
Door ziekte ben je ineens uit het lood geslagen, stil gezet, je lichaam laat je in de steek.. of je merkt dat het op je werk niet gaat, teveel gebeurd, teveel aan je hoofd. De zorg voor een ander put je uit.. je wilt het graag doen, met liefde, maar het kost wel veel, veel vrijheid. Alle taken die je op je neemt, het is eigenlijk teveel bij elkaar, en je zit er in vast.. Je komt financieel steeds verder in de problemen, maar je durft het niemand te zeggen, en de schaamte verlamt je. Je wordt ontslagen en je hebt het gevoel dat je helemaal niet meer meedoet, dat je niets te vertellen hebt als ze vragen wie je bent.. want wie ben je nu nog? Je leeft van een pensioen maar je krijgt het gevoel dat je niet meer meetelt, dat wat je bijgedragen hebt niets meer waard is.

Statenbijbel in Cothen
foto: Margo van de Pavert
Jezus is gekomen om te bevrijden dus.. een en een is twee: hij is er voor ons.
Maar.. er is een maar. 
Een dorp, Nazareth.. het kan een gesloten gemeenschap zijn. Gesloten voor buitenstaanders – als je er niet geboren en getogen bent. Maar ook naar binnen, naar wie er wel vandaan komt, kan het hard zijn. Je krijgt de ruimte niet om anders te zijn dan men van je verwacht.. de druk om te doen wat je familie altijd gedaan heeft, of wat men in het dorp altijd doet, die kan groot zijn.
Jezus is de zoon van de timmerman. Dat hij zoon van God is, dat hij door de Geest in de woestijn veranderd is misschien, dat gaat er niet in.
Het is veilig, in zo’n kleine gemeenschap, maar soms ook beklemmend. Ze kennen je allemaal, of ze denken je te kennen. En voel je dan maar eens vrij, om anders te zijn..
Voel je maar eens vrij om je te laten veranderen.. door God.
Is dat de zere plek waar Jezus hier de vinger op legt? Dat God en mens hier niet echt de ruimte krijgen, binnen het dorp?
Of wil hij de mensen van het dorp in hun kraag grijpen om ze bewust te maken van wat er buiten het dorp is?
Waar zijn de armen? Waar zijn degenen die onvrij zijn? Moet je daarvoor niet verder kijken, verder weg, verder dan je neus lang is?
Wij zijn bij elkaar betrokken en kijken naar elkaar om, maar hoe zit het met ‘zij’. De arme die we niet tegenkomen, het verdriet dat we alleen op een tv scherm zien, of zelfs daar niet eens, de onderdrukte die zich op uren vliegen afstand bevindt.. raakt ons dat ook, gunnen we die ook bevrijding? En dan gunnen in de zin van: evenveel gunnen als onszelf.
Misschien is dat wat Jezus ziet – dat de verwachting van degenen voor hem beperkt is tot eigen leed en leven. De hoorders willen het – misschien onbewust – liefst voor zichzelf houden. En ze hebben het idee dat dat ook nog hun goed recht is. Ze hebben recht op Jezus aandacht, op geluk en welvaart door zijn toedoen, op verbetering in hun lot. Want Jezus is één van hen.
En daarmee verdwijnen die anderen, die talloze mensen die ook minstens zoveel snakken naar iemand die hen ziet en iets voor hen doet uit het zicht.Als je het niet zelf ziet, ruikt, aan kunt raken.. dan komt het leed van een ander niet binnen. En ben je niet zo geneigd om je geld weg te geven, of je tijd.

Jezus laat zijn eigen mensen, in zijn dorp, in een pijnlijke spiegel kijken. Hoeveel vrijheid geven ze elkaar om door God veranderd te worden? Hoeveel gunnen ze 'hen' van Gods bevrijding?
Iemand die bedreigt wat je bekend en vertrouwd is, die je in een pijnlijke spiegel laat kijken, die kritisch is, die sla je. Misschien niet letterlijk.. je slaat van je af, in plaats van het binnen te laten komen.

Jezus is er voor de armen.. maar daarvoor moet je wel in de spiegel kijken en zien, waar je armoede zit. Daarvoor moet je het wel van God verwachten. En het een ander gunnen.

Amen

Cothen, protestantse gemeente, zondag 3 februari 2013


Geen opmerkingen:

Een reactie posten