Ik ben voorganger – dominee – sinds begin dit jaar in de prot gemeente Houten. Een gemeente die bij de Nationale Synode voor het voetlicht gebracht werd als ‘mainstream’ PKN – de meest gemiddelde gemeente van Nederland dus ;-)
Pluriform noemen we dat vaak. Maar of je daarmee de verlegenheid met verschillen die er zijn getackeld hebt, dat is maar de vraag.. het lijkt er nog wel eens op dat verschillen toegedekt worden met het woord ‘pluriform’.
De afgelopen jaren heb ik als pionier gewerkt voor ZIN in Wijk bij Duurstede, een netwerk voor zinzoekers met allerlei activiteiten om mensen bij elkaar te brengen rond geloofs- en zingevingsvragen. Als pionier bivakkeer ik op de grens van de kerk, in gesprek met degenen die allang zijn afgehaakt of andere spirituele wegen hebben gezocht. En dan kan de vraag ineens op tafel komen: wie is Jezus voor jou? (voor mij dus.. ) Wie Jezus is, voor mij… Binnen de geloofsgemeenschap van de kerk weten we zo ongeveer wat we bedoelen als we het over Jezus hebben. Of we denken het te weten. Maar het is eigenlijk een heel goede vraag!
In dat pionieren heb ik al doende geleerd om verschillen juist wel te benoemen, en zelfs te thematiseren. Wat blijkt? Het spreken vanuit een ‘wij’ waarbij we van elkaar weten wat we bedoelen sluit anderen uit. Degene die twijfelt, of die niet weet of íe wel iets met de kerk wil, die zichzelf niet zo’n gelovige voelt - Voelt die zich wel deel van het wij, waarmee we bidden en zingen? En iemand die de gewoontes niet kent, de taal niet beheerst de verhalen niet kent.. voelt die zich wel aangesproken als er onuitgesproken vanuit gegaan wordt dat dat wel zo is? Of eerder buitengesloten?
Binnen pioniersplekken, wordt expliciet ruimte gemaakt door verschillen te benoemen. Door gewoon te zeggen: misschien heb je wel niets met God, of heb je er een heel ander beeld erbij.. Door die mogelijkheid te benoemen wordt ruimte gemaakt om er te zijn, met die verschillen.. als begin van ontmoeting en gesprek. Dat is inclusief… – met expliciete ruimte voor wie niet gelooft en wel gelooft, zonder onuitgesproken wij, van weten wat we bedoelen.
Toch klinken bij pioniersplekken kritische vragen, met als grootste vraag; gaat het wel genoeg over Jezus? Is in die zin expliciet genoeg? Worden mensen wel echt uitgenodigd om in hem te gaan geloven?
Ik zeg het kort meestal zo: Jezus is de gastheer van de pioniersplek. Ook al wordt hij niet door iedereen als Heer gezien, hij is degene die uitnodigt, rondom wie we verzameld zijn. Op allerlei verschillende afstanden. Zo was hij in zijn leven juist voluit in gesprek met wie zoekende of anders denkend was; rondom hem ontstond er zo gemeenschap soms maar voor heel even – op een grasveld of rond een tafel, in een godshuis. Daarbij waren er die meegingen, die dichtbij stonden, die vragen stelden, die weer weggingen.. . allerlei posities en verschillen. Het draait om Jezus als gastheer, ook als het niet altijd over hem gaat.
En het gaat verder, als het om verschillen gaat.. ik denk dat het juist heel vruchtbaar is, als verschillen mogen bestaan, om te beginnen. Want daar begint echt gesprek. Daar ontstaan scherpe vragen. Daar moet je zelf gaan nadenken, wat je eigenljk gelooft. Wie Jezus voor jou is. Daar laat de ander je iets zien, door vragen of door een eigen blik op Jezus. Je komt er beiden niet onveranderd uit… als het goed is.
Ik moet denken aan een avond die we binnen pioniersplek ZIN organiseerden, een poos geleden.
Samen met iemand die je ‘nieuwe spiritueel’ kunt noemen had ik de avond voorbereid. We zouden beiden iets vertellen over wat we met Jezus hebben. Zij heeft een massagepraktijk, ervaringen met wicca en veel voeling met de spirituele stroming Advaita Vedanta. Beiden vertelden we over onze spirituele zoektocht, en welke rol Jezus daarin speelt. Er was een tafel vol gesprekspartners die ons bevroeg. Zij had bijbelteksten gezocht die haar raken. De eerste die ze noemde was:
Jezus zegt: Ik ben de weg en de waarheid en het leven.
Voor mij was dat een struikeltekst die me ongemakkelijk op mijn stoel heen-en-weer doet schuiven. Want hoe ga ik om met de claim die eruit spreekt, gaat het om één waarheid, één weg? Als ik me door die claim laat aanspreken, kan ik dan nog met een ècht open geest de ander tegemoet treden? Ook als diegene een ander spiritueel pad kiest?
Ik hoor het allemaal in dat ene Bijbelvers. Mijn gesprekspartner hoorde die claim niet. Haar ontgaat het volledig, omdat ze van een spiritualiteit leeft waarin alles één is, liefde de kern is en je alle oordelen moet loslaten. In haar beeld is de werkelijkheid grotendeels een illusie, inclusief de vrije wil van de mens. Jezus is beeld van ‘volkomen zijn’, van eenheid.
Ik begrijp haar moeite met concrete en persoon-achtige beelden van God. Haar concentratie op God die liefde is. Maar tegelijk merkte ik daar aan tafel, dat ik scherper ging zien dat Jezus voor mij ook iets heel anders betekent. Er borrelde er in mij een hartstochtelijk verlangen op naar concrete verhalen over God die mens wordt, Jezus die ik me herinner uit de kinderBijbel, aan de afwas met Maria en Martha met een schort om. Jezus die een mens die te smerig is om aan te pakken omarmt en zo de stemmen in zijn hoofd stilt. Een God die me aankijkt in Jezus, en me uit mijn eigen gelijk haalt.
Het op tafel leggen van de verschillen maakte er daar die avond een spannend gesprek van. Ik ontdekte nieuwe dingen. Er werden vragen gesteld. Er was iets te kiezen.
Als we blijven steken in verlegenheid, dan is er niets te kiezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten