Het huis was helemaal leeg en stil. Oorverdovend stil.
Ik was alleen. Alleen met mijn gedachten.
Veertien jaar oud was ik. Mijn dagboek, dat eerst ‘Anne’ heette maar inmiddels versierd werd met hartjes en namen van jongens waar ik weg van was, had ik binnen handbereik.
Ik geloof dat ik er die middag in geschreven heb.
Mijn ouders waren naar het ziekenhuis. De politie was komen vertellen dat mijn zusje – 12 jaar oud, net 3 weken brugklasser op het gymnasium waar ik in de derde klas zat – een ongeluk had gehad op weg naar huis.
Ik wilde niet mee. Of kon ik niet mee naar de IC? Ik weet het niet zeker. Klopt mijn herinnering wel?
Het beeld van dat meisje op die pianokruk in het stille huis is als een icoon in mijn herinnering opgeslagen. Dàt was alleen-zijn.
Naschrift: mijn zusje hield aan het ongeluk hersenletsel over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten